Plenair Sent bij voortzetting behandeling Belastingplan 2015



Verslag van de vergadering van 16 december 2014 (2014/2015 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.04 uur


Mevrouw Sent i (PvdA):

Voorzitter. Aan onze eerdere dank voor het zorgvuldige antwoord op onze schriftelijke vragen voeg ik nu graag onze dank toe voor de prettige beantwoording van onze mondelinge vragen.

Minder belasting op arbeid, het in dienst nemen van mensen goedkoper maken, een fair share van bedrijven en vermogen, vergroening en vereenvoudiging. Dat levert aldus de PvdA een stelsel op dat eerlijker is, duurzamer en nieuwe banen oplevert. Een eenvoudiger stelsel dat werken beloont, moet volgens mijn fractie dan ook de kern zijn van de brede belastingherziening. Daarmee ben ik meteen bij het eerste punt van de zes punten die ik in tweede termijn wil langslopen. Wij zijn blij met de uitspraak van de staatssecretaris dat een eerlijke inkomensverdeling een randvoorwaarde is bij de brede belastingherziening. Wij zijn blij dat de scheefgroei voor werknemers en zelfstandigen op de agenda van de regering staat. Wij kijken vooral uit naar het prototype dat voor de zomer zou klaarstaan en naar de eerste elementen die worden meegenomen in het Belastingplan 2016. Wij hebben er begrip voor dat breed draagvlak noodzakelijk is. Wij hoorden de staatssecretaris spreken van een lastenverlichting van 3 tot 5 miljard. Is daarbij een randvoorwaarde dat er niet verder bezuinigd zal worden ter financiering van deze lastenverlichting? Dat is voor mijn fractie een belangrijk punt.

Ik kom op de internationale belastingheffing. Iedereen is onderdeel van het probleem en onderdeel van de oplossing. Wij zijn terechtgekomen in een prisoner's dilemma, een race to the bottom, maar de bodem lijkt bereikt. Wij kijken dan ook uit naar de duidelijkheid die vanuit de OESO zal komen en zijn benieuwd naar de manier waarop dit verder wordt geïmplementeerd in de antimisbruikbepalingen. Wij zijn blij dat de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer door de staatssecretaris en het kabinet serieus worden genomen. Het is goed dat het kabinet een voortrekker is in het delen van rulings tussen belastingdiensten.

Mijn derde punt betreft de duurzaamheid. Wij hebben er begrip voor dat er een zoektocht plaatsvindt naar uitvoerbare maatregelen die daarmee banen opleveren in plaats van kosten. Wij vragen ons ook af of het, gehoord het debat van gisteren en vandaag, niet zinvol is om een breder debat over duurzaamheid te houden, waarin niet alleen aandacht wordt besteed aan het inzetten van fiscaal instrumentarium, maar er ook aandacht is voor gebod en verbod — de heer Reuten deed deze suggestie — en voor de inzichten uit de gedragseconomie over de manier waarop je mensen zonder er geld voor uit te geven een duwtje kunt geven om in de goede richting te gaan. Wij vragen ons af of het misschien zinvol is om daar met de bewindslieden Kamp en Mansveld samen met de staatssecretaris een beleidsdebat over te voeren. Maar goed, dat is een zaak van de Kamer. Mogelijk komt het onderwerp terug.

Ik kom op mijn vierde punt: de vermogensbelasting. Wij wachten nog steeds op de brief van de staatssecretaris en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zodat wij de feiten op orde kunnen krijgen. Misschien is "nog steeds" niet juist. Wij wachten op antwoord op onze aanvullende vragen. Zodra die feiten er zijn, is het zinvol om na te denken over de manier waarop de vermogensrendementsheffing een rechtvaardiger vorm kan krijgen dan zij op dit moment heeft.

Mijn vijfde punt betreft een aantal onderdelen van het Belastingplan dat voor ons ligt. Wij hebben aandacht gevraagd voor de werkkosten en voor het gebruikelijkheidscriterium, dat aangescherpt moet worden om tariefarbitrage tegen te gaan. Wij kijken uit naar de fiscale verzamelwet, waarin hopelijk geregeld wordt dat er geen misbruik van kan worden gemaakt.

Wij zijn het met de staatssecretaris eens dat er nogal ingewikkelde capriolen zijn uitgehaald met de afvalstoffenheffing. Door aan te sluiten bij het bestaande systeem van exportvergunningen is het gelukkig wel uitvoerbaar.

Wij danken de staatssecretaris voor de toezegging dat wij in het kader van de energiebelasting geen herhaling krijgen van de situatie rondom de leidingwaterbelasting. Dat was namelijk onze zorg bij zijn toezegging dat er speciale aandacht zal zijn voor de effecten op bijzondere industrieën. Het is goed dat er lessen zijn geleerd over wat er is misgegaan.

De heer Reuten i (SP):

Ik probeer het voor de laatste keer dit jaar. Voor de Partij van de Arbeid is het verkleinen van de inkomensverschillen een kernpunt van beleid, aldus senator Postema. Dat verkleinen van de inkomensverschillen is bovendien een van de drie pijlers van het kabinet dat de PvdA-fractie althans aan de overkant steunt. Hier lijkt dat er overigens ook op. Ik kijk even naar de koopkrachtplaatjes van het CPB. Ik zie die verkleining van de inkomensverschillen dit jaar en de afgelopen drie jaar niet terug. Waar staat de PvdA-fractie dan? Zijn het alleen maar woorden dat het verkleinen van die verschillen zo belangrijk is? Bestaat een van die drie pijlers alleen maar uit woorden? Of doet de PvdA-fractie er wat aan? Of zal zij om deze reden tegen het Belastingplan stemmen?

Mevrouw Sent (PvdA):

Wij bespreken vandaag het Belastingplan en de effecten daarvan op de inkomensverdeling. In het plan zie ik een groot aantal maatregelen die eerlijk delen stimuleren. Die maatregelen heb ik gisteravond opgesomd. Dat wil ik hier graag nog een keer doen. Het tarief van de eerste schijf loonbelasting gaat van 36,76% naar 36,5% Het maximum van de arbeidskorting wordt voor inkomens van €20.000 tot €49.000 met €100 verhoogd. De algemene heffingskorting wordt met €80 verhoogd. De algemene heffingskorting wordt steiler afgebouwd, van 2% naar 2,32%. Het loon dat directeuren-grootaandeelhouders aan zichzelf moeten uitkeren, gaat omhoog en er komt een antimisbruikregel voor onzakelijk lage beloningen. De dga's gaan daardoor 150 miljoen meer belasting betalen. Dat zijn wat ons betreft heel waardevolle tegemoetkomingen aan onze zorg dat er eerlijk gedeeld moet worden.

De heer Reuten (SP):

Mevrouw Sent kijkt niet door de cijfers heen. Die verhoging van de arbeidskorting betreft inkomens van €44.000 of €47.000 tot €115.000, ongeveer het derde en vierde kwartiel. Per saldo hoef je alleen maar te kijken naar de cijfers van de MEV. Op blz. 61 zie je dat de verschillen helemaal niet verkleind worden. Daar is mevrouw Sent het toch mee eens? In de MEV van de afgelopen twee jaar zie je dat die verschillen ook daarin niet verkleind worden. Het staat gewoon gedrukt. Je kunt zeggen …

De voorzitter:

Mijnheer Reuten, deze discussie hebben wij gisteravond precies zo gehoord.

De heer Reuten (SP):

Ja, maar mevrouw Sent heeft nog niet gereageerd.

De voorzitter:

Dat is wat anders. Het lijkt mij niet zo zinvol om de discussie te herhalen.

Mevrouw Sent (PvdA):

Ik wil er nog wel één punt aan toevoegen: de ophoging van de arbeidskorting met €100 geldt voor inkomens van €20.000 tot €49.000. Dat geldt dus wel degelijk de lagere inkomens. De MEV hebben natuurlijk niet alleen betrekking op het Belastingplan. Vandaag bespreken wij dat plan en heb ik een opsomming gegeven van een serie maatregelen die wel degelijk inzetten op eerlijk delen.

Ik kom op mijn zesde setje punten. Wij hebben aandacht gevraagd voor de theoretische koppeling tussen btw en inkomstenbelasting. Daarmee wordt niet noodzakelijkerwijs de werkgelegenheid gestimuleerd. Wij zijn blij met de uitspraak van de staatssecretaris dat hierbij vooral aandacht is voor het stimuleren van de werkgelegenheid. Wordt ook bij de maatregelen die in het kader van de btw-herziening overwogen worden, speciaal aandacht geschonken aan een eerlijke inkomensverdeling? Wij hebben weleens de zorg dat een btw-verhoging relatief zwaarder drukt op de zwakkere schouders. Daar vragen wij graag aandacht voor.

De heer Van Boxtel i (D66):

Zou ik mevrouw Sent mogen vragen of zij binnen die opstelling wel bereid is om bijvoorbeeld zaken die echt slecht zijn zwaarder te belasten en zaken die goed zijn voor de mensheid en de mens wat te ontzien? Als je het alleen maar definieert in termen van inkomensrechtvaardigheid, zul je een aantal andere doelen immers helemaal nooit halen.

Mevrouw Sent (PvdA):

Ik heb van Tinbergen geleerd dat je als je meerdere doelen hebt, ook meerdere instrumenten nodig hebt. We moeten er inderdaad voor waken dat we zo veel doelen hebben dat we die niet allemaal kunnen bereiken met de instrumenten. Dit is niet het enige doel dat wij willen bereiken, maar wel een doel waarvoor wij aandacht vragen, naast het creëren van werkgelegenheid en het simpeler maken van het belastingsysteem.

De heer Van Boxtel (D66):

Ik heb het bijvoorbeeld ook over het zaken duurder maken die gewoon ongezond zijn. Heel veel mensen met een kleine portemonnee hebben daar een probleem mee. Daarom maak ik bezwaar tegen alleen maar naar inkomen kijken.

Mevrouw Sent (PvdA):

Absoluut. Er zijn meerdere doelstellingen en dit is er eentje van. Het is een randvoorwaarde, een punt van aandacht, waarvoor we graag aandacht willen vragen, hoewel de SP denkt dat we dat niet doen.

Dan heb ik nog een allerlaatste theoretisch punt met betrekking tot de kenniswerkers. Gezien hun mobiliteit en hun belang voor onze kenniseconomie dient speciale aandacht uit te gaan naar het stimuleren van niet alleen de vraag naar kenniswerkers, maar ook naar het aanbod van kenniswerkers. Wij zijn blij dat de staatssecretaris het daarover met ons eens is.

Ik rond af. Wij steunen de maatregelen in het Belastingplan 2015 omdat die wat ons betreft betrekking hebben op eerlijk delen, op de woningmarkt stimuleren en op vergroening stimuleren. Vooral kijken wij uit naar het toegezegde prototype van de brede belastingherziening. Een aantal van ons heeft daar al voorspellingen over proberen te doen, waarbij ik moest denken aan een uitspraak van Laurence Peter, ook wel bekend van het Peter Principle. Hij heeft gezegd: een econoom is een expert die morgen weet waarom de voorspelling die hij gisteren heeft gedaan vandaag niet is uitgekomen. Gezien die uitspraak hebben wij begrip voor de terughoudendheid van de staatssecretaris in het doen van voorspellingen met betrekking tot de uitkomst van de zoektocht naar breed draagvlak. Wij steunen vooral zijn inzet om te komen tot een eenvoudiger stelsel dat werkenden beloond.

De voorzitter:

Staatssecretaris, u hebt verzocht om vijf minuten schorsing. Bent u daarna in staat om de vragen in een halfuur te beantwoorden?

Staatssecretaris Wiebes i:

Ruimschoots.

De voorzitter:

Dat is fantastisch.