Plenair De Bruijn-Wezeman bij behandeling Legale medicamenteuze afbreking zwangerschap door huisarts



Verslag van de vergadering van 29 november 2022 (2022/2023 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.15 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw De Bruijn-Wezeman i (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ook dank aan de initiatiefnemers voor het wetsvoorstel. Ik ga mijn inleiding niet beginnen zonder felicitaties aan mevrouw Krijnen, Mirjam. Dank voor je mooie maidenspeech en ook dank — dat komt waarschijnlijk door je achtergrond — dat je aandacht hebt besteed aan de voortdurende strijd voor vrouwenrechten in de internationale context. Dank daarvoor.

Voorzitter. De initiatiefnemers willen het mogelijk maken dat de abortuspil ook door de huisarts kan worden verstrekt. Het merendeel van de vrouwen die ongewenst zwanger zijn en abortus overwegen, gaat in eerste instantie naar de huisarts. De huisarts is voor deze vrouwen een vertrouwde ingang tot de zorg. Ook speelt de huisarts een belangrijke rol in de anticonceptiezorg, zowel ter preventie van ongewenste zwangerschap als bij de nazorg na abortus. Terwijl er inmiddels voldoende onderbouwing is voor het veilig en effectief kunnen toepassen van de medicamenteuze afbreking van een vroege zwangerschap door huisartsen, moet de huisarts onder de huidige wet de vrouw nog steeds doorverwijzen naar een kliniek die over een vergunning op basis van de Wet afbreking zwangerschap beschikt. Medicamenteuze zwangerschapsafbreking zonder vergunning is immers strafbaar. De initiatiefnemers stellen nu voor artikel 296 van het Wetboek van Strafrecht uit te breiden, zodat de huisartsen niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden wanneer zij na te hebben voldaan aan de in de Wet afbreking zwangerschap genoemde voorwaarden, overgaan tot het afbreken van een zwangerschap middels verstrekking van de abortuspil.

Voorzitter. Het is een groot goed dat wij in Nederland beschikken over een goed stelsel van een zorgvuldige abortuspraktijk, waarbinnen aan vrouwen in nood veilig abortuszorg kan worden geboden. Sinds de totstandkoming van de Wet afbreking zwangerschap in 1984 hebben de ontwikkelingen echter niet stilgestaan. Zo is zwangerschapsafbreking vroeg in de zwangerschap nu ook medicamenteus mogelijk. Dan is het de vraag of dit nu per se in een kliniek moet plaatsvinden omdat de wetgever in 1984, toen de medicamenteuze behandeling nog niet in beeld was, het nu eenmaal zo heeft bepaald. Of kan het ook op een verantwoorde wijze door een andere hulpverlener, de huisarts, worden aangeboden? Vragen die we daarbij moeten stellen, zijn: waarom zouden we een goed functionerend stelsel willen aanpassen en als we dat gaan doen, aan welke voorwaarden moet dan worden voldaan zodat de huisartsen dat ook op een veilige manier kunnen aanbieden?

Eerst, waarom een goed functionerend stelsel aanpassen? De initiatiefnemers willen op laagdrempelige wijze de abortuspil via de huisarts kunnen verstrekken en de keuzevrijheid voor vrouwen vergroten. Nu zijn wij als liberalen natuurlijk altijd voor meer keuzevrijheid, maar als het gaat om zorg gaat het natuurlijk ook om goede kwaliteit en passende zorg. De omstandigheden van de vrouw bepalen wie waar aan haar de beste kwaliteit kan bieden en of die zorg passend is. Als de vrouw een goede relatie heeft met haar huisarts, een relatie waarin ook ruimte is voor het gesprek over de omstandigheden waaronder de ongewenste zwangerschap tot stand is gekomen en over preventie om herhaalde abortus te voorkomen, kan indien de vrouw dit wenst de medicamenteuze behandeling door de huisarts passende zorg zijn en kan dit ook kwalitatief een toegevoegde waarde hebben.

Ruim 50% van de zwangerschapsafbrekingen vindt plaats binnen de eerste zeven weken. Dit valt binnen het toepassingsgebied van de abortuspil, die geïndiceerd is tot negen weken. En zoals ik al aangaf, het merendeel van de vrouwen die ongewenst zwanger zijn meldt zich als eerste bij de huisarts. Al deze vrouwen worden nu doorverwezen naar de kliniek. Dit is mogelijk een onnodige extra stap in het zorgproces en kan ook vertraging betekenen, waardoor na het verstrijken van die negenwekentermijn een wellicht meer invasieve behandeling nodig is in de vorm van curettage. Vanuit het oogpunt van kwaliteit en passende zorg is dat niet wenselijk.

Er zijn natuurlijk ook vrouwen die geen band hebben met hun huisarts of die anonimiteit prefereren. Voor hen blijft de mogelijkheid bestaan om zonder verwijzing door de huisarts hulp te zoeken in een kliniek, waar ook voor een medicamenteuze behandeling kan worden gekozen. Hier ontstaan inderdaad meer keuzemogelijkheden, maar voor de VVD-fractie is dat geen doel op zich.

Zoals gezegd staan de ontwikkelingen niet stil. Het is weliswaar illegaal, maar de abortuspil kan ook via internet worden verkregen. Wanneer deze ook door de huisarts kan worden verstrekt, verlaagt dit mogelijk voor een aantal vrouwen de drempel om deskundige hulp te zoeken in plaats van zelf te gaan experimenteren. Ook dat kan naar het oordeel van de VVD-fractie reden zijn om de toegang tot de abortuspil te verbreden. Niet om meer abortus mogelijk te maken, maar om onveilige abortus tegen te gaan. Ervaring in diverse andere landen waar de abortuspil reeds door de huisarts wordt verstrekt, leert ons dat het aantal zwangerschapsafbrekingen daardoor niet is toegenomen.

Welke voorwaarden moeten er vervolgens aan worden verbonden om de abortuszorg bij de huisarts van goede kwaliteit te laten zijn? Om de goede kwaliteit van de zorg te waarborgen is natuurlijk de juiste expertise nodig bij de huisartsen. Dit wordt in het initiatiefvoorstel geborgd door professionele standaarden en een geaccrediteerde scholing die huisartsen moeten doorlopen alvorens zij de abortuspil mogen verstrekken. Die accreditatieplicht komt in de plaats van de vergunningsplicht die geldt voor de klinieken. De VVD begrijpt de argumenten en de keuze van de initiatiefnemers om het op deze manier te regelen voor de huisartsen.

De in Nederland opgebouwde abortuspraktijk kent waarborgen voor een zorgvuldige besluitvorming rondom zwangerschapsafbreking. De zorgvuldigheid rondom de besluitvorming en de daarvoor geldende procedure dient ook door de huisarts op eenzelfde wijze te worden uitgevoerd als die tot nu toe gebruikelijk is voor de vergunningverleendeklinieken. Het is dan ook goed dat aan de Wet afbreking zwangerschap naar aanleiding van het advies van de Raad van State artikel 6a, lid 3, is toegevoegd, dat dit regelt, en ook dat in artikel 6a, lid 2, staat dat het besluitvormingsproces een verplicht onderdeel moet zijn van de geaccrediteerde scholing. Misschien is het op die manier geborgd, zeg ik richting meneer Verkerk. Hiermee wordt in ieder geval naar het oordeel van de VVD-fractie de voorwaarde gecreëerd dat ook bij de huisarts de huidige zorgvuldige praktijk kan worden voortgezet.

Huisartsen die om kwalitatieve of organisatorische redenen deze zorg niet kunnen inpassen binnen hun praktijk of die gewetensbezwaren hebben, kunnen ervoor kiezen om de abortuspil niet aan te bieden. De wet legt aan hen geen verplichtingen op, behalve dan dat zij vrouwen moeten doorverwijzen die bij hen komen met een dergelijke hulpvraag. Nu kan ik mij voorstellen dat een vrouw vooraf wil weten of ze bij haar vertrouwde huisarts terechtkan. Diverse voorgaande sprekers hebben daar al vragen over gesteld. Ik heb een soortgelijke vraag, dus die ga ik verder niet herhalen. Hoe komt ze erachter of ze wel of niet bij een huisarts terechtkan?

Dan een ander punt. De initiatiefnemers stellen in de memorie van toelichting dat voor een zorgvuldige abortuszorg een snelle toegang tot echoscopie een voorwaarde is om de termijn van de zwangerschap te kunnen vaststellen. Maar gaat het nou om een voorwaarde dat er sneller toegang moet zijn tot de echoscopie of wordt hiermee de echoscopie verplicht gesteld, zo vraag ik aan de initiatiefnemers. In een onlangs verschenen publicatie in Medisch Contact van augustus jongstleden stellen artsen verbonden aan Women on Waves de routine-echo in de eerste lijn namelijk ter discussie. Het overgrote deel van de vrouwen die zich bij een ongewenste zwangerschap bij de huisarts melden, is nog geen zes weken zwanger. Een echoscopie geeft dan over het algemeen nog geen duidelijkheid over de duur van de zwangerschap. Sommige abortusklinieken vermelden zelfs op hun website dat ze niet kunnen helpen voordat de zwangerschap zichtbaar is op de echo. Betekent dit niet dat de behandeling dan onnodig wordt uitgesteld, zo vraag ik zowel aan de initiatiefnemers als aan de minister.

Het NHG-standpunt over de medicamenteuze overtijdbehandeling, waar we het hier eigenlijk over hebben, adviseert om bij een niet-zichtbare uteriene zwangerschap de bèta-HCG te bepalen. Is dat wellicht een alternatief diagnostisch instrument? Klopt mijn conclusie dat met dit initiatiefvoorstel datgene wat "overtijdbehandeling" is gaan heten, nu onder de Wet afbreking zwangerschap is gaan vallen? Vraagt dit nu niet ook om een aangepast diagnostisch instrumentarium? En wat is de status van de echoscopie hierin?

De Wereldgezondheidsorganisatie, de WHO, raadt in een recent vastgestelde abortusrichtlijn een routine-echoscopie overigens af. Het is niet alleen een medisch issue, maar ook een ethische kwestie. In hoeverre staat het de vrouw bijvoorbeeld vrij om niet in te stemmen met een echoscopie of om niet naar de beelden te hoeven kijken? In de NVOG-richtlijn lezen wij dat het bij zwangerschapsafbreking belangrijk is om aan de vrouw te vragen of ze het echobeeld van de zwangerschap wil zien. De NVOG geeft dat duidelijk aan. Toch bereiken mij berichten dat ook vrouwen in Nederland gedwongen worden om ernaar te kijken. Maar is hier toch niet gewoon ook de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst van toepassing, waarin bijvoorbeeld het recht is opgenomen om een onderzoek te weigeren, of in ieder geval om niets te weten? Graag een reactie hierop van zowel de initiatiefnemers als de minister.

Tot slot. Ik heb ook in mijn schriftelijke inbreng diverse vragen gesteld over de financiële implicaties, zowel voor de abortusklinieken als voor het vergoedingssysteem voor huisartsen. Mijn collega's hebben daar al heel veel vragen over gesteld. Ik ga die niet herhalen. Ik ben ook benieuwd naar de antwoorden. Ik wil daaraan eventjes één vraag toevoegen, die ik nog niet heb gehoord. Ik ben iets over mijn tijd heen, maar dat heeft te maken met de felicitaties aan het begin van mijn inleiding. Tot nu toe is abortus voor vrouwen in Nederland volledig gratis. Wat gebeurt er nou als men naar de huisarts gaat en er medicijnen moeten worden aangeschaft? Moet men daar dan alsnog voor gaan betalen, terwijl die in de abortuskliniek gratis zijn? Daar ontvang ik ook graag een antwoord op.

Dank u wel, voorzitter. Ik kijk uit naar de antwoorden.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van Dijk, die ook vandaag namens de SGP spreekt.