Plenair Pijlman bij behandeling Minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld



Verslag van de vergadering van 9 oktober 2018 (2018/2019 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.28 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Pijlman i (D66):

Dank, voorzitter.

Ik wil in de eerste plaats de minister danken voor de heldere en gestructureerde beantwoording van de vele vragen. Opmerkelijk daarbij is dat je zijn oprechte betrokkenheid in het dossier ziet. Dat waarderen wij zeer. Het is a hell of a job en dat realiseren wij ons zeer.

Met dit voorstel krijgen wij een operationele strategie, gericht op nul. Dat is werkelijk een ommekeer. Bovendien gaat met dit wetsvoorstel de NAM naar een heel andere positie, zoals velen hier, in de Tweede Kamer en in de samenleving altijd hebben gevraagd. Ook dat is grote winst. GTS komt met voorstellen. De minister komt in positie en SodM en ACM zullen als toezichthouder optreden, waarbij eigenlijk een PDCA-cyclus is gerealiseerd. Ook dat is winst.

Zeker, er zit ook een lastig element in. Dat is vandaag door velen benadrukt. Ik wijs op artikel 52d, waar die weging van belangen in staat. Voor ons blijft gelden dat die weging, die tijdelijk is, moet worden gezien in het licht van de afbouw, maar het maakt tegelijkertijd noodzakelijk dat de versterkingsoperatie die de veiligheidssituatie nog een aantal jaren moet versterken, op gang komt.

We danken de minister voor het feit dat de adviezen van onder andere SodM en de zienswijzen openbaar zullen worden gemaakt. Dat is nodig om het parlement in een zodanige positie te brengen dat wij de minister ter verantwoording kunnen roepen wanneer hij zijn operationele strategie openbaart. Ook de ministeriële regeling wordt naar de Kamer gestuurd, heeft de minister toegezegd.

De afbouw van de winning kent nog een heel aantal heikele punten. De minister zei zojuist: in 2023 zal de gaswinning met 80% zijn afgenomen. De heer Reuten schrok er eigenlijk van. Hij zei: 20% toch? Nee, 80%. Maar dan is wel nodig dat in 2022 eerste kwartaal die stikstoffabriek draait. Dat is een investering van 500 miljoen. GTS gaat die exploiteren, maar we moeten het proces weer helemaal opstarten. Het vorige kabinet had die bouw nu juist stopgezet. Het zou niet de eerste keer zijn dat een zodanig groot project in de tijd uitloopt. Hoe houden we er zicht op dat die fabriek in 2020 daadwerkelijk operationeel wordt? Want anders kan het plan om snel naar nul te gaan, worden vertraagd.

De minister heeft op vragen van mevrouw Klip een aantal zaken gezegd over de export en de exportmogelijkheden. Te zijner tijd, als er meer helder is, zouden wij daar graag over worden geïnformeerd, want ook dat is cruciaal willen wij naar die nulstand toe. Er zijn veel mensen die zeggen: ach, je koopt toch Noors gas? Nee, dat is van een volstrekt andere samenstelling. Daar draaien de ketels in onze huizen bijvoorbeeld niet op.

De versterkingsoperatie-nieuwe-stijl. De minister heeft gezegd: ja, wij komen nog voor het eind van het jaar met een soort prestatieafspraak. De NCG komt snel met een plan. Ik neem aan dat wij daarover worden geïnformeerd en de resultaten van de jaarplannen, die steeds worden aangepast, ook zullen kunnen volgen.

De minister is mij nog een antwoord schuldig of bij de versterkingsoperatie ook de mkb-bedrijven in de regio betrokken kunnen worden, zodat ook zij kunnen profiteren en dit werk voor de regio oplevert. Ik hoop dat de minister daar nog iets over kan zeggen, anders later wellicht schriftelijk.

Ten slotte de schadeafhandeling. De snelheid omhoog. Ja, er zijn nog 16.000 achterstanden te gaan. Ja, ik noemde het in mijn eigen bijdrage. Toen de dossiers werden overgedragen, bleken ze gewoon leeg te zijn. Er zat niets in. Dat is eigenlijk een schandelijke situatie. Juist daarom is het ook zo belangrijk dat de overheid die taken overneemt. Eind 2019 moet dat klaar zijn. We hebben het over de communicatie gehad. Het is buitengewoon belangrijk dat, als wij dat aanhouden, er ook helder naar de mensen die het aangaat wordt gecommuniceerd. Als je weet dat het nog even duurt, dan is dat beter dan dat die totale verwarring voortduurt, waar veel mensen nu mee zitten. Graag ook op dat punt actie.

Voorzitter. Het zal u niet verbazen dat wij onze fractie uiteraard zullen adviseren om voor dit voorstel te stemmen.

De heer Reuten i (SP):

Ik wil even verifiëren of wij elkaar goed begrijpen.

Volgens het wetsvoorstel stelt de minister de operationele strategie voor een heel jaar vast. Achteraf kan hij worden gevraagd om uitleg te geven aan het parlement, meer niet. Begrijpen wij elkaar goed dat dit in het wetsvoorstel staat? De minister stelt vast en de minister kan worden gevraagd om uitleg te geven over zijn motivering bij de beslissing. C'est tout.

De heer Pijlman (D66):

Nou, niet "c'est tout". De voorwaarden hoe de minister dat weegt, worden genoemd in artikel 52d. Er komt ook nog een ministeriële regeling. Maar, ja, uiteindelijk is het de bestuurlijke verantwoordelijkheid die de minister neemt en waarover hij verantwoording aflegt aan het parlement. In dit soort situaties vinden wij een bestuurlijke rol dan beter dan dat we er ook een politiek vraagstuk van maken, waar u om vraagt. Als je de tijdsdruk die erop zit, overeind wil houden, zeg ik: ja, het is een goede aanpak.

De heer Reuten (SP):

Dan hebben wij elkaar goed begrepen. Het parlement schakelt zichzelf uit en kan uitsluitend achteraf toehoren hoe de minister zijn besluit heeft gemotiveerd.

De heer Pijlman (D66):

Nee, het parlement schakelt zichzelf volstrekt niet uit. De minister neemt zijn rol en legt verantwoording af aan de Staten-Generaal, die dan nog veel mogelijkheden heeft, als die zou willen, om de minister tot ander beleid te dwingen. De Staten-Generaal kan zelf nog veel verdergaande maatregelen nemen. Dit is overigens een heel gewone werkwijze.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Pijlman. Ik geef het woord aan mevrouw Klip.