Plenair Otten bij voortzetting behandeling Toevoeging van handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond



Verslag van de vergadering van 20 december 2022 (2022/2023 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.48 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. We stemmen straks in de Eerste Kamer in tweede lezing over de toevoeging van handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond in artikel 1 van de Grondwet, dit ter verduidelijking en aanvulling van de huidige bepaling "op welke grond dan ook" in het huidige artikel 1 van de Grondwet. Zoals ik in mijn eerste termijn al aangaf, is de bepaling "op welke grond dan ook", waar sommige conservatievere fracties in deze Kamer juist nu heel erg veel belang aan hechten, merk ik, daarin gekomen dankzij Marcus Bakker, voormalig fractievoorzitter van de Communistische Partij Nederland, de CPN, inmiddels opgegaan in GroenLinks. Speciaal voor de heer Talsma van de ChristenUnie, die hierover vragen had tijdens mijn eerste termijn, heb ik dit nog even uitgezocht, zoals ik hem heb toegezegd. Dat betreft het amendement van Marcus Bakker van 15 december 1976 op stuk nr. 18 (13872). Toen speelde de voorbereiding van dit artikel 1 al. Dat heeft ook toen lang geduurd. Speciaal voor de heer Talsma lees ik dit amendement van Marcus Bakker even voor. Dat luidt als volgt: "In artikel 1 wordt in de tweede volzin in plaats van de woorden "ras of geslacht" gelezen: ras, geslacht of op welke grond dan ook." Bakker schreef er de volgende toelichting onder: "De formulering wil de bezwaren opvangen die aan de limitatieve opsomming in het voorstel verbonden zijn." Tot zover het amendement uit 1976 van Marcus Bakker, dat dus aan de basis heeft gestaan van de huidige tekst van artikel 1. Voormalig officier van justitie Talsma had het juist over een sepot, maar ik denk dat hier eerder vrijspraak aan de orde zou moeten zijn, om in zijn jargon te blijven.

Voorzitter. Wat Marcus Bakker denk ik wel goed zag, is dat een algemene bepaling over gelijke behandeling, zoals bijvoorbeeld de Fractie-Nanninga voorstaat, in de praktijk weleens niet afdoende kan zijn en dat specifieke discriminatieverboden nodig kunnen zijn, zeker als er, God verhoede, totalitaire of meer totalitaire krachten aan het bewind komen. Die discussie in de jaren zeventig speelde ook echt in het kader van de Holocaust en de situatie na de Tweede Wereldoorlog.

Voorzitter. Dan nog het aspect van het mogelijk in artikel 1 opnemen van social origin, een woord dat we veel gehoord hebben van D66 en ook van de heer Kox, een mooi Engels eufemisme voor sociale klasse en sociale achtergrond. Was seksuele gerichtheid in 1983 nog voor met name conservatieve partijen, ook uit christelijke hoek, een taboe, in 2022 is dat social origin. We doen in Nederland natuurlijk het liefst alsof Nederland een superegalitaire, klassenloze samenleving is, maar dat is in de praktijk toch wel even anders. Onze Grondwet voorziet sommigen zelfs van ongekende privileges, juist op basis van social origin. In dat licht pleiten wij dan ook voor een veel grotere en serieuzere modernisering van de hele Grondwet in plaats van alleen deze aanpassing van artikel 1. Zoals we in de eerste termijn aangaven, vindt onze fractie deze aanpassing wel een verbetering. Wij zullen dan ook voor deze grondwetswijziging stemmen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Ten slotte is het woord aan de heer Raven namens de Onafhankelijke Senaatsfractie.