Plenair Kox bij behandeling Wijziging begrotingsstaten van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid



Verslag van de vergadering van 12 juli 2022 (2021/2022 nr. 38)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 0.26 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Dank je wel, voorzitter. En dank aan de bewindspersonen voor hun uitgebreide reacties op onze inbreng. Net als de twee voorgaande sprekers heb ik wel gemengde gevoelens, zoals dat dan heet. Buiten deze zaal zal ik weinig mensen treffen die zeggen: goed zo, er gaat iets gebeuren. Binnen deze zaal moet ik tegen de bewindspersonen zeggen: u hebt goed uitgelegd waarom het allemaal zo moeilijk is om iets te laten gebeuren. Maar volksvertegenwoordigers hebben, als het erop aankomt, meer de taak om de zorgen van de bevolking bij de regering te leggen dan om de zorgen van de regering te begrijpen. De regering is er om te regeren en moet dus met voorstellen komen om aan de noden van het volk tegemoet te komen. Dat gebeurt nu niet. Nog een keer, u hebt allemaal keurig uitgelegd waarom het niet kan. Ik zei daarstraks: computer says no. De staatssecretaris zegt: tabel says no. Dat geloof ik allemaal, maar dan zou ik toch zeggen: try harder. Doe nou beter je best. Dat klinkt makkelijk en ik kan me voorstellen dat u denkt: nou, kom dat zelf maar doen. Maar ja, dat gebeurt nou eenmaal niet. Dus graag, maar ik schat in dat de regeringswissel toch net iets meer tijd kost. Maar ik denk dat er beter te bedenken is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox.

Op verzoek van de heer Kox stel ik voor zijn moties (36120-IX, 36120-XV, letters B, C en D) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De heer Crone. U bent klaar toch, meneer Kox?

De heer Kox (SP):

Ja.

De heer Crone i (PvdA):

Ik zit een beetje met het volgende probleem. De heer Kox houdt de moties aan, omdat hij ook denkt: hoe zou dat hier gaan? Ik ben ook zo nieuwsgierig. We hebben hier een heel debat gehad, maar ik hoor de coalitiepartijen helemaal niks zeggen. Zo veel debatten heb ik nog niet meegemaakt. Ik heb even een debatje gehad over de kinderbijslag. Het woord "parlement", en zeker ook het kabinetsbeleid zegt toch wel: een open arm naar de oppositie en noem het allemaal maar op. Maar ik zal het maar interpreteren als volkomen steun aan de verzoeken van de oppositie, zodat het kabinet echt met nog betere voorstellen komt. Maar het heeft me een beetje verbaasd.

De voorzitter:

U mist het ook, begrijp ik.

De heer Crone (PvdA):

Ik mis de inbreng van de coalitiepartijen.

De voorzitter:

Mevrouw Oomen. Wacht even.

Mevrouw Oomen-Ruijten i (CDA):

Ik ben …

De voorzitter:

Hoho. Was dit nu een interruptie op de heer Kox? Dan geef ik de heer Kox namelijk de kans om te reageren. De vraag aan de heer Kox is wat hij hiervan vindt.

De heer Kox (SP):

Het is het goede recht van elke …

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

Hoe later op de avond …

De voorzitter:

Nee, nee, nee. Ik geef het woord aan de heer Kox.

De heer Kox (SP):

Ik ben eerst nog.

De voorzitter:

Daarna krijgt u het woord, mevrouw Oomen.

De heer Kox (SP):

Het is niet anders, soms is het zo.

Ik denk dat het het goede recht is van elke fractie om zich uit te spreken of om te zwijgen. Ik had het chiquer gevonden als de coalitiepartijen meer hadden gezegd, want we zijn met z'n allen aan het zoeken of er mogelijkheden zijn. Van de kant van de regering is ook door verschillende bewindspersonen gezegd: dit is geen zaak van coalitie versus oppositie, maar we zouden met z'n allen moeten zoeken. Als ik "try harder" zeg, zou ik ook tegen onze coalitiepartijen hier in deze kamer willen zeggen: doe ook nog je best. Vandaag hebben we dit debat gehad; in augustus gaan we verder. Het is het goede recht van elke fractie om daarover te beslissen.

Voorzitter. Een laatste opmerking. De opmerking van de minister van Financiën dat er geen licht zit tussen wat zij zegt en wat de minister-president zegt, neem ik aan. Ik heb geen reden om daaraan te twijfelen. Maar dat betekent ook dat het uitgangspunt is dat geld niet het probleem is, maar de uitvoering. Als er in augustus voorstellen op tafel komen, zal ik ze beoordelen op de uitvoerbaarheid en niet op de financiële kant van de zaak, want dat was niet het probleem.

De voorzitter:

Ik zal, zoals gebruikelijk, na de heer Koffeman straks nog vragen of een van de leden in de tweede termijn nog het woord wenst. In theorie kan de hele coalitie hier dan nog verschijnen. Dat wachten we dus af. Ik geef nu eerst het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten. Ik zie mevrouw Oomen al schrijven.