Plenair Strik bij Algemene politieke beschouwingen (voortzetting eerste termijn Kamer)



Verslag van de vergadering van 30 oktober 2018 (2018/2019 nr. 5)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.17 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Voorzitter. "Vertrouwen in de toekomst": dit motto kozen de coalitiepartijen vorig jaar voor hun akkoord. En wie wil dat niet? Het moet gezegd: het akkoord verwoordde grote ambities. Maar woorden, weten we, geven nog geen vertrouwen. Vertrouwen in de toekomst creëren, vergt eensgezindheid en voortvarendheid, zodat hervormingen tijdig worden doorgevoerd. De goede economische uitgangspositie van Nederland biedt daar ook alle kansen toe. We hadden daarom verwacht omstuwd te worden door een hoos aan revolutionaire plannen en wetgeving. Maar tot nu toe is het akelig stil over die hervormingen. Het lijkt wel of het kabinet al genoeg met zichzelf te stellen heeft. De traagheid die het kabinet aan de dag legt laat zich slecht rijmen met de aanvankelijke bravoure, en zeker ook met de hete adem van de provinciale statenverkiezingen.

Ik moet natuurlijk wel het hele verhaal vertellen, ere wie ere toekomt. De afschaffing van het referendum heeft het kabinet heel snel voor elkaar gekregen; als D66 toch moest slikken, dan maar snel. Het boerkaverbod was ook zo beslecht en de Wet Inlichtingen en Veiligheidsdiensten niet te vergeten. Maar ik doel hier op de bereidheid en ambitie om duurzaam te hervormen, Nederland echt op die toekomst voor te bereiden. Ik neem het kabinet daarom graag op de eerste verjaardag mee naar die welomschreven speerpunten die ik in het geboortekaartje heb kunnen lezen, het coalitieakkoord.

Zo benadrukt het akkoord de Nederlandse waarden "die we moeten blijven onderhouden, delen en doorgeven". De vraag is echter op welke waarden het kabinet doelt en waarom. Wat ons betreft staan de kenmerken van de democratische rechtsstaat, onze traditie van tolerantie ten aanzien van andersdenkenden, andersgelovigen en mensen met een andere afkomst, maar ook de internationale oriëntatie voorop, de traditie, tenminste na de Tweede Wereldoorlog, om bescherming te bieden aan mensen die hun eigen land moeten ontvluchten. En nog recenter in de geschiedenis uitten deze waarden zich ook in een sterke verzorgingsstaat, waarin we omkijken naar elkaar. Ik weet niet zeker of het kabinet deze waarden wil versterken door vaker onze vlag te hijsen en het Wilhelmus te zingen. Maar ons lijkt het van belang dat de waarden die het weefsel vormen van onze samenleving, echt de basis zijn van het binnenlands en buitenlands beleid. Kan de premier laten zien op welke wijze dat gebeurt?

Om maar meteen met het laatste te beginnen ...

De voorzitter:

Maar mevrouw Sent wil eerst nog even iets vragen.

Mevrouw Sent i (PvdA):

In hoeverre is er ruimte voor het brede-welvaartsbegrip in het waardenkader dat u schetst?

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Dat is daarvan uiteraard onderdeel. Ik kom daar straks ook uitvoerig op terug.

Maar laten we met het buitenland beginnen. Is de minister-president bijvoorbeeld bereid op te komen voor de fundamentele waarden van de Europese Unie? Regeringen sturen vluchtelingen terug naar mensonwaardige detentiecentra in Libië of basale opvangkampen zonder perspectief. Deze afschuifpolitiek strookt niet met de mondiale roep om meer solidariteit, zoals het VN Global Compact on Refugees, dat bijna klaar is voor aanvaarding. En het triggert ook het onderlinge afschuiven binnen de EU. Een verkeerd voorbeeld doet helaas ook volgen. Hoe gaat de premier solidariteit terugbrengen in het vluchtelingenvraagstuk, binnen en buiten Europa?

We zien een negatieve spiraal bij de uithollende rechtsstaten in Hongarije, Polen, Bulgarije. Erg zorgelijke ontwikkelingen, want we moeten ervan verzekerd zijn dat alle lidstaten binnen de EU een bepaald niveau van rechtsstaat kunnen garanderen. Gelukkig zijn er bemoedigende arresten van het Hof van Justitie, maar voor naleving is politieke druk onmisbaar. Is de premier bereid om hiertoe binnen de Raad het initiatief te nemen? Daarmee zou hij een prachtige opvolging geven aan de acties van andere Nederlanders, Timmermans en Sargentini. En daarmee zou ook hij de ambitie van het coalitieakkoord: "onze waarden versterken, delen en doorgeven" recht doen.

Voorzitter, een andere ambitie uit het coalitieakkoord is: "We pakken de uitdaging van de klimaatverandering aan. Nederland wordt duurzaam." Het groenste kabinet ooit, jubelden enkele coalitiepartijen. De omarming van de Klimaatwet van Klaver en Asscher was een goede eerste stap, maar echte resultaten vergen een concrete invulling. Toen de klimaattafels er niet uitkwamen, had het kabinet zelf ook knopen kunnen doorhakken. Maar dit groenste kabinet ooit opende een tweede ronde onderhandelingen, ondanks de conclusie van het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau dat snel politieke keuzes moeten worden gemaakt. Het Gerechtshof geeft in de Urgenda-zaak dezelfde boodschap aan het kabinet: neem je verantwoordelijkheid voor de gemaakte afspraken. Maar de coalitie maakt de indruk van een konijn dat in de koplampen kijkt. Waarom tonen de coalitiepartijen hier geen politiek leiderschap? Zijn ze wel zo eensgezind in de groene ambities? In elk geval één partij windt daar geen doekjes om en voert openlijk obstructie. Buma noemde laatst zelfs het praten over klimaat een groot risico en waarschuwde voor een tweedeling die het klimaatbeleid zou veroorzaken. Zo'n coalitiepartner is niet op zoek naar draagvlak voor het kabinetsbeleid en evenmin om die tweedeling te voorkomen.

Maar een rechtvaardig klimaatbeleid vergt nou juist concrete maatregelen op korte termijn, ook over een eerlijke verdeling van lasten. De additionele CO2-heffing voor de industrie, waarover we in de brief van minister Wiebes lazen, is een belangrijke stap, maar niet genoeg. Inmiddels vindt de reductiedoelstelling van 55% in 2030 steeds meer steun. Maar die gigantische opgave vergt dappere politici die geen enkel taboe schuwen, bijvoorbeeld over een duurzaam landbouw- of vervoerssysteem, en die keuzes maken. Pas dan kunnen sectoren zich daarop richten. De onzekerheid van burgers wordt nu juist gevoed doordat het kabinet geen enkel inzicht geeft in een lasten- en lustenverdeling. Erkent de premier dit? En wat kunnen we van hem verwachten op korte termijn?

Een andere ambitie luidt: "We investeren in de collectieve voorzieningen, bijvoorbeeld met extra geld en menskracht voor veiligheid, onderwijs en zorg."

De heer Schalk i (SGP):

Ik moest een wat langere wandeling maken; vandaar dat ik even terugkom op het klimaatkopje, waar u net over sprak. Hoe oordeelt mevrouw Strik over de manier waarop het gerechtshof zo'n Urgendazaak behandelt en afhandelt? En wat is naar uw mening het staatsrechtelijke gevolg daarvan?

Mevrouw Strik (GroenLinks):

De Staat is al in hoger beroep gegaan. Het is dus al een uitspraak in hoger beroep. Het hof heeft de vorige uitspraak van de rechtbank bevestigd. Dit laat zien dat de rechter bereid is om afspraken die de politiek heeft gemaakt heel serieus te nemen en de politiek daar zelf ook aan te houden. Eigenlijk geeft het hof daarmee aan: kabinet, je moet je verantwoordelijkheid en je afspraken richting burgers, bijvoorbeeld dat die klimaatdoelstellingen worden gehaald, waarmaken, want zij hebben daar recht op en belang bij.

De heer Schalk (SGP):

Vindt mevrouw Strik dat dat alleen geldt voor de klimaatdoelstellingen of ook voor andere doelstellingen? Want je zou de Defensienorm kunnen nemen, dat 2% naar de NAVO moet. Stel je voor dat de rechter dat tegen het kabinet zou gaan zeggen. Zegt u dan ook: kabinet, luister daarnaar?

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ik kan me zo voorstellen dat hoe concreter de afspraken zijn, hoe serieuzer de rechter die zal nemen. In dit geval heeft de rechter natuurlijk ook aangegeven hoeveel belang burgers erbij hebben dat de afspraken daadwerkelijk worden nageleefd, omdat hun gezondheid daarmee ook op het spel staat.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Schalk.

De heer Schalk (SGP):

Datzelfde zou kunnen gelden voor de veiligheid van burgers.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Dat zou kunnen.

Een andere ambitie luidt, zoals ik al heb gezegd: "We investeren in onze collectieve voorzieningen, bijvoorbeeld met extra geld en menskracht voor veiligheid, onderwijs en zorg." Recente demonstraties wekken de indruk dat professionals in de zorg, het onderwijs en de politie zelf kennelijk een ander beeld hebben bij "investeren" dan dit kabinet. Toen het economisch slecht ging, is de publieke sector jaar na jaar afgeknepen. Dat konden mensen misschien nog wel begrijpen, ook al vonden ze tegelijkertijd decentraliseren en bezuinigen oliedom. Maar nu het goed gaat, wordt er maar mondjesmaat hersteld. Als de premier antennes heeft voor de samenleving, dan weet hij dat onze beroepskrachten deze fooi niet meer accepteren nu het Nederland voor de wind gaat. De structureel te hoge werkdruk leidt tot roofbouw op hun gezondheid, maar ook tot verminderde kwaliteit. De recente sluiting van een viertal ziekenhuizen zonder enige interventie vanuit de overheid — wat een contrast met de banken — maakt zorgverleners en patiënten onzeker. Het legt bloot hoezeer achtereenvolgende kabinetten onze publieke taken afhankelijk hebben gemaakt van marktwerking en private partijen. Het is echter wel die publieke sector die onze waarden beschermt: investeren in gelijke kansen, zorgen voor elkaar, onze burgerrechten waarborgen door toegankelijke rechtshulp en rechtspleging, en meer veiligheid. Als het kabinet deze waarden echt belangrijk vindt, dan investeert het in de kwaliteit van die publieke taken. Wie weet wordt dan wel spontaan het volkslied aangeheven.

Dat gaat niet gebeuren, zo blijkt uit de dividendbelastingsoap. Toen na een jaar van kritische rapporten alleen nog de eigen vezels overbleven om op te vertrouwen, gaven de lobbyisten zelf de doodsteek aan Ruttes kroonjuweel. Dat was een uitgelezen kans om de vrijgekomen 2 miljard alsnog aan de publieke sector of aan de klimaatmaatregelen te besteden. Maar helaas, al die euro's gaan toch naar de grote bedrijven, zonder dat daar enige duurzaamheidsvoorwaarden aan gekoppeld worden. Wat een gemiste kans! Terwijl de premier het vestigingsklimaat tevoorschijn toverde als argument voor de afschaffing van de dividendbelasting, is dit nu plots een zelfstandig doel geworden. Maar ons vestigingsklimaat wordt nu al alom geroemd en de winstbelasting voor bedrijven is relatief al bijzonder laag. Bovendien pretendeert de premier het mkb hiermee te steunen, maar denkt hij nu echt dat bakkers en fietsenmakers naar het buitenland zouden verhuizen voor de winstbelasting? Als hij echt het mkb wil steunen, waarom dan niet de btw-verhoging van 6% naar 9% terugdraaien en meer arbeidskorting geven?

De investering van 2 miljard in het bedrijfsleven is overigens wel een compliment waard voor de VVD. Drie partijen onderwerpen zich aan haar logica, waarmee ze met een kwart van de stemmen 100% van haar programma weet waar te maken. En dat vertaalt zich ook in de peilingen. Er mist kennelijk een tegenwicht binnen de coalitie dat opkomt voor laagbetaalden en de mensen met de minste kansen. Het leven van burgers wordt veel duurder en velen van hen krijgen geen compensatie via de algemene lastenverlichting, omdat ze daar simpelweg te weinig inkomen voor hebben.

Mevrouw Sent (PvdA):

Nog even terug naar het vestigingsklimaat en het belang van de publieke sector. Zou mevrouw Strik nog iets kunnen zeggen over het belang van de publieke sector zelf voor het vestigingsklimaat?

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Uiteraard is dat van belang. Je ziet in de onderzoeken ook steeds terug dat publieke voorzieningen als goed onderwijs en goede zorg mensen over de streep kunnen trekken en ook trekken om hier te komen werken. Als dat allemaal niet goed is, zullen ze eerder de neiging hebben om te zeggen: ik ga wel bij een ander bedrijf werken. Bedrijven hebben er zelf dus belang bij dat hun werknemers hier in een prettig klimaat leven en dat hun kinderen de kansen krijgen die ze nodig hebben.

Erkent de premier dat het leven van burgers veel duurder wordt en dat ze niet altijd die compensatie via de algemene lastenverlichting krijgen? En hoe gaat hij dat oplossen? Waarom kiest het kabinet ervoor om de groep alleenstaande ouders rond het minimumloon er het minst op vooruit te laten gaan? Ze verdienen steun om werk en zorg te kunnen combineren. Is dat niet logischer dan het inkomen van bovenmodaal verdienenden te verhogen? Onlangs hield collega Rombouts met een partijgenoot uit de Tweede Kamer een indringend pleidooi om het aantal kinderen dat in armoede leeft met een kwart te verminderen. Dan zouden we nóg een beschamende 300.000 arme kinderen in het rijke Nederland overhouden. Een lovenswaardig pleidooi, maar dat gaat niet lukken met deze Miljoenennota. Hoe gaat de premier deze terechte oproep honoreren?

Voorzitter, ik zie dat ik nog maar anderhalve minuut heb. Klopt dat?

De voorzitter:

Dat klopt.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ik hoor de heer Engels ook "ja" zeggen. U hoeft zich daar niet mee te bemoeien, meneer Engels. Dan ga ik eventjes door naar een volgend stukje.

Voorzitter. Tot slot staan we niet alleen in Nederland voor politieke verschuivingen. De Europese Unie wacht een turbulente periode, met de naderende brexit en verkiezingen in een periode van polarisatie en fragmentatie. Meer dan ooit hebben burgers het vertrouwen nodig dat Europa duurzame oplossingen biedt voor problemen waar ze echt mee kampen. Dat vereist dat onderlinge financiële afhankelijkheid gepaard gaat met gezamenlijke afspraken over sociaal-economisch beleid, onderwijs en andere cruciale factoren die sociale ongelijkheid en uitsluiting uitbannen. Bij een keuze tussen meer fragmentatie en meer integratie binnen de EU is het laatste voor ons de enige optie. Welke toekomst ziet het kabinet voor de EU? En hoe gaat premier Rutte als een van de langstzittende leiders zijn krediet inzetten om de cohesie en solidariteit binnen de EU te versterken?

Voorzitter. Bij zijn aantreden straalde dit kabinet de ambitie uit om Nederland toekomstbestendig te maken. We zien graag dat het kabinet zich herpakt en durft te kiezen. Als het gaat om duurzame en sociale maatregelen, dan willen wij een uitgestoken hand graag aannemen. Tot nu toe hebben we die plannen echter niet gezien, laat staan een uitgestoken hand. Toch dringt de tijd. Alles wijst erop dat het kabinet over een halfjaar uitnodigender en constructiever zal moeten samenwerken met de oppositie. Hoe eerder het kabinet daartoe bereid is, hoe meer vertrouwen het kabinet ook echt kan hebben in de toekomst. Of we hebben volgend jaar geen feestje, of we hebben een feest van iedereen. En dan wordt het pas echt gezellig.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Strik. Ik geef het woord aan de heer Kuiper.