Plenair Koffeman bij voortzetting behandeling Algemene Financiële Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 31 oktober 2023 (2023/2024 nr. 05)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.56 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ook dank aan de minister en de staatssecretarissen voor hun toelichting. De antwoorden van de bewindspersonen hebben de zorgen van mijn fractie niet helemaal weg kunnen nemen. Ik begon mijn betoog met de stelling dat financiële belangen ervoor zorgen dat principiële discussies over recht en onrecht niet of onvoldoende gevoerd worden. Dat zien we ook terug in de keuzes die het kabinet maakt in deze Miljoenennota en de afwegingen die daaraan ten grondslag liggen. De korte termijn wint het nog steeds van de lange termijn, de financiële belangen van de agrarische sector, de fossiele industrie en de luchtvaartindustrie wegen voor dit kabinet zwaarder dan armoedebestrijding, volksgezondheid, dierenwelzijn en klimaat, en studenten van de pechgeneratie moeten het vooralsnog zelf uitzoeken, terwijl zij met andere financiële keuzes prima geholpen zouden kunnen zijn.

Voorzitter. Ik wil een aantal van die punten nog wat nader uitdiepen, omdat ik daar de tijd voor heb. De staatssecretaris ging in zijn antwoorden over de situatie bij KLM eigenlijk uit van het gegeven dat KLM net als alle andere bedrijven in Nederland beoordeeld wordt, dat KLM geen uitzonderingspositie kent en dat het allemaal reuze meevalt. Dat is ook de strekking van de brief die de Kamer op 13 oktober van de minister heeft gekregen. Op 18 oktober is daar een reactie op gekomen van de staatsagent. Die oordeelt daar eigenlijk heel anders over. De staatsagent zegt dat het voor hem moeilijk te begrijpen is dat de afwegingen van het kabinet kennelijk gebaseerd zijn op onvolledige of onjuiste aannames, dat er sprake is van niet-naleving door KLM en dat die niet-naleving door het kabinet op onderdelen kleiner en kortdurender gemaakt wordt dan die feitelijk is. Anders dan bij andere bedrijven die van coronasteun gebruik hebben gemaakt, lijkt het erop dat de overheid het in het geval van KLM al mooi vindt als de voorwaarden ten minste deels worden nageleefd, zegt de staatsagent. Er zijn volgens de staatsagent meer handhavingsmiddelen beschikbaar dan door het kabinet overwogen. De staatsagent zegt ook dat de analyses van externe juridische adviseurs, in opdracht van de minister, deels gebaseerd lijken op onjuiste of onvolledige aannames en vooral gericht lijken op vermijding van enig formeel procesrisico, met alle onredelijke gevolgen van dien. De vervolgacties leveren geen perspectief op naleving van de nog relevante steunvoorwaarden op.

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

Ik deel deze vragen, maar puur procedureel: de heer Kroon, ik en anderen hebben vragen gesteld, gaan de staatsagent uitnodigen en gaan dan nog wellicht een keer debatteren met de minister. Het is dan dus kwetsbaar als we nu … Maar ik kan u niet tegenhouden; dat wil ik ook niet. De tijd is op, hè?

De heer Koffeman (PvdD):

Mijn tijd nog niet, gelukkig. Maar het is goed om even in perspectief te plaatsen dat de staatssecretaris zegt "er is niks aan de hand" en dat de staatsagent zeer recent heeft gezegd dat er van alles aan de hand is. In die zin probeer ik ook niet het gras voor zijn voeten weg te maaien, maar ik geef een korte samenvatting van de kritiek die hij heeft. Dat brengt me bij de volgende motie.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Visseren-Hamakers en Nicolaï wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat KLM de afgelopen decennia met massieve staatssteun overeind werd gehouden;

overwegende dat slechts een fractie daarvan terugvloeit in de staatskas;

overwegende dat de vermogenspositie van KLM zwak is;

overwegende dat de staatsagent heeft voorgesteld dat het kabinet een plan opstelt voor als de luchtvaartmaatschappij weer dreigt om te vallen;

overwegende dat er voor financiële instellingen in Nederland sinds de bankencrisis een "resolutieplan" ligt;

verzoekt het kabinet uiterlijk in de eerste helft van 2024 te komen met zo'n resolutieplan, waarbij verschillende scenario's worden uitgewerkt, waaronder het scenario om KLM in voorkomende gevallen niet langer te steunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter C (36410).

De heer Koffeman (PvdD):

Dan nog eventjes over het schoolfruit. Ik begrijp de uitleg van de staatssecretaris over het feit dat er sprake is geweest van een tijdelijke subsidie vanuit de EU en dat er niet vooruitgelopen kan worden op de toekomst daarvan. Dat begrijp ik heel goed. Maar er is vanuit dit huis en ook vanuit de Tweede Kamer een dringend verzoek gedaan om de btw op groente en fruit te verlagen. Dat zou een belangrijk onderdeel kunnen zijn. We krijgen heel veel geluiden uit de agrarische sector. Die zegt: wij kunnen dat schoolfruit niet meer leveren op deze voorwaarden. Het gaat om biologisch schoolfruit. Dat moeten ze voor €0,18 per stuk fruit kunnen leveren. Zij zeggen: het lukt ons niet meer. Ik doe een dringend beroep op de collega's van de BBB om ook voor die fruittelers in de bres te springen en te voorkomen dat er nu Pools schoolfruit moet worden geïmporteerd omdat het Nederlandse fruit niet meer betaalbaar is. Daarom heb ik de volgende motie.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Visseren-Hamakers en Nicolaï wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de verstrekking van schoolfruit onder druk staat doordat de vergoeding voor fruittelers verlaagd dreigt te worden en de btw op groenten en fruit nog onverminderd hoog is;

verzoekt het kabinet met klem de btw op groenten en fruit zo snel mogelijk te verlagen en de subsidie voor schoolfruit in stand te laten, en die maatregel te bekostigen uit onderuitputting van de landbouwbegroting,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter D (36410).

De heer Koffeman (PvdD):

Dan heb ik nog een motie over de pechgeneratie. Wij hebben hier in dit huis eerder ook een motie aangenomen om aan te geven dat de pechgeneratie echt tussen wal en schip valt en dat het een grote groep studenten en ex-studenten raakt. Die motie is vooralsnog niet uitgevoerd door het kabinet, omdat het zei dat er helaas geen voorstel tot dekking in zit. Daarom heb ik de volgende motie.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Visseren-Hamakers en Nicolaï wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de "pechgeneratie" van studenten die noodgedwongen hebben moeten lenen onder het "sociaal leenstelsel", niet toereikend is voorgelicht over de risico's van rentestijging en de moeilijkheid van het afsluiten van een hypotheek naast hun studielening;

overwegende dat de dreigende verhoging van de rente op studieleningen de "pechgeneratie" verder zou duperen;

verzoekt de regering te komen met voorstellen om het schuldenleed van studenten uit de "pechgeneratie" drastisch te verkleinen, de financiering daarvan te vinden in een versnelde afschaffing van fossiele subsidies, en de Kamer daarover binnen drie maanden te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter E (36410).

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. Dan nog eventjes over de limonadetaks.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Visseren-Hamakers en Nicolaï wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de heffing van een verbruikersbelasting op plantaardige dranken zonder toegevoegde suikers niet te rijmen valt met het achterwege laten van zo'n heffing op bijvoorbeeld chocolademelk met toegevoegde suikers;

overwegende dat een van de doelstellingen van de limonadetaks was dat een gezonder leefpatroon gestimuleerd moest worden;

verzoekt de regering de voorstellen zodanig aan te passen dat dranken zonder toegevoegde suikers niet langer onder de verhoogde heffing zullen vallen, en de Kamer daarover binnen drie maanden te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter F (36410).

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. Een laatste motie.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Visseren-Hamakers en Nicolaï wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Deskundigenberaad Zoönosen (DB-Z) in een advies aan het kabinet stelt dat gemengde boerderijen waar bijvoorbeeld varkens en kippen gehouden worden "onwenselijk" zijn;

overwegende dat volgens de voorzitter van het DB-Z "de kans bestaat dat als een varken gelijktijdig besmet wordt door een varkensvirus en een vogelgriepvirus, dat dan een mengeling ontstaat van die virussen wat leidt tot een gevaarlijke nieuwe virusvariant";

verzoekt de regering het advies van DB-Z zo spoedig mogelijk om te zetten in beleid ter voorkoming van nieuw pandemische dreigingen en de financiële consequenties daarvan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter G (36410).

Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is het woord aan de heer Baumgarten namens JA21.