Plenair Otten bij behandeling Wet toekomst pensioenen



Verslag van de vergadering van 22 mei 2023 (2022/2023 nr. 32)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.13 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. In tegenstelling tot mevrouw Oomen van het CDA, de heer Rosenmöller van GroenLinks, de heer Van Ballekom van de VVD, mevrouw Moonen van D66 en de heer Crone van de PvdA heb ik geen enkele bemoeienis met pensioenfondsen en heb ik in het verleden ook nooit enige bemoeienis met pensioenfondsen gehad. Het lijkt me goed om dat als eerste te melden, als disclaimer. En misschien ben ik nog mensen vergeten — dat kan natuurlijk altijd — maar dan kan ik daar in de tweede termijn nog op terugkomen.

Voorzitter. Dit is de pensioenwet, met de memorie van toelichting een bijzonder complexe wet. Het motto in deze Kamer lijkt te zijn: het is een slecht plan, maar we doen het toch. Dat is de conclusie die we tot nu toe in dit debat in de Eerste Kamer over de Wet toekomst pensioenen kunnen trekken.

De Nederlandse bevolking heeft ontstellend lage verwachtingen van de Nederlandse politiek. Cynische politici weten dat ook en denken: nu jassen we deze pensioenwet nog maar even snel door deze Eerste Kamer; veel lager kan het vertrouwen in de politiek toch niet worden. Ze denken: veel kiezers vinden het allemaal erg ingewikkeld en zullen het uiteindelijk wel morrend accepteren. Dat is, denk ik, ook een correcte aanname. Voor velen is het pensioen helaas een ver-van-mijn-bedshow. De kiezers hebben helaas op dit moment ook geen echt goed electoraal alternatief dat hoop biedt op concrete en deskundige verandering.

Veel werkende Nederlanders hebben trouwens überhaupt geen pensioen, zoals de miljoenen zzp'ers. Ik kan daarover meepraten, want ik heb ook geen noemenswaardig pensioen, omdat ik al twintig jaar voor mezelf werk en daarvoor in het buitenland actief was. Ik zit net als veel anderen die voor zichzelf werken, ook helemaal niet te wachten op een pensioenplicht, zoals de heer Van Gurp van GroenLinks vanochtend nog bepleitte. Veel zzp'ers regelen dit liever zelf in plaats van een verplichte deelname aan pensioenfondsen. Veel zzp'ers kunnen de hoge kosten van dure pensioenpremies ook helemaal niet doorberekenen aan hun klanten. Ze worden meteen werkloos als ze dat wel zouden doen. Dat nog als praktisch probleem daarbij.

Voorzitter. Op zich zijn er best bezwaren tegen het huidige pensioenstelsel aan te voeren. Wij zijn ook niet per se tegen een modernisering van het huidige pensioenstelsel. Maar die moet niet op deze manier gebeuren, en met name niet via het zogenaamde "invaren", zoals voorgesteld in de Wet toekomst pensioenen. Bestaande pensioenafspraken van 10 miljoen Nederlanders — dat is 60% van de Nederlandse bevolking — worden op vrij willekeurige wijze ingevaren in het nieuwe stelsel. Iedereen krijgt daarbij een eigen potje met een andere beleggingsmix, de zogenaamde asset allocation, afhankelijk van het leeftijdscohort waarin de pensioengerechtigde zich bevindt. Nog afgezien van de vraag of het juridisch mogelijk is om opgebouwde rechten op grond van een pensioenovereenkomst eenzijdig te wijzigen, zoals waarin deze wet voorziet, wordt dit bovenal een ware uitvoeringsnachtmerrie van ongekende proporties, waarbij de toeslagenaffaire nog gaat verbleken.

Voorzitter. Ook de Raad voor de rechtspraak waarschuwt hiervoor. Als slechts 1% van de 10 miljoen pensioengerechtigden in rechte bezwaar gaat maken tegen het invaren, hebben we al met 100.000 rechtszaken te maken. Dat kan de rechterlijke macht niet aan, waarschuwt de Raad voor de rechtspraak. De Raad voor de rechtspraak brengt daarbij ook de Dexiaclaims in herinnering, waarbij 24.000 mensen bezwaar aantekenden bij de rechter tegen de zogenaamde "Duisenbergregeling", waardoor de gerechtelijke instanties totaal overbelast raakten en ontspoorden. Men merkt nu, vijftien jaar na dato, nog steeds de naweeën daarvan in de rechtspraak. Nota bene de Raad voor de rechtspraak waarschuwt voor uitvoeringsproblemen, terwijl het toetsen van wetten op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid volgens veel partijen juist een van de kerntaken is van deze Eerste Kamer. Het is de wereld op z'n kop.

Voorzitter. Ik ben nu ruim zes jaar actief in Den Haag. Steeds vaker vragen willekeurige mensen mij, op straat en waar ik mensen tegenkom: waarom gaat dit toch allemaal zo in Den Haag? En: waar zijn die mensen toch mee bezig? Sommigen zien zelfs allerlei complotten, maar als ik mensen dan uitleg dat de belangrijkste oorzaak voor de problemen een mix van incompetentie en netwerkcorruptie is, kijken ze me soms wat glazig aan. Maar dat is het: incompetentie van tassendragers die door gekonkel bij de partijtop op een verkiesbare plek terecht zijn gekomen en blind aan het handje lopen van allerlei deelbelangen, waar men bijbanen of goede connecties heeft. Het algemeen belang is het kind van de rekening.

We zagen dat bij mevrouw Oomen, die al sinds 2014 in het bestuur van een pensioenfonds zit en daar als taak heeft toe te zien op het belang van de gepensioneerden, en die daarvoor al bijna tien jaar €34.000 per jaar ontvangt. Dat is meer dan ze hier verdient, in de Eerste Kamer. Daarom vroeg ik dus ook waar haar loyaliteiten liggen. Paul Rosenmöller, van GroenLinks, zit in het bestuur van het ABP en verdient daar per jaar €90.000. Voor hem geldt hetzelfde verhaal, al is GroenLinks wel zo slim om hem niet de woordvoerder te laten zijn bij deze Wet toekomst pensioenen.

Deze complexe wet is vooral bedacht door de polder, in achterkamertjes en tussen sociale partners. Politici volgen de polder in plaats van dat zij zelf de lijnen uitzetten. Bij het Klimaatakkoord ging het al precies zo: de meeste politici hadden niet echt een goed benul van waar het allemaal over ging en wat de consequenties waren voor de Nederlanders, maar voorzagen het toch wel even van een stempeltje en maakten het tot wet. De deelbelangen in Nederland zijn in hun nopjes met zo'n parlement, dat alles wat zij uitgedacht hebben, braaf van een stempeltje voorziet. De enige partij die niet aan de klimaattafels zat en niet in de pensioenpolder aan tafel zat, is de kiezer.

Voorzitter. Er is vandaag al veel gezegd over dit wetsvoorstel. Vooral de heer Van Rooijen heeft alle bezwaren tegen deze wet haarscherp uitgebreid aan de orde gesteld in zijn, ik mag wel zeggen beste, bijdrage die ik hier tot nu toe ooit van hem heb gehoord. Het is dan ook zeer verdiend dat de heer Van Rooijen vanuit de Eerste Kamer vanmiddag meteen zijn zetels in de peilingen voor de Tweede Kamer verdubbelde. Onze felicitaties aan de heer Van Rooijen voor deze prestatie van formaat.

De heer Kox maakte een uitermate scherp punt vanmiddag met zijn observatie dat artikel 63 van de Grondwet op deze Wet toekomst pensioenen van toepassing is, omdat deze wet ook gevolgen heeft voor de Wet APPA, voor politieke ambtsdragers. Overigens zeg ik erbij dat Eerste Kamerleden geen pensioen krijgen en ook geen wachtgeld. Ik geloof dat alleen de Voorzitter een pensioentje krijgt. Het gaat met name over Tweede Kamerleden, wethouders, burgemeesters et cetera. Artikel 63 van de Grondwet is bijzonder duidelijk. Als er iets wijzigt in de geldelijke voorzieningen van leden van de Staten-Generaal, dan moet ook de Eerste Kamer met ten minste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen deze Wet toekomst pensioenen aannemen, zeker omdat dit in 2013 bij een soortgelijke wijziging ook speelde. Wij staan volledig achter de interpretatie van de heer Kox, die volgens mij in dit geval de enige juiste is.

Voorzitter. Er zijn vandaag heel veel goede vragen gesteld aan de minister voor Armoede. Wij gaan die nu allemaal weer niet overdoen. De vragen die bij ons leven, zijn allemaal al gesteld. Wij zien dan ook uit naar de beantwoording van de minister op de vragen vanuit de Eerste Kamer over de Wet toekomst pensioenen. Ik neem de mij resterende spreektijd graag mee naar de tweede termijn morgen.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van Strien namens de PVV.