Plenair Van Dijk bij behandeling Van rechtswege ontstaan van gezamenlijk gezag door erkenning



Verslag van de vergadering van 15 maart 2022 (2021/2022 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.32 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Dijk (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de indieners en de minister uiteraard voor de beantwoording die we hebben gekregen.

Voorzitter. Ik zei het in de eerste termijn en ik herhaal het in de tweede termijn: bekeken vanuit de belangen van het kind heeft dit wetsvoorstel iets sympathieks. Het kind kan immers niet kiezen in welke omstandigheden het wordt geboren en toch blijft het evengoed recht houden op opvoeding en verzorging van beide ouders. Vanuit dat perspectief is het niet per definitie onlogisch om de juridische behandeling van gehuwde en ongehuwde ouders gelijk te trekken.

Maar lost dit wetsvoorstel nou werkelijk een bestaand probleem op? Over dat punt is in de nodige interrupties van collega's zeker ook het nodige gewisseld. Of creëren we nieuwe problemen? In het merendeel van de gevallen worden kinderen die buiten het huwelijk geboren worden gewoon erkend, zonder enig probleem. Ook zijn ouders per definitie financieel verantwoordelijk voor hun kinderen, los van erkenning of gezag. De vraag blijft dus relevant of er in de huidige situatie al niet voldoende recht wordt gedaan aan bijvoorbeeld het IVRK.

In ieder geval — dat is duidelijk gewisseld — gaat de SGP niet mee in de gedachte dat hiermee juridische ongelijkheid van ouders wordt opgelost. Een gehuwd stel en een ongehuwd stel zijn twee verschillende grootheden. In het eerste geval is er een zekere maatschappelijke duidelijkheid over de aard en intentie van de relatie tussen de ouders. In het tweede geval zijn die minder duidelijk. Het is geen discriminatie als ongehuwde ouders iets meer duidelijkheid dienen te geven over de intentie een duurzame opvoedingsrelatie aan te willen gaan. Kinderen opvoeden is een gezamenlijke exercitie en daarmee een gedeelde verantwoordelijkheid. Bij een huwelijk of een geregistreerd partnerschap is de aanvaarding van deze verantwoordelijkheid een gegeven. Daarbuiten is dat minder het geval dan wel minder duidelijk.

Voorzitter. Het is al even aan de orde geweest: het punt van de tienermoeders. Dat is een punt dat mij en de SGP-fractie nog niet heeft losgelaten. Om het punt toch nog even warm te houden heb ik hier een bescheiden motie over.

De voorzitter:

Door de leden Van Dijk en Schalk wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het initiatiefwetsvoorstel-Van Ginneken/Van Wijngaarden over het van rechtswege ontstaan van gezamenlijk gezag door erkenning beperkt aandacht besteedt aan de juridische en praktische moeilijkheden van minderjarige ouders;

overwegende dat in de huidige wetgeving een tienermoeder geen ouderlijk gezag kan krijgen over haar kind en dat het alternatief van de meerderjarigverklaring niet eenvoudig is en een prijskaartje kent;

overwegende dat het onwenselijk is als wetgeving extra problemen oplevert voor tienermoeders in een kwetsbare positie en dat tienermoeders bij een ongewenste zwangerschap niet in een ongelijkwaardige positie zouden moeten komen ten opzichte van de meerderjarige vader;

verzoekt de regering om te reflecteren op de vraag of de huidige wetgeving op bovengenoemd punt nog wel voldoet en om uit te werken op welke wijze en onder welke waarborgen tienermoeders automatisch het gezag over hun kind kunnen ontvangen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter G (34605).

Dan geef ik het woord aan de heer Recourt voor een interruptie.

De heer Recourt i (PvdA):

Ik heb toch nog een vraag. Dit lijkt een beetje een Drosteblik. Die tienermoeder staat namelijk zelf nog onder gezag van haar ouders. Dan krijg je de gekke situatie dat de moeder die zichzelf nog niet in rechten kan vertegenwoordigen wel haar kind kan vertegenwoordigen. Toch lijkt dit wel de wens van de SGP.

De heer Van Dijk (SGP):

Ja. Ik heb het geformuleerd als "bijna een stukje natuurrecht". De moeder hoort gewoon als eerste het gezag te hebben over haar kind. Ik zou het helemaal wrang vinden als zo'n minderjarige tienermoeder ook nog in een ongelijkwaardige positie zou komen ten opzichte van die misschien wel heel onverantwoordelijke meerderjarige vader. Ik zeg niet dat het allemaal zo moet gebeuren, maar mijn vraag is of de manier zoals we het nu hebben geregeld helemaal voldoet en of het denkbaar is om onder alle mogelijke waarborgen te bekijken of tienermoeders automatisch het gezag zouden kunnen ontvangen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Dan is het woord aan de heer Janssen namens de fractie van de SP.