Plenair Dittrich bij voortzetting behandeling Zes wetsvoorstellen inzake verandering van de Grondwet



Verslag van de vergadering van 28 juni 2022 (2021/2022 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.37 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dittrich i (D66):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank aan de minister voor de beantwoording van de vele vragen in dit debat. Ik licht er één dingetje uit dat een beetje ondergesneeuwd is geraakt. Ik vond het fijn om te horen dat de minister ook aandacht gaat geven aan 175 jaar Grondwet in het onderwijs. We hebben hier vandaag mooie en soms wat minder mooie bespiegelingen gehoord over het belang van de Grondwet. Ik denk dat het ook heel belangrijk is dat we jonge mensen doordringen van het belang van de Grondwet, met name de praktische uitwerking daarvan. Ik kijk uit naar de voorstellen waar de regering mee komt om in het onderwijs het belang van de Grondwet naar voren te brengen.

Dan zou ik Caspar van den Berg willen feliciteren met zijn maidenspeech, ook vanuit het liberale perspectief. Dat was heel interessant om te horen. Ik kijk uit naar volgende debatten met de heer Van den Berg om te zien of hij die lijn daarin ook doortrekt.

Meneer de voorzitter. Ik heb lang stilgestaan bij het recht op een eerlijk proces. Ik heb geprobeerd om dat concreet handen en voeten te geven omdat, ondanks de mooie bespiegelingen, uiteindelijk de burgers tegenover de overheid komen te staan in een rechtszaal, zij de overheid soms echt als tegenstander hebben en zij de overheid ook niet als een faire tegenstander zien. We hebben de minister zelf al gehoord over het kinderopvangtoeslagenschandaal, maar er zijn natuurlijk ook andere voorbeelden te geven. Daarvan heb ik er een aantal genoemd. Op sommige van die punten heeft de minister een helder antwoord gegeven. Ik gaf al meteen toe dat een groot deel van de voorbeelden die ik naar voren bracht, eigenlijk op het terrein van haar collega's van JenV liggen, dus ik neem me voor om in debatten met de beide ministers concreet in te gaan op een aantal daarvan.

Maar ik heb één ding gemist en ik denk toch dat deze minister daar antwoord op kan geven. Dat gaat over wanneer de overheid in relatie tot een burger een fout heeft gemaakt, dat ook erkent en zegt dat te gaan redresseren: we gaan dat goedmaken in een vaststellingsovereenkomst, we geven een schadeloosstelling aan die burger en dan moet het verder afgelopen zijn. Op zich is het heel goed dat dat gebeurt. Ik heb zelf als advocaat ook weleens dat soort zaken gedaan met de landsadvocaat. In zo'n vaststellingsovereenkomst komt altijd te staan: we gaan niet naar buiten brengen hoeveel geld we betalen of wat de exacte redenen zijn. Mijn stelling in de eerste termijn was dat je van je fouten moet leren. Een open bestuurscultuur proberen we ook op andere niveaus naar voren te brengen. Kan die standaardbepaling in vaststellingsovereenkomsten die de overheid met burgers sluit niet veranderen, zodat dat wat meer open wordt gegooid? Uiteraard kan het soms zo zijn dat de burger niet wil dat bepaalde bedragen of redeneringen naar buiten komen. Dan moeten we daar op een andere manier naar kijken. Maar ik krijg toch graag een antwoord van de minister op dit punt.

De voorzitter:

Daarmee bent u aan het einde van uw inbreng?

De heer Dittrich (D66):

Nee, nog niet.

De voorzitter:

Dan verzoek ik u om uw verhaal af te maken, want u bent al ruim over uw tijd heen.

De heer Dittrich (D66):

Wat betreft het kiescollege vind ik het wel heel erg jammer dat de minister heeft uitgerekend dat het niet meer gaat lukken om de eerstvolgende verkiezingen, in 2023, via het nieuwe systeem te laten lopen. Stel nu dat de Tweede Kamer de uitvoeringswet toch nog voor het zomerreces zou behandelen — ik weet niet hoe het daar precies mee staat — en dat wij dat vlak na het zomerreces doen — gesteld dat het ons zou lukken, het niet al te ingewikkeld is en we die uitvoeringswet in oktober aannemen — zou er dan toch niet een mogelijkheid zijn om die voor de verkiezingen van 2023 toe te passen? Mijn vraag aan de minister is dus om daar even naar te kijken.

Uiteraard zijn stemwaardes best ingewikkeld. Maar wie weet, zal het toch lukken. Ik spreek in ieder geval namens de fractie van D66. Dat is dus even alleen die van D66 en niet die van de Partij voor de Dieren. Wij willen ons best doen om dat zo snel mogelijk, maar op een zorgvuldige manier, te behandelen.

Voorzitter. Ik wil nog één punt naar voren halen. Dat is de telecommunicatie en de techniekneutrale manier van doen. De minister heeft op een goede manier de afbakening tussen de artikelen 10 en 13 weergegeven. Daarover heb ik verder geen opmerkingen.

Dit is dus het einde van mijn termijn.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

De heer Dittrich heeft het over vaststellingsovereenkomsten, waarin vaak geheimhouding wordt afgesproken. Is de heer Dittrich bekend met de Silenced No More Act in Californië? Dat is namelijk een heel interessant aspect. Daar kom ik op, omdat u daar zelf over begint. Bent u daarmee bekend?

De heer Dittrich (D66):

Ja, daar ben ik mee bekend.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik vraag aan de heer Dittrich of hij met mij van mening is dat dat een heel ... Voor de mensen die er niet mee bekend zijn, zeg ik dat dat een wet in Californië is die verbiedt om ...

De voorzitter:

Meneer Otten, sorry.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Nou, maar dit is wel belangrijk.

De voorzitter:

Dit wet ligt nu in ieder geval niet voor.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Nee, maar de heer Dittrich begon over vaststellingsovereenkomsten. Ik niet. Dit is een heel actueel thema.

De voorzitter:

Heel kort dan. Nee, dit is geen actueelthemadebat. Dit gaat over veranderingen in de Grondwet van Nederland. Maar gaat uw gang.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Die wet verbiedt dat in geval van sexual harassment een vaststellingsovereenkomst geheimhouding kan bepalen. Dat is dus een heel effectief instrument. Daarom vraag ik aan de heer Dittrich om dat in dit soort zaken, waarin mensen tot zwijgen worden gedwongen — we hebben dat recent allemaal meegemaakt in Nederland — via zo'n vaststellingsovereenkomstverbod, voor de confidentiality, aan te pakken. Is de heer Dittrich het met mij eens dat dit een hele effectieve maatregel is om dat soort praktijken de kop in te drukken? Ik kwam dus op dit idee omdat hij er zelf over begon.

De voorzitter:

In de context van de nu voorliggende grondwetswijzigingen.

De heer Dittrich (D66):

Mijn antwoord aan de heer Otten, natuurlijk in het kader van het recht op een eerlijk proces, is dat je voorbeelden uit het buitenland soms goed kunt gebruiken om inspiratie uit op te doen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je een wet die in Californië geldt, hier een-op-een zou moeten overnemen. Wij hebben natuurlijk toch onze eigen rechtsorde, ons eigen systeem, dat echt afwijkt van het rechtssysteem in Californië, maar soms kun je vanuit het buitenland inderdaad inspiratie opdoen. Daarom is het ook goed om ons te realiseren dat wij deel uitmaken van Europa en dat wij in Europa met andere landen samenwerken. Ik zie de heer Otten al knikken. Het is heel erg belangrijk dat Nederland zich er rekenschap van geeft dat we deel uitmaken van de Europese familie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u. Dan is het woord aan mevrouw Baay-Timmerman namens 50PLUS.