Plenair Pijlman bij behandeling Windenergie op zee



Verslag van de vergadering van 16 juni 2015 (2014/2015 nr. 35)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 18.07 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Pijlman i (D66):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn heldere, zakelijke en gedetailleerde manier van beantwoorden. Dat dit wetsvoorstel, deze kaderwet, goed in elkaar zit, blijkt overigens wel uit het feit dat wij vooral over allerlei uitvoeringszaken hebben gesproken en nauwelijks over het wetsvoorstel zelf. Ook gelet op de doelstellingen van de Eerste Kamer, zal het niet meevallen om ertegen te zijn.

Het vergt grote inspanningen om onze doelstellingen, 14% in 2020 en 16% in 2023, te halen. Ook de minister geeft dat toe. Hij zegt: alle hens aan dek om die doelstellingen te halen. Een diversiteit aan maatregelen is daarvoor nodig. Ik kom daar zo nog even op terug. In het debat heeft mevrouw Meijer van de SP-fractie gezegd dat het goed zou zijn om de locatie Noord — eigenlijk is dat boven de Waddeneilanden — weer in beeld te brengen en daarmee ook een economische impuls te geven aan Groningen. Ik kan haar overigens verzekeren dat de Eemshaven op dit moment die ontwikkeling aan alle kanten doormaakt. De Eemshaven wordt een zeer belangrijke offshorehaven voor Duitse en Deense bedrijven en voor het Gemini-park, dat nu wordt aangelegd.

Ik kom op de keuze voor de locatie, de Hollandse kust. Wij hebben over de tien en twaalf mijl gesproken. De minister heeft mij ervan overtuigd dat hij procedureel uitvoering zal geven aan de motie-Van Veldhoven/Agnes Mulder. Maar de minister zegt daar ook wat bij. Ik kijk even of ik hem goed heb verstaan. Hij zegt: op dit moment lijkt het mij dat ik die locaties binnen de twaalfmijlszone nodig heb. Hij noemt daarbij twee argumenten. Hij zegt dat hij niet aan de achterkant van de parken de uitbreiding kan zoeken vanwege de scheepvaart. Tegelijkertijd wijst hij op het kostenaspect. Daarmee zegt hij eigenlijk: ik geef procedureel uitvoering aan de motie, maar de afweging lijkt al gemaakt te zijn. In die sluit ik mij aan bij de opmerking van collega Flierman. Wij willen graag in alle creativiteit nog een keer het totaal van de afwegingen zien.

Overigens was ik verheugd toen de minister zei dat Borssele II, vanwege het innovatieve karakter en de mogelijke winst die windenergie voor onze industrie oplevert, zal worden uitgebreid met een innovatief project. Datzelfde geldt voor het Gemini-park, dat nu wordt aangelegd. Dat park wordt een van de grootste windparken ter wereld. Het ligt ongeveer 85 km boven Schiermonnikoog. Ook dat kent een heel innovatief karakter. Ik hoop dat we de eerste ervaringen daarmee in 2016 kunnen meewegen. Dat moet ongeveer net kunnen.

Ik heb al gezegd dat ik vind dat de minister optimistisch is over de doorlooptijd. Hij spreekt consequent over vier jaar. Met de aanleg van het Gemini-park is echter zeven jaar gemoeid.

De tijdelijke voorzitter:

Denkt u aan uw tijd, mijnheer Pijlman.

De heer Pijlman (D66):

Ik denk zeker ook aan mijn tijd.

Er is dus zeven jaar mee gemoeid. De minister heeft uitgelegd dat hij de vergunningen en de subsidies aan elkaar koppelt en dat dat de beleidsinnovatie is. Ik wijs wellicht ten overvloede nog even daarop.

Ik kom op de evaluatie. Ik proefde enige ruimte bij de minister toen hij zei: in oktober van dit jaar kom ik met de Nationale Energieverkenning bij u terug, om te bekijken hoever we werkelijk zijn. Dan kunnen wij ook de discussie aangaan over STROOM en het belastingstelsel. Daarbij zal de vraag aan de orde komen of we verdere versnellingen moeten doorvoeren. Met die kanttekeningen zijn wij positief over het wetgevingskader. Nogmaals, er blijven vragen over de uitvoering van deze wet bestaan. Dat zal ook de komende jaren zo blijven. Wij zijn er echter stellig van overtuigd dat wij dit kader nodig hebben om onze duurzaamheidsdoelstellingen te halen.

De tijdelijke voorzitter:

Ik zie dat de minister in staat is om meteen te antwoorden.