Plenair Karimi bij voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 22 november 2022 (2022/2023 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.45 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Karimi i (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Ik dank de minister en de staatssecretarissen voor de beantwoording. In het bijzonder wil ik de minister bedanken voor de plezierige en heldere antwoorden. Ik heb een minister van Financiën gezien die er behoorlijk zin in heeft. Het is heel goed om dat te zien. Dat wil niet zeggen dat de staatssecretarissen er geen zin in zouden hebben, maar de minister was natuurlijk voor het grootste gedeelte aan het woord. Dat wil ik even benoemd hebben.

Ik heb veel aandacht besteed aan het punt van de armoede. Daar is de minister ook op ingegaan. Ik ben heel blij dat zij het concept "living wage" hier benoemd heeft. Zij heeft een geschiedenis in het internationale werk en ik ook. Wij kennen dat. Het is heel belangrijk dat dit als uitgangspunt genomen wordt, want het is gewoon niet acceptabel dat er in Nederland mensen zijn die zo in armoede terechtkomen. Noodfondsen mogen daar geen antwoord op zijn.

Ik begrijp uit de antwoorden van de minister en ook later die van de staatssecretaris dat wij rond 1 april de informatie krijgen over specifieke structurele maatregelen voor eventuele compensatie in 2024. Als dat niet zo is, dan hoor ik dat wel.

Voorzitter. Op ongelijkheid en vooral ook vermogensongelijkheid is de staatssecretaris uitvoerig ingegaan. Mijn samenvatting daarvan is: ja, we doen er wat aan. Maar wat ons betreft zijn dat nog kleine stappen. We zouden daar graag een grotere ambitie in willen zien. Daarom wil ik de volgende motie indienen.

De voorzitter:

Door de leden Karimi, Crone en Van Apeldoorn wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat werk moet lonen en dat de breedste schouders de zwaarste lasten dragen en dat uit recent onderzoek van het CPB bleek dat de belastingdruk van de top 1% rijkste huishoudens lager ligt dan die van andere huishoudens;

overwegende dat het in Nederland steeds vaker voorkomt dat sommige burgers slapend rijk worden met vermogen en sommige werkend arm;

overwegende dat Nederland negatieve groei kende in het derde kwartaal, dat een recessie in het verschiet ligt en dat bij de vorige financiële crisis de rekening voor een groot deel bij de minst draagkrachtige burgers terecht is gekomen;

overwegende dat in het huidige boxenstelsel inkomen uit vermogen en winsten lager worden belast dan inkomen uit arbeid;

verzoekt de regering om een herziening van het boxenstelsel en daarbij opties te ontwikkelen om het inkomen uit vermogen en winsten tegen eenzelfde tarief gelijk te belasten als inkomen uit arbeid, en de Kamer voor het zomerreces hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter Y (36200).

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Karimi. Dan geef ik het woord aan de heer Van Ballekom namens de fractie van de VVD.