Plenair Rombouts bij Debat met minister van Justitie en Veiligheid over de voorgenomen deelname van Nederland aan het Europees Openbaar Ministerie



Verslag van de vergadering van 3 april 2018 (2017/2018 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.40 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rombouts i (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Ook ik had graag de minister bedankt voor de antwoorden op mijn vragen, maar door een euvel heeft mij het bericht dat de vergadering een half uur eerder zou beginnen niet bereikt. Ik was aan de overkant in politiek beraad met de Tweede Kamerfractie en ik was klokke vijf uur weer hier. Zand erover, dat kan gebeuren.

Ik heb nog twee dingen. Ik hoop dat de minister erin slaagt om de fracties die nog onbeantwoorde of onvoldoende beantwoorde vragen hebben, in tweede termijn alsnog antwoord te geven.

Ik zou de VVD-fractie willen vragen om de komende dagen, tot dinsdag, nog eens goed te kijken naar het dictum van de motie die net is uitgereikt. Natuurlijk zal een regering het eerste doen wat in het dictum staat: de Kamer informeren over een evaluatie. Dat kan altijd, geen probleem.

Het gaat om het tweede deel van dat dictum. Waarom zou je die twee dingen überhaupt in één dictum bij elkaar stoppen? Maar de inhoud gaat nog veel verder. Die zegt namelijk: de Kamer moet geconsulteerd worden en haar instemming mag de regering niet geven aan een uitbreiding van het mandaat indien deze Kamer een negatief standpunt inneemt. Ik zou dat nog weleens de komende week tegen een staatsrechtelijk licht gehouden willen zien. In VVD-kringen hebt u heel veel goede staatsrechtgeleerden. Ik twijfel erover of we dat zo moeten doen dat je nu al zegt: alsdan, dan mag u niet dat ...

Mevrouw Duthler i (VVD):

Begrijp ik het goed, maar misschien is dit vragen naar de bekende weg, dat u zegt: als die evaluatie eruit wordt gehaald, vind ik het nog best een sympathiek dictum?

De heer Rombouts (CDA):

Nee, helemaal niet. Als u om evaluatie zou vragen, zou ik zeggen dat ik mijn fractie ervan zou kunnen overtuigen dat we daarmee in moeten stemmen. Maar over het tweede deel heb ik volgens mij al helder bij interruptie gezegd: volgens mij moeten wij dit soort moties hier niet willen, dat u al bij voorbaat zegt, als er een uitbreiding van een mandaat komt, we weten niet eens waarover, dat u gaat doen wat de Eerste Kamer zegt. Staatsrechtelijk vind ik dat we de minister dan eerst eens rustig naar de ministerraad moeten laten gaan en zelf laten nadenken over wat hij met zo'n uitspraak van de Kamer moet doen. Dan zijn er drie mogelijkheden: of zo'n uitspraak honoreren, of niet honoreren, of enigszins aangepast met mooie Franse terminologie honoreren.

Mevrouw Duthler (VVD):

Misschien kan ik meneer Rombouts dan nog meegeven dat voor mijn fractie deelname aan het EOM een enorme stap is.

De heer Rombouts (CDA):

Dat heb ik begrepen.

Mevrouw Duthler (VVD):

Het is natuurlijk niet gek dat je zeker wilt weten of het bij dit beperkte mandaat blijft. Dat is nog iets waarvan mijn fractie kan zeggen: oké, schoorvoetend. Maar mijn fractie wil wel controle houden op het moment dat het wordt uitgebreid. Misschien kunt u zich ook een beetje verplaatsen in de achtergrond van de totstandkoming van dit dictum.

De heer Rombouts (CDA):

Mevrouw de voorzitter, hier wil ik begrip voor tonen. Ik heb er echt begrip voor dat u zegt: als wij de stap moeten zetten om nu mee te gaan met dit EOM, zoals het voorligt, dan willen we iets weten over de toekomst. Daar heb ik begrip voor, maar om dan te zeggen "wat voor voorstellen voor mandaatsuitbreiding er ooit ook zullen komen", want zo staat het er, "u moet nu zeggen dat de wil van de Eerste Kamer wet is". Dat vind ik echt te ver gaan. Ik kan me voorstellen dat u nog eens goed kijkt naar dat zinnetje en vooral duidelijkheid wil hebben dat het echt niet de bedoeling is om binnen korte wijle met uitbreidingen van dat mandaat te komen.

Sterker nog, ik zou hier een vraag willen voorleggen over dat EOM, dat eigenlijk ten onrechte nog die naam draagt. Ik weet niet of de minister daarstraks antwoord heeft gegeven op mijn punt of die naam wel gehandhaafd moet blijven. Het is een afgezwakte fraudebestrijdingsdienst geworden. Zouden wij die als Eerste Kamer überhaupt de taak van terrorismebestrijding willen toedichten? Ik kan mij dat eigenlijk helemaal niet voorstellen.

Mevrouw Duthler (VVD):

Dan is het heel mooi, op het moment dat het aan de orde is, dat we daarover van gedachten gaan wisselen, maar ik zou ook heel graag het antwoord van de minister in tweede termijn willen horen op dit onderwerp.

De heer Rombouts (CDA):

Wat er ook gebeure, mevrouw de voorzitter, ik herhaal dat wij graag zien dat het EOM, misschien onder een andere naam, tot stand komt.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rombouts. Ik begrijp dat de minister graag een kwartier schorsing wil. Is dat voldoende? Ja. Dan schors ik de vergadering tot 19.00 uur.