Plenair Rietkerk bij voortzetting behandeling van het conceptbesluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 7 maart 2023 (2022/2023 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.36 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rietkerk i (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank ik de minister voor het geven van de antwoorden. Daarbij past op dit moment ook een woord van dank aan de adviseurs, de ambtenaren en de ondersteuning, die ook veel werk hebben verzet.

Twaalf jaar wetten voorbereid, zeg ik vooral richting de Fractie-Otten. We hebben twaalf jaar veel voorbereiding en behandeling van aanvullende wetten gehad die steeds met grote meerderheden zijn aangenomen. Rondom het ontwerp-KB zijn terecht vele vragen gesteld, niet tien of twintig, maar vele malen meer, als het gaat om het debat dat we nu voeren. Ik denk dat we de collega's uit de Tweede en Eerste Kamer tekortdoen door het met een vluggertje af te doen of met andere woorden. Ook het bedrijfsleven en het mkb, waar de heer Otten en anderen vaak voor opkomen, hebben een duidelijk signaal gegeven, samen met de andere al genoemde overheden.

Uiteindelijk ligt er een politiek-bestuurlijke afweging voor. Ik heb van de minister drie toezeggingen gehoord in de eerste termijn. Dank daarvoor. Een toezegging ging over de integrale testomgeving. De minister heeft het een extra integrale ketentestomgeving genoemd. Dank daarvoor.

Daarnaast hebben wij een toezegging gevraagd om bij IKT-4 opnieuw te testen op het punt van het tijdreisbaar zijn, want een aantal objecten waren daar nog niet in meegenomen. Het is een heel goed idee om een vertegenwoordiging van de Raad van State daarbij te betrekken. Ook daar danken we de minister voor.

Dan de derde en laatste toezegging, als het gaat om de uitvoeringskracht van het omgevingsbeleid. Het voorstel van de CDA-fractie om te verkennen welke taak of rol aan de regeringscommissaris gegeven kan worden — een soort omgevingscommissaris — ook in afstemming met medeoverheden, is mooi. We zien met belangstelling uit naar wat die verkenning door de minister, in afstemming met gemeenten, provincies en waterschappen, gaat betekenen. Een suggestie van ons zou zijn om de uitvoeringskracht die georganiseerd is in relatie tot de deltacommissaris, die destijds ook een integrale gebiedsontwikkelende opgave had, daarbij te betrekken.

Gelet op de tijd sluiten we op het thema communicatie aan bij mevrouw Klip van de VVD-fractie.

Tot slot nog drie vragen. Allereerst het DSO. Er is een debat geweest en in de eerste termijn heeft onze fractie ingebracht dat er echt behoefte is aan een directe, kenbare verwerking in het DSO van wijzigingen in omgevingsplannen et cetera, die het gevolg zijn van uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak. Ik heb de minister gevraagd wat de oplossing is voor deze zorg. Er is volgens mij een brief toegezegd aan de Kamer. Ik zou eigenlijk willen vragen om die brief uiterlijk vrijdag al te hebben. De minister kan aangeven of dat lukt of niet lukt, maar als het weer een week duurt, lopen we weer het risico dat er opnieuw een debat kan ontstaan. Er moet op een gegeven moment ook duidelijkheid ontstaan. Wat ons betreft is die duidelijkheid in een aantal dagen te geven.

Dan de tweede vraag, over de implementatie en de kosten. Duidelijk is dat de kosten er bij de Voorjaarsnota 2023 komen. Dat heeft mevrouw Kluit ook aangegeven. Overige zaken voor juli; meerjarige kosten in het najaar, in de begroting 2024. Maar die vijf jaar extra ondersteuning, zo vraag ik, waar komen die meerjarige kosten terecht? In de begroting of elders?

Mijn laatste vraag heeft te maken met de MER en de MER'en. Die zijn nodig bij de omgevingsvisie en de omgevingsplannen. Kan de minister aangeven of de jaarlijkse monitoring en de evaluatiecommissie jaarlijks in beeld kunnen brengen hoe medeoverheden hiermee omgaan? Dan kunnen wij daar een beeld van krijgen. Soms kan dat namelijk ook integraal onderdeel zijn van een visie. Dan heb je geen aparte milieueffectrapportage nodig. Dat heeft de voorkeur van de CDA-fractie, want dat is nog beter.

Tot slot. Wij hebben als CDA-fractie niet meegetekend met de moties die ingediend zijn, alhoewel een aantal moties sympathiek zijn. Wij wachten de reactie van de minister af om te beoordelen of aansporing nodig is of dat er gewoon klip-en-klaar een toezegging komt. Namens de CDA-fractie heb ik zowel in mijn eerste als tweede termijn de randvoorwaarden genoemd in dit debat. Mijn fractie zal komende dinsdag de politiek-bestuurlijke weging maken voor de stemming van volgende week. Daarvoor zal ik overigens positief adviseren.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rietkerk. Dan is het woord aan de heer Van der Linden namens de Fractie-Nanninga, mede namens de Onafhankelijke Senaatsfractie.