Plenair Bezaan bij voortzetting behandeling Uitbreiding sluitingsbevoegdheid burgemeester en gezaghebber ter handhaving van de openbare orde



Verslag van de vergadering van 10 oktober 2023 (2023/2024 nr. 03)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.01 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bezaan i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording van de vragen. Met dit wetsvoorstel wordt de gereedschapskist ter handhaving van de openbare orde door burgemeesters en gezagsdragers uitgebreid met twee uitsluitingsgronden. Ik zei het al eerder dat dit wat mijn fractie betreft een goede zaak is. De PVV-fractie zal dan ook voor dit wetsvoorstel stemmen.

De politie krijgt de afgelopen taken steeds meer taken op haar bord. Gezien het toenemend aantal beschietingen van woningen en ontploffingen bij woningen zullen de uitvoeringslasten van de politie met de aanname van deze wet ook toenemen. Het lijkt me dan ook niet meer dan redelijk dat de politie daar ook voor gecompenseerd wordt. Daarom dien ik de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Bezaan, Faber-van de Klashorst, Van Strien, Van Hattem, Van Bijsterveld, Dessing en Griffioen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat:

  • er behoefte bestaat aan extra bestuurlijke instrumenten om in bepaalde situaties de openbare orde te handhaven en te herstellen;
  • hierbij een belangrijke rol voor de politie is weggelegd;
  • de politie op dit moment al te kampen heeft met capaciteitsproblemen;

overwegende dat:

  • er momenteel slechts een grove en vrij conservatieve inschatting is gemaakt van de toename van het verwachte aantal woningsluitingen op grond van dit wetsvoorstel;
  • gezien de recentelijke toename van het aantal beschietingen en ontploffingen bij woningen het wetsvoorstel meer operationele en personele gevolgen voor de politie zal hebben dan thans wordt verwacht;

verzoekt de regering om binnen de begroting extra ruimte te reserveren voor de politie, zodat de politie aan deze uitvoeringstaken kan voldoen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter D (36217).

Was u nog niet helemaal aan het einde van uw betoog?

Mevrouw Bezaan (PVV):

Nee, nog niet.

De voorzitter:

Maakt u uw betoog dan even af.

Mevrouw Bezaan (PVV):

Voor de dekking van de motie zijn er wat mij betreft drie mogelijkheden. De begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid bevat de post "nog onverdeeld" met een bedrag ter hoogte van een kleine 265 miljoen euro. Mocht dat onverhoopt niet lukken, dan kan er uitgeweken worden naar het Nationaal Groeifonds, al is dat de laatste tijd wel erg populair. En anders kan er altijd nog een beroep worden gedaan op het stikstoffonds, zoals dat in de volksmond wordt genoemd. De Tijdelijke wet transitiefonds landelijk gebied en natuur is controversieel verklaard. Dat geld kan dan mooi voor een deel naar de politie.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bezaan. De heer Dittrich.

De heer Dittrich i (D66):

Ik heb toch een vraag over waar het geld vandaan moet komen. Ik hoorde mevrouw Bezaan zeggen: binnen de begroting. Vervolgens haalt zij het stikstoffonds aan. Dat lijkt me niet binnen de begroting van Justitie en Veiligheid te liggen. Mijn eerste vraag is: klopt dat?

Mevrouw Bezaan (PVV):

Nee, want ik heb het gehad over de begroting. Ik heb het niet gehad over de begroting van Justitie en Veiligheid in een motie. Ik heb dat pas in mijn toelichting gezegd als een van de drie mogelijkheden. Ik kom niet uit een ei, meneer de senator.

De heer Dittrich (D66):

Laat ik het dan als volgt formuleren. Als het binnen de begroting moet en u geeft drie voorstellen aan die weinig relatie hebben met de politie, dan is toch mijn vraag hoe dat dan met die andere begrotingen, onder het kopje rijksbegroting, is besproken en hoe dat daar dan wordt verdeeld. Wat voor gaten vallen er als we uw voorstel zouden volgen?

Mevrouw Bezaan (PVV):

Volgens mij heb ik drie mogelijkheden genoemd. Eén mogelijkheid is de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het lijkt me dat daar wel een relatie mee is. In deze begroting staat de post "nog onverdeeld". Dat is, zoals ik eerder al zei, een post van een kleine 265 miljoen euro. Kijken of daar wat te halen valt, lijkt mij de eerste stap om te zetten. De post is nog onverdeeld, dus ik zou op dit moment ook niet kunnen zeggen waartoe dat verdeeld moet worden, want dat is niet mijn taak.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Dittrich.

De heer Dittrich (D66):

Tot slot heb ik nog de volgende vraag. De minister heeft toegezegd dat er een invoeringstoets komt om te kijken waar de knelpunten zitten als we dit wetsvoorstel hebben ingevoerd. Is het dan niet logisch dat we eerst wachten op informatie van de politie over waar eventuele knelpunten zitten, zodat we die hier dan afgewogen kunnen bespreken, in plaats van voordat het wetsvoorstel in werking is getreden, al andere begrotingsonderdelen aan te wijzen?

Mevrouw Bezaan (PVV):

Dat ben ik niet met u eens. De politie heeft in haar brief, die u ongetwijfeld zelf ook heeft gelezen, aangegeven dat ze veel extra werkzaamheden verwacht met de invoering van dit wetsvoorstel. Ze hebben het over vier dagen per sluiting. Dat gaat over administratief personeel, maar ook over personeel dat daadwerkelijk de uitvoering moet gaan doen. Dat gaat sowieso gebeuren. Daarnaast is er wat de politie betreft uitgegaan van een ondergrens van 30, terwijl dat door de regering eigenlijk als standaard werd gezien. Het laatste jaar is er een substantiële stijging geweest — ik druk me heel timide, heel laag, heel voorzichtig …

De voorzitter:

Terughoudend.

Mevrouw Bezaan (PVV):

… terughoudend uit — in het aantal beschietingen, bommen en andere ellende die hebben plaatsgevonden; vanmorgen nog in Utrecht. Het is helaas veel meer toegenomen dan het geval was op het moment dat dit wetsvoorstel geschreven werd.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bezaan. Dan is het woord aan mevrouw Van Toorenburg namens het CDA.