Plenair Gerkens bij voortzetting behandeling Lerarenregister en registervoorportaal



Verslag van de vergadering van 14 februari 2017 (2016/2017 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.47 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Gerkens i (SP):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. Ook ik hoor graag een reactie op de vraag van mevrouw Sent. Ondanks de toezeggingen op de AMvB, de voorhang en het uitstel dat hier komt, blijven we toch zitten met een wetsvoorstel met verregaande arbeidsrechtelijke consequenties, zonder dat de wetgever enige kaders kan stellen aan die consequenties. Dat is niet alles. De wetgever neemt niet de gevolgen ervan voor haar rekening, zoals de kosten voor de leraren die tijdelijk zonder bevoegdheid zitten. Ik heb twijfel bij het beroep op disfunctioneren, omdat de docent volgens mij prima functioneert. Maar goed, de rechter zal straks moeten uitvechten wat daarvan overeind blijft. Ik moet zeggen dat ik het onaangenaam vind dat we voor de docenten zo boven de markt laten hangen hoe hun arbeidsrechtelijke positie in de toekomst zal zijn en dat we dat aan de rechter overlaten.

Daarnaast blijft staan dat het register als stuurmiddel wordt gebruikt, terwijl het eigenlijk de kroon op het werk had moeten zijn van wat dit kabinet had moeten verrichten. Een van de doelstellingen van deze wet is dan ook om het aantal onbevoegden te laten dalen. Dat gebeurt dus niet daadwerkelijk, begrijp ik van de staatssecretaris. Ik vind het op zich een vooruitgang dat nu duidelijk wordt wie er onbevoegd lesgeeft, maar de vraag blijft dan of we daarvoor juist dit lerarenregister moeten hebben of dat we dat beter op een andere manier hadden kunnen regelen. De hele beroepsgroep wordt nu namelijk de dupe van — laten we eerlijk zijn — de effecten van jarenlang dramatisch beleid op dit onderwijsdossier.

Tot slot kom ik op de inhoud van het register. Ik twijfel of wij dat hier zouden moeten bepalen, hoewel ik ook het volgende denk. Ik hoor de heer Bruijn zeggen "we vinden allemaal dit" en "we vinden allemaal dat", maar het had misschien ook kunnen helpen als wij gewoon wettelijke kaders hadden gesteld. Ik heb grote moeite met hoe dit nu wel vorm gaat krijgen, vooral omdat ook commerciële belangen hier een rol zouden kunnen gaan spelen. Dat blijft een lastig punt. De staatssecretaris zegt dat de beroepsgroep beslist, maar het dient de docent te zijn, samen met zijn sectie en leidinggevende.

Laat ik een voorbeeld geven van een docent in het speciaal onderwijs die zich op dit moment in haar vrije tijd bijspijkert tot havoniveau in het vak wiskunde, omdat de wiskundedocent in het speciaal onderwijs met pensioen gaat — dat gebeurt ook nog — en er dus een gat ontstaat. Dit is een heel kleine groep in het onderwijs die zich op die manier zou moeten specialiseren. Dat is broodnodig, maar ik betwijfel, gezien de discussie die we hebben, of dit uiteindelijk tot registerpunten zal leiden. Dat geeft dus wel een beetje aan hoe dit hier wringt. Daarmee is dit wetsvoorstel wel een beslissing van bovenaf met heel veel onzekerheden. Dit levert opnieuw onrust op. Van dat laatste schrik ik het meeste. Rust is nu juist hetgeen het onderwijs het hardst nodig heeft. Het siert de staatssecretaris dat hij zo veel optimisme over de toekomst en de uitwerking van dit wetsvoorstel heeft, maar voor optimisme is ook realisme nodig. In mijn ogen zijn er nu nog veel te veel onzekerheden en vraagt de staatssecretaris ons hem te vertrouwen op zijn mooie blauwe ogen. Dat is voor ons onvoldoende.