Plenair Pijlman bij voortzetting behandeling Onderwijs in de Engelse, Duitse of Franse taal



Verslag van de vergadering van 22 september 2015 (2015/2016 nr. 1)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 22.40 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Pijlman i (D66):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de uitgebreide beantwoording. In zijn beantwoording laat hij zien dat hij veel vertrouwen in scholen en ook in het zelfregulerend vermogen van scholen heeft. In algemene zin spreekt mij dat zeer aan. De staatssecretaris of zijn opvolger zal er bij dit onderwerp en wat breder bij de opmars van het Engels in het onderwijs, zowel in het primair, voortgezet als hoger onderwijs, niet aan ontkomen om eisen te stellen aan de docenten die dat onderwijs moeten geven. Hij zegt: kijk eens naar wat er allemaal in het vvto gebeurt en kijk ook eens naar het feit dat een aantal pedagogische academies zich al organiseren en een minor aanbieden. Dat is allemaal prima, maar verbinden wij ook kwaliteitseisen aan de minor? Daar gaat het om, ook in dit debat. Wat de heer Bruijn daarover heeft gezegd, is mij uit het hart gegrepen. De beste manier om de kwaliteit van het onderwijs te borgen, loopt niet via de inspectie, maar via de leraar. Dat zou volgens ons het uitgangspunt moeten zijn.

Ik heb de staatssecretaris ook gevraagd om te monitoren wat dit wetsvoorstel betekent voor drietalige scholen. Graag krijg ik nog een reactie op die vraag.

Ten slotte heb ik gekeken naar het groter geheel. Wij kunnen voetstoots aannemen dat dit niet de laatste keer is dat wij over de opmars van het Engels in het Nederlandse onderwijs spreken. In reactie op een opmerking van de heer Ten Hoeve zei de staatssecretaris dat het Nederlands altijd de dominante taal zal blijven. Ik wijs erop dat de dominante taal in delen van het hoger onderwijs niet meer het Nederlands is, maar het Engels. Dat is stilzwijgend gegaan en heeft geen consequenties voor de kwaliteit van de opleidingen. Het wordt ook aan de instellingen overgelaten. Ik denk daarom dat het goed is om daar eens een wat fundamenteler debat over te voeren. Hiermee zeg ik niet dat ik tegen die opmars ben. Ik denk dat dat een feit is waar wij ons niet aan moeten of willen onttrekken, maar volgens mij heeft dit wel grotere consequenties voor het onderwijs en de opleidingen dan wij tot dusver zien. Tegelijkertijd ben ik van mening dat ook onze eigen taal recht heeft op bescherming. Daarom zou dat fundamentelere debat ook gevoerd mogen worden. Daarover dien ik een motie in. De staatssecretaris zei dat ik School 2030 moest afwachten. Ik denk dat dat beperkter is dan wat in de volgende motie gevraagd wordt. Ik dien de motie in namens de heer Ganzevoort, de heer Ten Hoeve en mevrouw Gerkens.

De voorzitter :

Mijnheer Pijlman, ik denk dat het een goed idee is als u blijft staan terwijl ik de motie voorlees. Misschien wil iemand er nog iets over vragen. Snapt u? Dat kon u niet weten. Bovendien hebt u uw pen laten liggen. Het is altijd handig om te blijven staan, want nogmaals, misschien wil iemand iets vragen.

De heer Pijlman (D66):

Goed.

De voorzitter :

Door de leden Pijlman, Ganzevoort, Backer, Gerkens, Ten Hoeve, Rinnooy Kan, Prast en Schaper wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Engels een steeds belangrijkere plek inneemt in het Nederlandse onderwijs en dat de Engelse taal het Nederlands in het hoger onderwijs steeds meer verdringt;

overwegende dat de tweetalige (NL/ENG) school in het primair en secundair onderwijs in opmars is, waarbij de kwaliteit van de lerarenopleiding om de leraren op meertaligheid voor te bereiden achterblijft;

verzoekt de regering om met een integrale visie op het gebruik van het Engels in het onderwijs te komen en daarbij de kwaliteit van lerarenopleidingen te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter I ( 34031 ).

Mijnheer Pijlman, ik wil nog even een ding melden aan u. Er staat boven: motie van het lid Pijlman/Ganzevoort/Ten Hoeve/Gerkens. Dat kan niet. Het is de motie-Pijlman c.s. Dat spijt me voor de anderen, maar zo is het systeem. Maar u staat nu wel in de Handelingen, dus wat dat betreft is de onsterfelijkheid hiermee al bereikt. En, ja, u ondertekent ook.