Plenair Koffeman bij voortzetting debat naar aanleiding van de regeringsverklaring



Verslag van de vergadering van 15 februari 2022 (2021/2022 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.59 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil de minister-president bedanken voor de beantwoording van onze vragen. Ik had al even aangegeven dat één vraag onbeantwoord is gebleven over Urgenda en de uitgesloten delen. Die heeft hij inmiddels doorgeleid naar de boven hem gestelde. Er is nog één andere vraag niet beantwoord. Tijdens de pandemie is er een grotere kloof ontstaan tussen arm en rijk. Misschien heb ik het antwoord op mijn vraag daarover gemist.

We hebben ook even over de Belastingdienst gedebatteerd. Dat was niet helemaal naar mijn tevredenheid en daarom dien ik de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Schalk, Raven, Janssen, Faber-van de Klashorst, Van Rooijen, Frentrop, Rosenmöller en Van der Linden wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Belastingdienst kampt met inadequate ICT-systemen en gebrek aan menskracht;

overwegende dat noodzakelijke fiscale maatregelen daardoor te lang moeten wachten op implementatie;

verzoekt de regering alles te doen wat nodig is om de ICT-systemen en bemensing van de Belastingdienst op zo kort mogelijke termijn op orde te krijgen, en de Kamer driemaandelijks over de voortgang daarvan te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter L (35788).

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. Dan heb ik een tweede motie. Die gaat over de gokreclames.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Van Rooijen, Mei Li Vos, Janssen en Raven wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds de opening van de onlinekansspelmarkt er een grote toename is van het aantal uren dat mensen doorbrengen op onlinegoksites en dat de consumenten op allerlei media geconfronteerd worden met een grote hoeveelheid ongerichte reclames voor kansspelen op afstand;

overwegende dat het aanwakkeren van het deelnemen aan kansspelen niet het doel was van het legaliseren van de onlinekansspelen, maar nu in feite wel het resultaat is, met mogelijk grote negatieve maatschappelijke gevolgen, zoals financiële problemen en verslavingsproblematiek;

overwegende dat het grote aantal reclames niet in verhouding staat tot het doel van de Wet kansspelen op afstand, namelijk het realiseren van kanalisatie naar legaal aanbod;

overwegende dat het kabinet, ondanks diverse verzoeken vanuit het parlement om te komen tot een verbod op ongerichte reclames voor risicovolle kansspelen, een dergelijk verbod nog niet heeft ingesteld;

verzoekt de regering in de aanloop naar een wettelijk verbod op ongerichte reclames voor risicovolle kansspelen op de kortst mogelijke termijn te komen tot een beperkte venstertijd van een uur per dag, waarin maximaal één reclame voor kansspelen per reclameblok op radio en tv wordt toegestaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter M (35788).

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter, nog even kort een punt van orde. Normaal gesproken wordt in de tweede termijn de tijd stopgezet bij het indienen van moties. Dat is hier niet gebeurd, dus ik wil graag nog even twee andere moties indienen.

De voorzitter:

Door het lid Koffeman wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de handel in stikstofruimte volgens diverse rechterlijke uitspraken leidt tot onwenselijke situaties;

overwegende dat een groot aantal provincies naar aanleiding daarvan de handel in stikstofruimte heeft stilgelegd of overweegt dat te doen;

verzoekt de regering de handel in stikstofruimte landelijk te verbieden tot het moment dat ongewenste neveneffecten in kaart gebracht zijn en ter beoordeling van het parlement sluitend voorkomen kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter N (35788).

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. Dan heb ik nog een laatste motie en die gaat over de studiefinanciering. De inzet van mijn fractie is dat studenten die geen schuld hebben aan de schuld die ze nu hebben, die schuld kwijtgescholden moeten krijgen en dat ze gelijk behandeld moeten worden met de studiefinanciering zoals die daarvoor en daarna werd gehanteerd. Daartoe dien ik de volgende motie in.

De voorzitter:

Door het lid Koffeman wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat studenten die tot 2015 studeerden gemiddeld €14.000 aan basisbeurs ontvingen gedurende vier studiejaren;

overwegende dat studenten tussen 2015 en 2023 door de invoering van het leenstelsel het geld dat een student voor de invoering van het stelsel vanuit de basisbeurs zou hebben ontvangen, hebben moeten lenen;

overwegende dat studenten bij realisatie van het kabinetsvoornemen om de studiebeurs te herintroduceren vanaf 2023 naar alle waarschijnlijkheid eenzelfde bedrag zullen ontvangen;

verzoekt de regering om de gedupeerde studenten op een behoorlijke wijze te compenseren, zodanig dat de compensatie een vergelijkbare hoogte heeft als de giften aan de studenten die onder de basisbeurs vielen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter O (35788).

Dank u wel, meneer Koffeman. Sinds juni 2019 is de klok nooit stilgezet tijdens het indienen van een motie. De klok geeft namelijk de spreektijd aan en die heet niet voor niets zo. Het zou lastig worden als ik die stilzet, want dan kunt u de motie niet meer indienen. Maar misschien gebeurde het voor die tijd wel. Dat weet ik niet.

Dan ga ik nu naar de heer Van Rooijen namens 50PLUS.