Plenair Fiers bij behandeling Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen



Verslag van de vergadering van 5 maart 2024 (2023/2024 nr. 22)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.15 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Fiers i (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de ministers voor de uitgebreide beantwoording. Ik vond wel dat ze een bijzondere taakverdeling hadden; de ene minister had het goed geregeld. Ik zal mij daar verder niet mee bemoeien, maar het is wel opgevallen.

Volgens mij is er bij niemand in de Kamer twijfel over het feit dat er dreigingen zijn en dat Nederland doelwit is van cyberaanvallen van statelijke actoren. We hebben hier met elkaar het debat gevoerd over een aantal essentiële onderdelen van de wet. Op een paar daarvan wil ik nog even terugkomen. De minister reageerde een beetje geërgerd op het woord "sleepwet". Dat snap ik. Aan de andere kant gingen die wet en het referendum wel over de mate waarin er gericht gezocht werd naar data. We spreken hier vandaag over een tijdelijke wet die juist dat gerichtheidscriterium loslaat. Dat is dus niet zomaar een kleine aanpassing. Het is echt een stevige aanpassing die we hier vandaag doen, want met dat referendum is het gerichtheidscriterium juist van toepassing verklaard op de Wiv.

Ik had nog een vraag aan de minister gesteld waarop ik nog geen antwoord heb gehad. Hij zei: het gerichtheidscriterium kan eigenlijk niet in de verkenningsfase, omdat dat niet de aard van die hele verkenning is; dat kun je niet gericht doen. De evaluatiecommissie heeft een voorstel gedaan om het gerichtheidscriterium wel overeind te houden, met twee aanbevelingen. Ik zou graag van de minister horen wat hij van dat voorstel vindt.

Ik kom toch nog even terug op de mate waarin het toezicht in de verkenningsfase is geregeld. Wat we hier vandaag doen, is die verkenningsfase toevoegen. We zeggen: we gaan daar op een bepaalde manier mee om. Het gaat dan toch even over het toezicht. Aan de voorkant houdt de TIB toezicht. Dat doen zij op basis van het artikel dat ik in mijn eerste bijdrage heb geciteerd. Het gerichtheidscriterium wordt vervangen door artikel 6 lid 1 van de tijdelijke wet. Daarin staat dat de TIB in het kader van de rechtmatigheid moet toetsen of de data verzameld worden met het uitsluitende doel om vast te stellen op welke gegevensstromen een verzoek van toestemming betrekking dient te hebben. Dan hebben we het over artikel 48 lid 2 van de Wiv. Nou, dat is heel moeilijk allemaal. Maar als we de brief van de TIB lezen, dan zeggen zij: wij denken dat dit criterium eigenlijk betekent dat wij nooit kunnen zeggen dat het onrechtmatig is. Je kunt namelijk altijd zeggen: dit kunnen wij later voor inlichtingen gebruiken. Dat is dus een heel open norm. De TIB zegt: op basis daarvan kunnen wij aan de voorkant geen onrechtmatigheidsoordeel geven. Het is dus een soort wassen neus. Dat zijn even mijn woorden.

Vervolgens is de vraag: hoe ziet het toezicht eruit op het moment dat de TIB heeft gezegd dat het aan wet voldoet en dus rechtmatig is? Dan komen we bij de toetsing door de CTIVD. Mijn hele concrete vraag is: hoe ziet het toezicht er in de verkenningsfase uit na de toestemming van de TIB? Kan de CTIVD dan de analyse, al dan niet met algoritmes, stopzetten? Dat blijft de vraag. Dat zou namelijk toch betekenen dat de mate van toezicht juist in deze fase niet erg sterk is.

Ik heb in mijn eerste termijn een vraag gesteld over het volgende. De Raad van State en het College voor de Rechten van de Mens zijn vrij kritisch over de criteria die in de wet staan op basis waarvan onderbouwd kan worden dat de data langer bewaard worden. De regering zegt: dat is eigenlijk heel goed geregeld in de wet en wij voldoen precies aan de criteria van de Raad van State. Wij hebben dat alleen niet kunnen lezen in de criteria die in de tijdelijke wet staan. Dat betreft artikel 14ba. In de antwoorden die wij daarover hebben gekregen, verwijst de regering naar een tijdelijke regeling, een ministeriële regeling, over de verwerking van bulkdata. Daarvan zegt zowel de Raad van State als het College voor de Rechten van de Mens: neem die nou in de wet op als criteria, want dan is voor iedereen duidelijk op basis waarvan wordt besloten of die data bewaard kunnen blijven.

Dan tot slot, wat net ook al door de andere collega's werd gezegd. Wij nemen de antwoorden mee naar de fractie. We gaan er nog eens een paar nachtjes over slapen. We zullen uiteindelijk een oordeel vellen of deze wet voldoende in balans is en of alle belangen in voldoende balans met elkaar gewogen zijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Fiers. Dan is het woord aan de heer Doornhof namens het CDA.