Plenair Van Hattem bij behandeling Wijziging begrotingsstaten Justitie en Veiligheid 2023 (Miljoenennota)



Verslag van de vergadering van 21 november 2023 (2023/2024 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.43 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank, voorzitter. Dank aan de staatssecretaris voor de uitgebreide beantwoording. Ik heb toch nog wel een paar puntjes waar ik nog even op wil terugkomen. Ik had voor mijzelf een stuk of twaalf vragen geteld die ik in mijn spreektekst had staan.

Allereerst, de inspanningen van de staatssecretaris om de asielinstroom te stoppen. Nou, het is nog altijd onvoldoende, dus ik moedig hem ten zeerste aan om daar nog meer werk van te maken, ook in de korte tijd dat hij de heer Van der Burg in deze functie mag vervangen.

Dan de vraag of hij bereid is om de spreidingswet in te trekken. Hij is daar niet toe bereid. Hij zegt dat die wet nou eenmaal is ingediend, maar er worden wel vaker wetten ingetrokken die het kabinet heeft ingediend. Dat hebben we hier in de Eerste Kamer wel vaker meegemaakt. Ik heb eigenlijk geen goed argument gehoord voor waarom deze wet nu toch zou moeten worden doorgezet. Want wat moet nou echt de meerwaarde zijn van dit wetsvoorstel? Misschien dat hij daar in de tweede termijn nog op terug kan komen, want wat ons betreft wordt die wet zo snel mogelijk ingetrokken.

Dan had ik nog gevraagd naar de voorrang voor statushouders. Daarbij verwijst de staatssecretaris naar de minister van Binnenlandse Zaken. Voor een deel klopt dat natuurlijk ook, maar het hangt natuurlijk ook samen met de opgaves die het COA heeft. Want als we hier een debat over hebben met de minister van Binnenlandse Zaken — ik vraag hem dit ook regelmatig — dan komt hij weer met het verhaal van: ja, maar anders blijven de mensen langer in de azc's zitten en dan hebben we meer azc's nodig. De ministeries schuiven dit dus een beetje naar elkaar door, maar hier moet gewoon zo snel mogelijk paal en perk aan worden gesteld. Daarbij wil ik nog de opmerking maken dat de staatssecretaris aangeeft dat hij het vooral op lokaal niveau wil laten, maar het probleem is nou juist dat die huisvesting van statushouders een taak is die in medebewind bij de gemeenten ligt. Er is dus geen lokale bevoegdheid om er iets anders mee te doen. Vandaar ook mijn vraag of er op z'n minst transparantie kan worden betracht als daar afspraken over worden gemaakt.

Een niet-beantwoorde vraag is de vraag over de Provinciale Regietafels Asielopvang: kan daarin volledige transparantie worden betracht?

Ook mijn vraag waar de extra politieagenten voor de regio's blijven, is niet beantwoord. Daar is ook vanuit de burgemeesters in den lande namelijk nadrukkelijk om gevraagd.

Dan kom ik bij het punt over de contracten die het COA heeft. De staatssecretaris verwijst naar een schriftelijke beantwoording en zegt eigenlijk: "Daar kunnen we geen gehoor aan geven, want dan zou het allemaal nog duurder worden" et cetera. Maar het punt is dat we als parlement, als Tweede en Eerste Kamer, volledig onze controlerende taak moeten kunnen uitoefenen. Dan moeten we ook gewoon kunnen zien wat er speelt, zeker als er onregelmatigheden zijn. We hebben bij de artikelen in Het Financieele Dagblad kunnen zien dat er de nodige onregelmatigheden spelen rondom de opvang bij Van der Valk. En zeker met zo'n kritisch Rekenkamerrapport in het achterhoofd is het gewoon nodig dat wij over de beschikbare informatie kunnen beschikken. Daarom dien ik een motie in.

De voorzitter:

Door de leden Van Hattem, Van Strien, Faber-van de Klashorst en Bezaan wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet niet alle gevraagde informatie over het COA aan het parlement wil verstrekken omdat het COA een zbo-status heeft, de status van een zelfstandig bestuursorgaan;

overwegende dat het parlement zijn controlerende taak ten volle moet kunnen uitoefenen en dat de Staten-Generaal het recht op informatie hebben;

roept het kabinet op alle door het parlement gevraagde informatie over het COA te verstrekken, ongehinderd door de zbo-status van het COA,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter B (36435-VI).

De heer Van Hattem (PVV):

Voorzitter. Dan heb ik nog een vraag gesteld over de plaatsing van azc's in wijken. Ik heb het voorbeeld van Den Bosch aangehaald, waar ook de Rotterdamwet van kracht is. Ik krijg daar toch nog graag een reactie op van de staatssecretaris. Hoe kijkt hij ertegen aan dat er in een wijk die al zwak is, ook nog eens twee azc's komen? Misschien speelt dat ook wel op meer plaatsen in Nederland. Hoe verhoudt het zich tot zulk soort zwakke wijken als daar toch azc's, met alle problemen van dien, geplaatst kunnen worden? Daarbij moeten we zeker in het achterhoofd houden dat de staatssecretaris in zijn eerste termijn aangaf dat de kern van zijn beleid is: de lange termijn, maar ook draagvlak. We zien juist bij de plaatsing van deze twee azc's dat er helemaal niet is gekeken naar draagvlak. Er is gewoon een bekendmaking gekomen vanuit de burgemeester: er komen twee azc's in uw wijk. Vooraf is er geen overleg geweest of gekeken naar draagvlak. Hoe kijkt de staatssecretaris dus tegen zulk soort situaties aan in het kader van de Rotterdamwet en ten opzichte van zijn eigen uitgangspunt van draagvlak?

Voorzitter. Tot slot heb ik nog één motie, over het verhaal met de cruiseschepen. Die luidt als volgt.

De voorzitter:

Door de leden Van Hattem, Van Strien, Faber-van de Klashorst en Bezaan wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het COA voornemens is om 750 miljoen euro uit te trekken voor asielopvang op onder andere cruiseschepen;

overwegende dat deze luxe voor asielmigranten een aanzuigende werking heeft;

overwegende dat de huidige ongebreidelde asielinstroom de Nederlandse samenleving ontwricht;

roept het kabinet op het COA af te laten zien van zijn plan om 750 miljoen euro te besteden aan deze decadente asielopvangvoorzieningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter C (36435-VI).

De heer Van Hattem (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Tot zover mijn tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Mevrouw Van Toorenburg, wenst u het woord? Dat is niet het geval. Meneer Dittrich, wenst u nog het woord? Dat is niet het geval. Wenst een van de andere leden in tweede termijn nog het woord? Dat is het niet geval. Staatssecretaris, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.