Plenair Rosenmöller bij voortzetting debat naar aanleiding van de regeringsverklaring



Verslag van de vergadering van 15 februari 2022 (2021/2022 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rosenmöller i (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Een welgemeend woord van dank aan de minister-president. Ik bewonder toch de nauwgezetheid waarmee hij de afgelopen uren een stortvloed van vragen heeft beantwoord. Ik moet heel eerlijk zeggen: de gedachte die zo aan het eind van zijn beantwoording bij me opkwam, was "die ouwe Rutte is helemaal terug, maar hij geeft geen krimp". Dat was eigenlijk even de korte samenvatting. Desalniettemin dank voor de toezegging met betrekking tot de afrekenbare doelen op de belangrijke punten waarop het kabinet zijn ambities heeft geformuleerd.

Twee. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: ja, zeker geadresseerd, maar dat vraagt dan wel, in aansluiting op sommige sprekers, dat het op zodanige wijze in de ambtelijke organisatie verankerd wordt, dat we de ongelukken waar we over gesproken hebben, niet gaan herhalen. Daar is dus iets meer voor nodig, is mijn veronderstelling. Ik vraag de minister-president daar toch nog een concretiseringsslag op.

Waar hij iets minder over gesproken heeft, is het grote thema van het vertrouwen in de politiek. Dat gaan we in tweede termijn niet herhalen, althans ik niet, maar mijn vraag is: zou het kabinet zich niet willen bezinnen op dat vraagstuk? Het is door veel collega's genoemd. Ikzelf deed dat in eerste termijn ook. Het is een veelkoppig monster en dat heeft met van alles en nog wat te doen. Zou het kabinet zich niet willen bezinnen op de vraag hoe dat vertrouwen in de politiek in combinatie met uitvoering en die beginselen kan worden versterkt? Dat lijkt mij namelijk cruciaal voor de grote opdracht waar wij met z'n allen voor staan.

Voorzitter. Ten slotte een laatste opmerking, toch over het lelijke eendje in dit coalitieakkoord: de niet onderbouwde, platte bezuiniging op termijn van ruim 500 miljoen bij de jeugdzorg. Ik heb de eer de Kamer de volgende motie voor te leggen.

De voorzitter:

Door de leden Rosenmöller, Van der Linden, Mei Li Vos, Raven, Janssen, Baay-Timmerman, Faber-van de Klashorst, Koffeman, Schalk en Otten wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de arbitrage-uitspraak van de Commissie van Wijzen een goede basis biedt voor het toekomstige stelsel van jeugdzorg;

constaterende dat de bezuiniging van het huidige kabinet oplopend tot 500 miljoen op de jeugdzorg heeft geleid tot een breuk in het overleg over het toekomstige stelsel van jeugdzorg;

van oordeel dat deze bezuiniging ongewenst is en dat kwetsbare jongeren, indien nodig, recht hebben op tijdige en kwalitatief goede jeugdzorg;

verzoekt de regering het overleg met de gemeenten om tot een gewenste hervorming van het stelsel van jeugdzorg te komen, te herstellen, zonder dat dit belast wordt met de bezuiniging uit het coalitieakkoord, maar gebaseerd op alle conclusies en aanbevelingen van de Commissie van Wijzen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter F (35788).

Daarmee bent u aan het eind van uw tweede termijn. Dank u wel, meneer Rosenmöller. Dan is nu het woord aan mevrouw Jorritsma-Lebbink namens de fractie van de VVD.