Plenair Faber-van de Klashorst bij voortzetting behandeling voorstel tot herziening van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer



Verslag van de vergadering van 9 mei 2023 (2022/2023 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.03 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dank u, voorzitter. Ten eerste wil ik de commissie nogmaals bedanken, en in het bijzonder de voorzitter van de commissie. Want ga er maar aan staan om al die vragen te beantwoorden in zo'n kritische Kamer. Dus chapeau daarvoor! Ik wil de collega's toch ook wel complimenteren voor hun kritische inbreng. Heel goed! Ik denk dat we een mooi debat hebben gevoerd. Ik ga dat ook niet overdoen, want iedereen hier kent wel de standpunten van de PVV.

Er zijn een paar kleine dingen die ik nog wel even wil aanstippen. Dat betreft allereerst de ordemaatregelen. Wij zijn nog steeds van mening dat je hier gewoon de zaken moet kunnen benoemen, want dat komt het debat alleen maar ten goede.

Een ander punt is het wel of niet hiernaartoe komen, het digitale quorum. Kijk, je bent gewoon Kamerlid. Laten we hier gewoon naartoe komen. Daar worden we ook voor betaald. We zijn gekozen door onze kiezers, dus dat moeten we gewoon doen. Als je het te veel vindt om drie uur te rijden om hiernaartoe te komen en dan weer drie uur terug, moet je, denk ik, niet op een kieslijst gaan staan. Maar die overweging maakt iedereen zelf.

Ik heb in de eerste termijn een motie ingediend. Ik heb gezien dat het kunnen indienen van een motie in een eerste termijn dus echt wel een voordeel heeft, want er waren wat kritische opmerkingen. Dat is allemaal prima. Ik wil dus eigenlijk bij dezen aangeven dat ik de motie op de letter D intrek. Maar ik ga u natuurlijk verrassen, want ik laat het daar niet bij. Ik trek de motie in, maar ik kom ook met een nieuwe.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Faber-van de Klashorst c.s. (CLVI, letter D) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Gaat u verder.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Klopt, dat is juist. Dank u wel, voorzitter. Na alles wat we hier in het debat hebben gezegd, heb ik de motie gewijzigd. De motie luidt nu als volgt.

De voorzitter:

Door de leden Faber-van de Klashorst, Van Strien, Van Hattem, Ton van Kesteren en Bezaan wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat tijdens het plenaire debat het spreken over feiten betreffende het functioneren van personen door enkele leden als ongewenst wordt ervaren als deze personen niet fysiek aanwezig zijn, zelfs als deze feiten worden benoemd in het maatschappelijke en publieke debat;

constaterende dat in dat geval de voorzitter de woordvoerder tot de orde roept;

overwegende dat het niet zo kan zijn dat feiten die genoemd worden in het maatschappelijke en publieke debat, niet ingebracht kunnen worden door een Kamerlid tijdens beraadslagingen in de senaat;

is van oordeel dat feiten die benoemd worden in het maatschappelijke en publieke debat, ook benoemd kunnen worden tijdens de plenaire debatten, ook al betreft dit personen die niet aanwezig zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter P (CLVI).

Is de motie ondertekend?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Dat is mooi. Wordt de indiening van de motie voldoende ondersteund? Dat is het geval. Dan maakt de motie deel uit van de beraadslaging.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dank u wel. Ik laat het natuurlijk niet bij een motie. Ik heb ook nog wat amendementen.

Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: artikel 38, lid g, luidende "de Kamer voor te stellen een of meer rapporteurs te benoemen voor een complex wetsvoorstel of een ander complex onderwerp" te schrappen en artikel 40 te schrappen. De toelichting is: artikel 38 gaat over bevoegdheden van de commissies. Door lid g te schrappen krijgen de commissies niet de bevoegdheid om een of meer rapporteurs te benoemen voor een complex wetsvoorstel of een ander complex onderwerp. Hierdoor wordt artikel 40 overbodig.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een iets andere procedure bij amendementen. Dat doen we niet zo vaak, maar ik verzoek u het amendement naar de Griffie te mailen. Dan wordt het vanzelf in behandeling genomen.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ja, dat ben ik natuurlijk niet gewend. Oké.

De voorzitter:

Eens is de eerste keer.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dat klopt. Het zal ook wel de laatste keer zijn, want volgens mij krijgen we voorlopig wetsvoorstellen. Maakt niet uit. Dank u wel voor de tip.

Dan heb ik het volgende amendement. Het volgende amendement betreft het schrappen van artikel 52, lid 2, luidende "Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de Kamer bij afzonderlijke regeling bepalen dat leden die aan de vergadering wensen deel te nemen, dit ook op digitale wijze kenbaar kunnen maken, zonder aanwezig te zijn in het Kamergebouw". Toelichting: door lid 2 te schrappen, biedt het RvO niet automatisch een basis voor een digitaal quorum. Alstublieft.

Het volgende amendement betreft het schrappen van artikel 66, lid 4, luidende: "Een lid kan gedurende zijn eerste termijn geen moties indienen, tenzij de Kamer daarvoor verlof geeft". Toelichting: een Kamerlid heeft een eigen mandaat en is onafhankelijk. Een meerderheid van de Kamer dient dan ook niet het mandaat van een Kamerlid te beperken. Het Kamerlid moet uiting kunnen geven aan de eigen politieke wens. Alstublieft.

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: te schrappen artikel 66, luidende "Een motie kan alleen in behandeling worden genomen indien zij door ten minste vier andere leden medeondertekend is of de indiening door ten minste vier andere leden ondersteund wordt. Toelichting: een Kamerlid heeft een eigen mandaat en is onafhankelijk. Ieder Kamerlid dient dan ook de mogelijkheid te hebben om een motie in te dienen, losstaande van ondertekening of ondersteuning van andere Kamerleden.

Het volgende amendement gaat over het schrappen van artikel 71, lid 1, luidende: "Het gebruik van beledigende en bedreigende uitdrukkingen". Het amendement stelt voor om artikel 71, lid 1b te wijzigen van "ondanks een vermaning als bedoeld in artikel 71 doorgaat met het gebruik van beledigende en bedreigende uitdrukkingen, het verstoren van de orde, het betuigen van instemming met of het aansporen tot onwettige handelingen, dan wel het schenden van een plicht tot geheimhouding of tot het betrachten van vertrouwelijkheid" in "ondanks een vermaning als bedoeld in artikel 71 doorgaat met het verstoren van de orde, het betuigen van instemming met of het aansporen tot onwettige handelingen, dan wel het schenden van een plicht tot geheimhouding of tot het betrachten van vertrouwelijkheid". Toelichting: regels dienen objectief te zijn. Beledigen is subjectief en kan leiden tot verschillende interpretaties met het risico op willekeur. Bedreigingen zijn deels subjectief. Voor het objectieve gedeelte wordt al voorzien in het strafrecht. Alstublieft.

Dan nog eentje. Het amendement stelt voor artikel 75 in zijn geheel te schrappen. Toelichting: "Artikel 75: 1. Tegen beslissingen van de Voorzitter ingevolge artikel 70 tot en met 72 staat geen beroep van de Kamer open. 2. Inzake de beslissingen van de Voorzitter ingevolge artikel 73 en 74 kan ieder lid direct na mededeling van de beslissing een besluit van de Kamer vragen. De Kamer besluit onmiddellijk en bevestigt of verwerpt het oordeel van de Voorzitter. Over het oordeel wordt niet beraadslaagd." Lid 1 heeft tot gevolg dat, indien de Voorzitter een lid het woord ontneemt of een lid schorst voor de betreffende beraadslaging, geen beroep mogelijk is. Het is ongewenst dat bij een dergelijke sanctie een Kamerlid geen verweer kan geven. Lid 2 heeft tot gevolg dat, indien de Voorzitter een Kamerlid verbiedt een vergadering bij te wonen of besluit dat een Kamerlid het Kamergebouw dient te verlaten, over deze handeling niet beraadslaagd kan worden. Het kan niet zo zijn dat de primus inter pares bevoegd is tot dergelijke vergaande maatregelen zonder de mogelijkheid tot beroep en beraadslaging. Alstublieft.

Dan artikel 76. Het amendement stelt voor te wijzigen: "De artikelen 69 tot en met 72 en 75 eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op vergaderingen van de commissies, waarbij voor "de Voorzitter" kan worden gelezen "de commissievoorzitter" en voor "de Kamer" "de commissie"" in "de artikelen 69 tot en met 72 zijn overeenkomstig van toepassing op vergaderingen van de commissies, waarbij voor "de Voorzitter" kan worden gelezen "de commissievoorzitter" en voor "de Kamer" "de commissie". Toelichting: door middel van artikel 75 kan de commissievoorzitter een Kamerlid het woord ontnemen en uitsluiten van de commissievergadering betreffende die beraadslaging zonder mogelijkheid tot beroep. Een beroep op een dergelijk zware maatregel, genomen door een commissievoorzitter, dient mogelijk te zijn.

Dan ben ik bij het laatste amendement: "Schrappen artikel 80, lid 5, luidende: het derde lid is van overeenkomstige toepassing op de besluitvorming over voorstellen van orde als bedoeld in artikel 62, tweede lid." De toelichting luidt: "Artikel 80 lid 5 geeft bevoegdheid aan de voorzitter om het moment van besluitvorming over voorstellen van orde te bepalen. Dit terwijl het gewenst is dat er direct gestemd wordt over een voorstel van orde." Dat was de laatste.

Dan ben ik aan het eind van mijn inbreng. Ik dank u nogmaals voor uw aandacht.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Faber. Dan is het woord aan de heer Dittrich namens D66.