Plenair Rietkerk bij behandeling Begroting Infrastructuur en Waterstaat 2024



Verslag van de vergadering van 2 april 2024 (2023/2024 nr. 26)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 15.19 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rietkerk i (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Mijn stem kraakt wat, niet vanwege het debat vandaag, maar vanwege het vieren van Sail Kampen de afgelopen vier dagen, met ruim 250.000 bezoekers. Een aantal collega's waren ook actief. Het is het grootste evenement in Nederland in het afgelopen paasweekend, maar vooral groots omdat er zoveel vrijwilligers waren.

Voorzitter. Ik dank allereerst de minister voor de voorliggende begroting van Verkeer en Waterstaat, met grote investeringen, belangrijk voor werkgelegenheid, sociale voorzieningen en leefbaarheid voor mensen. Voorts roep ik in herinnering dat het CDA in 2019-2020 het rapport Voor heel Nederland publiceerde, met als basis daarbij de uitspraak van Kim Putters uit 2019: regionale solidariteit is een van de grote vraagstukken voor de toekomst. Het kabinet heeft dat in zijn rapport Elke regio telt! nog veel breder uitgewerkt. Een debat over wonen, over huizen, over landbouw, over natuur en over voorzieningen; daar zullen we voor een deel 23 april voor gebruiken, omdat we dan een beleidsdebat hebben over wonen en eventueel in de toekomst, als er wetgeving komt, in het kader van de ruimtelijke inrichting.

Voorzitter. Dat betekent ook vanuit de rolvastheid van de Eerste Kamer — de Tweede Kamer gaat wat ons betreft over de politieke keuzes — dat ik me vooral zal toespitsen op de uitvoering van projecten, de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid. Ik kom daar straks bij een aantal projecten op terug. Maar voordat ik dat doe, heb ik een algemene vraag over de uitvoeringsproblemen met betrekking tot stikstof. Gaat het kabinet bij de uitvoering van wegen, maar ook bij de ov-infrastructuur, uit van de normering van 2030, het beleid van minister Van der Wal? Of gaan deze minister en het kabinet bij de begroting van Verkeer en Waterstaat uit van de normering 2035 ...

De voorzitter:

Meneer Rietkerk, mag ik u onderbreken? U heeft het steeds over de begroting van Verkeer en Waterstaat. Die staat niet op de agenda.

De heer Rietkerk (CDA):

Infrastructuur en Waterstaat.

De voorzitter:

Die wel. Gaat uw gang.

De heer Rietkerk (CDA):

Goed, Infrastructuur en Waterstaat.

De Eerste Kamer gaat onder meer over de uitvoering van projecten en de uitvoerbaarheid. Dat betekent dat ik daar straks op terugkom.

Dan de normering. De voorzitter corrigeerde mij als het ging om de woordvoering. Ik was bij de normering gebleven. Of gaat het kabinet bij deze begroting uit van de normering 2035, zoals in de Natuurbeschermingswet en de Omgevingswet staat? Is er zicht, vraag ik deze minister via de voorzitter, op een nationale uitvoeringsaanpak van de nationale infrastructuur, zoals de bouwvrijstelling in 2022?

Voorzitter. Vanuit onze Eerste Kamerfractie een aantal vragen over de uitvoering van projecten, veelal buiten de Randstad, in een aantal provincies. De provincie Brabant: de verbreding van de A58 en de A59, het knooppunt Hooipolder. Wat zijn exact de uitvoeringsproblemen bij het vertragen of pauzeren van deze projecten? Heeft het alleen met stikstofproblemen te maken of ook met andere?

Een tweede vraag gaat over de investeringen in de regio Eindhoven voor het vestigingsklimaat. Overigens staat het CDA daar van harte achter. Ziet deze minister bij de uitvoering van de investeringen ook nog problemen als het gaat om stikstof of menskracht?

Voorts een vraag over de ontwikkeling bij Barneveld: de A1-A30. Ik heb geen vragen over de bouwambitie, want die is er, maar wel vragen over de uitvoering omdat ook daar vertraging plaatsvindt, wellicht vanwege alleen stikstof maar wellicht ook andere zaken. Hoe gaat de minister hiermee om? Want het kabinet heeft die ambitie ook. Hetzelfde speelt eigenlijk bij Hoevelaken en het klaverblad.

Dan de provincie Overijssel. De N35 is al genoemd, van Wijthmen naar Nijverdal. Mooi dat de Tweede Kamer 94 miljoen heeft bijgeplust bij deze begroting. Dat hebben we kunnen lezen en kunnen meenemen. Onze vraag is: als het gaat om de uitvoering, geeft deze minister dan prioriteit aan de rondweg bij Mariënheem? We lezen dat de minister antwoordt: als het uitvoeringstechnisch mogelijk is met betrekking tot de stikstofregels. Wat betekent dit? Tot zover de vragen met betrekking tot de uitvoering van projecten en het stikstofvraagstuk.

Dan een vraag die speelt in Limburg, bij de uitvoering van beleid. Ik doel op de afsluiting van het Julianakanaal. De minister is daar volgens ons van op de hoogte. Kan de minister de garantie geven dat de zuidelijke route via België tijdens de uitvoering openblijft? Komt er een soort schaderegeling voor ondernemers die mogelijk schade hebben als gevolg van de uitvoering, bijvoorbeeld het bedrijf Chemelot? En kan de minister 24/7 uitvoeren in plaats van acht uur per dag? Want dan gaat het drie keer zo snel.

Voorzitter. Voorts heb ik een vraag die te maken heeft met de uitvoering bij de Afsluitdijk en het verbreden en verdiepen bij Kornwerderzand. Wat loopt er vast in de uitvoering? Kan de minister daar opheldering over geven? Dat is van belang voor Urk, Lelystad en de Port of Zwolle.

Ik kom op de uitvoeringsproblemen in het openbaar vervoer. Allereerst het knooppunt Meppel. Het is mooi dat er via een amendement van een aantal partijen 40 miljoen extra is opgeplust, bovenop de eerdere motie van het CDA uit 2022. Er is nu 75 miljoen voor het knooppunt Meppel. Wanneer is de uitvoering aan de orde, zo vraag ik aan de minister. Klopt het dat het negen jaar zal duren voordat er geïnvesteerd kan worden? Wat is de uitvoeringsplanning?

Mijn volgende vraag gaat over het ov dat nu nog via dieseltreinen over de lijnen rijdt. Het is onze ambitie om te elektrificeren. Ik denk dat dat ook de ambitie is van de minister, van het kabinet, en wellicht ook van een meerderheid van deze Kamer. In hoeverre helpt dat bij het oplossen van het stikstofprobleem? En hoe ziet de minister in dat licht de uitvoering van de Maaslijn en de lijn Enschede-Zwolle?

Voorzitter. Voordat ik afrond, heb ik nog drie wat algemenere vragen. Ik heb allereerst een vraag over de uitvoeringskracht, over uitvoering versus beleidsontwikkeling. Wat is de mening van de minister over het meer organiseren van uitvoeringskracht om daadwerkelijk dingen te doen, aan te leggen en te investeren en het minder ontwikkelen van beleid, van papier? Hoe ziet de minister die balans? Kan de minister ook iets zeggen over het meer waarderen van de uitvoering ten opzichte van de beleidsontwikkeling? Hoe zien wij dat terug in zijn begroting?

Ten tweede heb ik een vraag over de cofinanciering in de Randstadprovincies en de overige provincies. Is er een mechanisme dat de minister met ons kan delen wanneer medeoverheden mee moeten betalen aan verbindingen van nationaal belang? In diverse niet-Randstadregio's zou dat spelen in de vooroverleggen met het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Hoe past dat bij het rapport "Elke regio telt!"? Kan de minister toezeggen om een overzicht op hoofdlijnen te geven per provincie van de cofinanciering van medeoverheden met betrekking tot projecten van 2005 tot 2025?

Tot slot heb ik een vraag over aanbestedingen in algemene zin. De minister constateert met ons dat er sprake is van fors oplopende kosten. Dat schrikt het Nederlandse bedrijfsleven wellicht af. Klopt de trend die we in de laatste jaren zien, namelijk dat aanbestedingen nu vaak worden gewonnen door grotere buitenlandse concerns uit Duitsland, België en andere landen? De minister heeft al met ons gedeeld dat de inflatie helaas toeneemt, ook vanwege de oorlogssituatie in Oekraïne. Dat leidt tot de vraag: klopt het dat die grotere buitenlandse bedrijven vaak heel scherp aanbesteden en vervolgens winnen, waarna de kosten in de jaren daarna gigantisch oplopen en het Nederlandse bedrijfsleven het nakijken heeft? Hoe ziet de minister deze trend en kan hij daar zijn licht op laten schijnen?

Wij wachten de beantwoording van de minister graag af.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rietkerk. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Ik stel voor om te schorsen tot 16.00 uur. Lukt dat voor iedereen? Dat lukt.