Plenair Van Strien bij behandeling Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds



Verslag van de vergadering van 14 juni 2022 (2021/2022 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.30 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Strien i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Het Nationaal Groeifonds heeft als doel het beschikbaar stellen van financiële middelen om het duurzaam verdienvermogen te vergroten, zo lees ik in de wet. Bij dit soort onbegrijpelijk elitair links taalgebruik zijn wij PVV'ers altijd onmiddellijk op onze hoede, want wij zien wel elke dag de gevolgen van de duurzaamheidspolitiek van dit kabinet. Zoals energiearmoede, inmiddels al bij 1,5 miljoen gezinnen. Gierende inflatie. De Nederlandse inflatie is volgens de laatste cijfers van Eurostat maar liefst 11,9% en daarmee de op drie na hoogste in de Europese Unie. Alleen in enkele ministaatjes als Estland en Litouwen gingen de prijzen nog forser omhoog dan bij ons. Gezinnen die in armoede vervallen en ouderen van wie de inkomsten al jaren structureel bevroren zijn.

Voorzitter. Wat zou nou echt de doelstelling of beter nog de bedoeling van dit fonds zijn, zo vroeg ik me af. Ik googelde dus op "verdienvermogen". Dan kom ik uit bij allerlei letselschadeadvocaten die bereid zijn om letselschadeslachtoffers te helpen, dus slachtoffers die het vermogen om arbeid te verrichten geheel of gedeeltelijk hebben verloren. Op dezelfde bladzijde kom ik ook nog de kringlooplandbouw tegen, waarbij de meeste boeren ook al niet het vermogen hebben om zelf, zonder subsidies, de kost te verdienen, en waar dus nog wel wat extra verdienvermogen welkom is. Maar deze twee voorbeelden lijken niet van toepassing voor deze wet, want jouw probleem moet, als ik het goed heb begrepen, minstens 30 miljoen euro groot zijn wil je uit deze ruif mogen mee-eten. Googel je nu op "duurzaam verdienvermogen", dan snap je er helemaal niks meer van, want dan kom je uitsluitend terecht bij allerlei overheidsorganisaties die de wereld aan het verbeteren zijn.

Kortom, een paar aardige voorbeelden genoemd door de minister, zouden misschien verhelderend kunnen zijn om te snappen waar dit fonds nu precies toe dient. En dan graag voorbeelden van investeringsmogelijkheden die niet geholpen kunnen worden met het stikstoffonds, het klimaatfonds of Invest-NL. Bij die fondsen krijgen wij overigens ook al niet zo'n warm gevoel. Het feit dat in de memorie van antwoord op een vraag van de SP staat dat op de verhouding tussen het Nationaal Groeifonds, Invest-NL en andere fondsen nog nader wordt ingegaan in een brief die pas in de loop van deze maand juni aan het parlement wordt gestuurd — de Tweede Kamer heeft de brief gisteravond ontvangen — lijkt mij erop te duiden dat het nut van dit fonds nog verzonnen moet worden. Ik hoor graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Een ander punt van zorg van mijn fractie is dat het Nationaal Groeifonds zich nadrukkelijk richt op investeringen met een publiek belang die weliswaar ten dienste staan van het duurzaam verdienvermogen van Nederland, maar waarop onvoldoende privaat rendement kan worden behaald om via reguliere kanalen gefinancierd te worden. Het fonds heeft geen revolverend karakter en geen rendementsdoelstelling. Als je met dit doel, dus zonder rendementsdoelstelling, belastinggeld aan de maatschappij onttrekt, geld dat anders aan consumptie en investeringen met een substantieel rendement zou kunnen worden besteed, verlaag je het bbp van de toekomst. Dan ben je naar de mening van mijn fractie wel erg onverstandig bezig. Dat geldt zeker in een tijd waarin een energiecrisis en een gierende inflatie gevolgd lijken te gaan worden door een ernstige recessie, zoals overigens in het verleden altijd al is gebeurd. Het is in ieder geval strijdig met de uitspraak dat het Nationaal Groeifonds tot doel heeft om het bbp te vergroten dat Nederland op de lange termijn structureel kan genereren. Ik kan in ieder geval op een geen enkele wijze bedenken hoe inzet van dit fonds in investeringen zonder rendementsdoelstellingen zou moeten leiden tot het versterken van die economie. Ik hoor graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Het is ook handig om na te gaan wanneer dit fonds ontstaan is. Dat is ongeveer drie jaar geleden, onder het vorige kabinet. Het gebeurde na jaren van bezuinigingen. Het gemiddeld gezinsinkomen blijft inmiddels al zo'n twaalf jaar ver achter bij de rest van Europa. Het gebeurde dus in een tijd waarin er voor de burger nooit ook maar iets kon. In die tijd klotste bij de overheid het geld tegen de plinten. En de rente was negatief door jarenlang actief ingrijpen en manipuleren door de Europese Centrale Bank. Op dat moment dacht het vorige kabinet: we moeten toch maar eens wat gaan bedenken. En ja, de gewone burger, de belastingbetaler, dat is wel de laatste waar dit kabinet en vorige kabinetten aan dachten. Dus werd er een fonds bedacht. Nee, er werd een aantal fondsen bedacht, waarvan dit er één is. En daarna werden de problemen verzonnen waarvoor deze fondsen een oplossing moesten bieden.

Inmiddels loopt de inflatie gierend uit de klauwen. De rente volgt langzaam, want o, o, als Frankfurt de rente verhoogt, gaat Zuid-Europa failliet. Maar uiteindelijk zal ook de rente fors omhooggaan. En juist nu moeten wij dit fonds gaan goedkeuren, althans een beleidsneutrale omzetting naar een departementale begroting. Daarmee weten we in ieder geval dat er een fors aantal arbeidsplaatsen gecreëerd gaat worden, namelijk flink wat extra ambtenaren en inhuurkrachten. Dat kan er nog wel bij. Het aantal rijksambtenaren groeide in de afgelopen vier jaar van 111.000 naar 131.000. Dat is een stijging van 18,5%, terwijl de externe inhuur groeide van 1,3 miljard naar 2,3 miljard: een stijging van 78%, zo las ik zaterdag in de krant. Mijn volgende vraag is dan ook of de minister kan aangeven hoeveel fte inclusief inhuurkrachten en consultants zich in totaal met dit fonds bezighouden of bezig gaan houden. Hoeveel daarvan komen ten laste van het fonds en hoeveel ten laste van de reguliere begrotingen van Financiën en Economische Zaken?

Voorzitter. Uit deze vragen, waarvan ik de beantwoording graag afwacht, kunt u concluderen dat mijn fractie vooralsnog niet warmloopt voor deze, zoals wij het nu zien, totale geldverspilling.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Strien. Dan geef ik het woord aan de heer Van Apeldoorn namens de SP.