Plenair Recourt bij voortzetting debat Staat van de rechtsstaat



Verslag van de vergadering van 21 juni 2022 (2021/2022 nr. 34)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Recourt i (PvdA):

Dank, voorzitter. We hebben een lang debat gehad. Het is moeilijk daar de afdronk van te wegen. Allereerst: er is veel aandacht bij de regering voor de uitvoering. Dat vind ik heel positief. De uitvoering is een belangrijk onderwerp in deze Kamer. Het is een onderwerp dat steeds belangrijker wordt.

Dat leidt meteen ook tot het tweede positieve punt. Wat is er geleerd? Wat is de ontwikkeling in de afgelopen twee jaar? Wat is er geleerd van dat vreselijke schandaal rond die kindertoeslagen? We blijven het maar een affaire noemen, maar het gaat wat mij betreft wel verder dan een "affaire". Zie je lerend vermogen van de rechtsstaat, van alle actoren, van bijna alle actoren? Hebben zij naar zichzelf gekeken en geleerd? Ik zei in de eerste termijn ook al dat we wat dit betreft nog met spanning wachten op de Tweede Kamer, maar goed.

Dat actoren naar zichzelf hebben gekeken, hoorde ik vandaag ook weer terug van de regering. Er zitten hele goede voorbeelden en initiatieven bij, bijvoorbeeld die responsieve overheid. Waar al een poosje over geschreven wordt, lijkt gewoon bewaarheid te worden. "Lijkt", zeg ik. Maar de plannen zijn er in ieder geval. Ga actief naar de burger. Bied aan wat je hebt. Wacht niet. Het moet laagdrempelig zijn. Al zulke elementen zijn van belang.

Ik maakte mij een beetje zorgen over de héél praktische insteek. Men zegt: we zijn er voor burgers, en de rechtsstaat is er om praktisch voor burgers te zijn. Dat is waar, maar er zit anderzijds ook nog een normatieve kant aan. De instrumentele kant is dus goed geborgd, maar hoe zit het met die rechtsstatelijke kant? De minister van Justitie liet zich wat mij betreft even zien waar het ging over abortus en haar persoonlijke mening. Ik dacht: ha, nou komen we op die normatieve kant. Want die is er ook. De rechtsstaat is niet alleen maar reactief, maar stelt ook normen, bijvoorbeeld in grondrechten en in andere bodems waar je niet door kan gaan. Daar moeten het ministerie en beide ministers wat mij betreft óók pal voor staan. Dus stel dat er een grote roep uit de samenleving komt waarbij men zegt: we willen dit. En stel dat wat men wil, in strijd zou zijn met die wat meer basale normen, die ongemakkelijke normen die de rechtsstaat soms ook heeft. Ik verwacht van deze ministers dat ze daar dan gewoon voor staan, en niet zeggen: u vraagt en wij draaien. Dit speelt juist op die schurende onderwerpen. Hoe ga je om met levenslang gestraften? Stel je ook rechtsbijstand beschikbaar aan de meest vreselijke verdachten van de meest vreselijke misdaden? Voor zulke onderwerpen moet je ook gaan staan. Dat zal vast gebeuren, maar ik heb het wat minder gehoord in dit debat.

Goed. Dialoog. Andere sprekers hadden het daar ook over. Uitstekend als dat vormgegeven gaat worden met verschillende spelers.

Er is gesproken over het digitaal valideren. Ik wist dat niet, maar daarvoor is al van alles in gang gezet. Dat is heel goed. We wachten de uitkomsten daarvan af. Ik heb daar ook verder geen vragen over. Ik ben vooral heel blij dat het in beeld is. Er zullen van allerlei vragen nog vanachter wegkomen, maar dat zien we te zijner tijd wel.

Herstelrecht inzetten bij een sepot? Dat is ook toegezegd, voor zover dat binnen de mogelijkheden van de minister ligt. Dat laatste snap ik. Maar het is heel fijn dat dit is toegezegd.

Er bleef nog één grote twijfel nog achter. Ik had een motie voorbereid over een van mijn kernpunten, namelijk de ongelijkheid van de rechtspraak voor velen. Maar toen ik daar een interruptie over deed, was de minister ervan overtuigd dat hij dat ook zag, dat hij daar maatregelen op gezet heeft en dat die maatregelen breder zijn dan alleen sociale advocatuur. Ik kan dan wel bedenken dat het nog breder kan, maar mijn gedachte is dan dat het toch een beetje een motie voor de bühne is, om mijn punt te maken. Ik wacht liever af wat de ministers, vooral de minister voor Rechtsbescherming, de komende tijd doen. Dan komen we daar later op terug. Eigenlijk hoop ik dat ik dan kan zeggen dat de ongelijkheid voor de wet, de ongelijkheid voor de rechtsstaat, kleiner is geworden. Dat is het grote doel. Als de minister dat voor elkaar krijgt, feliciteer ik hem van harte. Dit kabinet heeft in ieder geval de goede eerste stappen gezet.

Voorzitter. Ik eindig mijn tweede termijn dus eigenlijk met een heel positieve afdronk. Ja, er is een crisis. Ja, er zijn problemen. Maar ondanks de harde woorden die we af en toe horen en die soms ook nodig zijn waar het gaat om de georganiseerde criminaliteit, zie ik ook, iets zachter uitgesproken, heel veel goede ontwikkelingen. Ga zo door, vooral met dat laatste.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Recourt. Dan is het woord aan de heer Rombouts namens de fractie van het CDA.