Plenair Van Hattem bij behandeling (volledig)



Verslag van de vergadering van 7 november 2023 (2023/2024 nr. 06)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.23 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank, voorzitter. Ik heb geen kwartier schorsing gehad om mijn antwoord voor te bereiden, dus ik moet enigszins improviseren. Het betoog van de minister toont eigenlijk juist aan dat er op sommige punten wel degelijk sprake is van een ongelijke behandeling. Want hij zegt: ik verdedig het parkeerbeleid van Rotterdam en dat ze die boetes niet opleggen. Maar dan hebben we het over beleid dat al meer dan een jaar aan de gang is. Het is anders als het gaat om de eerste week of eerste twee weken, dan wanneer je na meer dan een jaar nog steeds geen boetes uitdeelt die je wel gewoon aan andere inwoners van Rotterdam uitdeelt. Ik kan er met de pet niet bij dat de minister over gelijke behandeling spreekt en tegelijkertijd dit beleid van de gemeente Rotterdam kan verdedigen.

Hetzelfde zien we bij de huurtoeslag. De minister zegt zelf: de vermogenstoets is lastig te controleren in een land als Oekraïne. Daar ligt nou net de crux. Als een gewone Nederlander huurtoeslag aanvraagt, moet hij aan alle kanten met de billen bloot om te laten zien dat hij niet boven de huurtoeslagnorm zit. Als je uit een land als Oekraïne komt, is het blijkbaar heel moeilijk om dat te controleren. Dan zit je zomaar met de situatie dat die mensen gewoon veel makkelijker huurtoeslag kunnen krijgen dan Nederlanders. In die zin is er dus geen sprake van gelijke behandeling.

Ik vraag dus nogmaals aan de minister: hoe kan hij verdedigen dat er sprake is van gelijke behandeling als Nederlanders wel streng gecontroleerd worden op de huurtoeslaggrens, maar de vermogenstoets voor Oekraïners gewoon slecht uitvoerbaar is? Gaat hij maatregelen nemen om het effectief te controleren? Daar heb ik ook naar gevraagd in mijn eerste termijn. Wat gaat hij precies doen om dit effectiever te maken? Want nu wordt het wel heel makkelijk om dit te doen. Het gaat nu misschien om een beperkt aantal gevallen, maar deze oorlog is niet van vandaag op morgen beëindigd. Ik vrees dat die nog heel lang gaat duren en dat in die tijd het aantal mensen dat hiervan gebruik gaat maken, verder zal stijgen.

Voorzitter. Ik kom op het punt over Purmerend. De minister heeft gezegd: we hebben flexwoningen nodig om verdringing te voorkomen. Maar er gaat wel degelijk exclusief voor Oekraïners een complex worden neergezet. Om het nog gekker te maken op het gebied van gelijke behandeling: waar Nederlanders gewoon huur betalen voor een woning, hoeven Oekraïners daar de eerste twee jaar geen huur te betalen, zo heb ik begrepen vanuit Purmerend. Dus die mogen ook nog eens een keer gratis wonen. En met alle respect voor de Oekraïners, ik neem het die mensen echt niet kwalijk, want als er een groep is die Nederland binnen is gekomen en die snel aan het werk gaat, zijn dat met name veel Oekraïense vrouwen die gewoon keihard werken en snel op de Nederlandse arbeidsmarkt komen en ook graag betalen voor voorzieningen. Maar het kan toch niet zo zijn dat dit op deze manier gratis wordt aangeboden en er dan nog gesproken wordt over gelijke behandeling, terwijl de gemiddelde Nederlander krom moet liggen om zijn huur te betalen? We zien dat een gemeente als Cranendonck onlangs heeft besloten om toch voor zulk soort voorzieningen huur te gaan vragen, ook al ging het daar om een laag, zeg maar gerust, symbolisch bedrag. Dus is de minister het met mij eens dat mensen, als ze hier worden opgevangen, gewoon naar rato moeten kunnen bijdragen en we ook niet te ruimhartig moeten zijn met allerlei regelingen waarbij we niet op vermogen kunnen controleren?

Ik heb nog een verschillend aantal andere vragen gesteld, onder andere over de kwestie rond het gelijkheidsbeginsel ten opzichte van andere groepen asielzoekers die misschien zullen zeggen: als die Oekraïense ontheemden het wel kunnen krijgen en wij niet, dan hebben wij er misschien ook wel recht op. In de schriftelijke beantwoording werd daarvan gezegd dat die kans daarop niet groot was. Ik hoor dus toch graag van de minister of die kans er niet is of dat die niet groot is. Er werd namelijk letterlijk gezegd: dit zijn geen gelijke gevallen.

Dan dien ik in deze tweede termijn nog een tweetal moties in. Allereerst de motie over geen precedent voor huurtoeslag asielzoekers.

De voorzitter:

Door de leden Van Hattem, Faber-van de Klashorst, Bezaan en Van Strien wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voor de groep ontheemden uit Oekraïne ook een asielaanvraag is ingediend;

constaterende dat ontheemden uit Oekraïne op grond van dit wetsvoorstel in aanmerking komen voor huurtoeslag;

overwegende dat onverkort duidelijk dient te zijn dat dit wetsvoorstel geen precedent schept voor andere groepen asielzoekers om in aanmerking te komen voor huurtoeslag;

spreekt uit dat op grond van dit wetsvoorstel andere groepen asielzoekers niet kwalificeren als gelijke gevallen en op deze basis niet in aanmerking kunnen komen voor huurtoeslag,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter E (36301).

De heer Van Hattem (PVV):

Dan heb ik nog een tweede motie, de motie over geen huurtoeslag derdelanders.

De voorzitter:

Door de leden Van Hattem, Faber-van de Klashorst, Van Strien en Bezaan wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de groep ontheemden uit Oekraïne voor een deel bestaat uit derdelanders, onder andere afkomstig uit landen in Afrika en het Midden-Oosten;

overwegende dat de officiële beschermingsstatus van deze derdelanders per 4 september jl. beëindigd zou worden, maar dat de staatssecretaris besloten heeft hangende het hoger beroep bij de Raad van State de verblijfsstatus van deze groep te bevriezen;

overwegende dat derdelanders geen aanspraak moeten kunnen maken op voorzieningen als huurtoeslag;

roept het kabinet op geen huurtoeslag voor Oekraïense ontheemden te verstrekken aan derdelanders,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter F (36301).

De heer Van Hattem (PVV):

Voorzitter, tot zover in tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? De heer Van Meenen niet, de heer Kemperman ook niet. Geen van de andere leden? Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.