Plenair Rombouts bij behandeling Opsporing en vervolging computercriminaliteit



Verslag van de vergadering van 19 juni 2018 (2017/2018 nr. 34)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.25 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rombouts i (CDA):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik wil de minister bedanken voor zijn gedegen en uitgebreide beantwoording. Als ik zou zeggen "zijn misschien wel erg uitgebreide beantwoording", hoor ik hem al denken: het is ook nooit goed hier. Dus dat zeg ik dan ook maar niet. Ik wil hem expliciet bedanken voor de uitleg over de besteding van de 10 miljoen die in het regeerakkoord was aangekondigd. Ik wil hem complimenteren met de manier waarop hij hier gepoogd heeft ons gerust te stellen — dat is zeker niet bij iedereen gelukt, heb ik gemerkt, maar bij mij in zekere mate toch echt wel — over hoe dit wetsontwerp de bevoegdheden inkadert die ontstaan. Hij spreekt daarbij van strikte voorwaarden ten aanzien van de beperking van het bevel, de transparantie, het toezicht en de evaluatie na twee jaar. Verder heeft hij toegezegd dat er een rol voor onze Kamers is als het gaat om de AMvB, waarover ook nog een motie is ingediend. In dat dilemma van privacy, criminaliteitsbestrijding en tegenover elkaar staande belangen is het naar de mening van onze fractie nodig dat nu, na jaren van voorbereiding, er ook een keer iets gaat gebeuren en wij die wet hier gaan vaststellen. De CDA-fractie doet dit in het vertrouwen dat professionals, het bevoegde gezag, de onafhankelijke rechter en de inspectie zich inspannen om hun werk zorgvuldig te doen. Dat zijn woorden die in het huis als het onze niet zo vaak vallen. We hebben het meer over wat er mis kan gaan dan dat we vertrouwen uitspreken in het merendeel van de professionals die dat werk doen.

Ik heb zelf nog maar één punt en dan kom ik daarna op de moties. Ik ben eigenlijk teleurgesteld in het antwoord van de minister — dat zal hem heel erg verrassen — waar het gaat om mijn oproep om een campagne te starten over "kijk niet weg". De minister zei heel vriendelijk in mijn richting dat hij mij van harte steunt, maar dat is de omgekeerde wereld. De regering regeert en wij steunen de regering of wij steunen haar niet. Ik zou het nou zo mooi vinden als de minister de oproep van mijn fractie zou willen honoreren door te zeggen: ik ga niet alleen op het punt van de cybercrime maar ook op het punt van de ondermijning een landelijke campagne starten om burgers en bedrijven te stimuleren om hun medeverantwoordelijkheid te nemen om die ondermijning en die cybercriminaliteit samen te lijf te gaan. En dan zullen wij hem in die campagne en dat initiatief van harte steunen.

De motie van D66 is ons ook sympathiek. Ik zal mijn fractie dan ook adviseren om daar voor te stemmen.

Over de motie van GroenLinks moet ik ietsje langer nadenken, want die heb ik ook nog maar net onder ogen gekregen. Ik heb er twee vragen over. Gaat het hierbij om toezicht in alle casussen die zich hebben voorgedaan? Daar lijkt het een beetje op in de tekst of zo zou je die uit kunnen leggen. Gaat het dan om een aparte commissie, om weer een commissie, of moeten we denken aan, zoals ik ook in mijn bijdrage aan de minister heb gevraagd, een aparte afdeling bij een al bestaand orgaan, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens of de CTIVD? Het maakt toch wel wat uit of er een nieuwe institutie moet komen.

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

De eerste vraag kan ik beantwoorden met: ja, dat zou wat ons betreft structureel moeten gebeuren. Juist omdat het in veel zaken niet is geregeld, willen we ervoor zorgen dat elke operatie achteraf aan zo'n toets wordt onderworpen. Welk orgaan maakt ons niet zo veel uit, als er maar een mate van onafhankelijkheid is geborgd. Dat laat dus ruimte voor de overheid, voor het ministerie om te bedenken op welke wijze dit het beste zou kunnen worden vormgegeven.

De heer Rombouts (CDA):

Duidelijk. Ik wacht het antwoord van de minister af op de vraag of alle gevallen achteraf getoetst moeten worden. Blijkbaar geeft u op dat tweede punt ruimte om het nader in te vullen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rombouts. Ik vraag aan de minister of hij in de gelegenheid is om direct te antwoorden. Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Justitie en Veiligheid.