Plenair Ester bij voortzetting behandeling Pakket Belastingplan 2022



Verslag van de vergadering van 14 december 2021 (2021/2022 nr. 11)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.43 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ester i (ChristenUnie):

Voorzitter. Dank aan beide staatssecretarissen voor de beantwoording van onze vragen. We kijken terug op een rustig en soms een beetje mat debat zelfs. Het feit dat het om een beperkt aantal wetsvoorstellen gaat, zal daar zeker debet aan zijn. Het grote werk komt na het nieuwe regeerakkoord; het is al veelvuldig genoemd. Niettemin zijn er toch een aantal betekenisvolle fiscale stappen gezet. Ik heb de onbeantwoorde vragen met de staatssecretaris gedeeld en krijg daar straks nog een antwoord op, neem ik aan. Ik wil in deze tweede termijn volstaan met drie onderwerpen: de toeslagenaffaire, de rendementsdiscussie en de rol van de ethiek in de fiscale adviessector.

Allereerst de schrijnende toeslagenkwestie. Mijn fractie ziet een hardwerkende staatssecretaris, die samen met haar medewerkers het pijnlijke en moeizame traject tot een goed einde wil brengen. Wij waarderen haar openheid, haar commitment en verantwoordelijkheidszin, maar dat het nog lang gaat duren en dat er nog vele, vaak ook nieuwe hobbels genomen moeten worden, lijkt mij eveneens duidelijk. Gelukkig, zo begrijp ik het toch, is het beschikbare budget geen belemmering.

Wel ben ik nog benieuwd — het is misschien een beetje een pikante vraag — hoe zij de rol van het parlement ziet om nieuwe affaires te voorkomen. Ik doel dan met name op de vele fiscale compensatieregelingen van voorgenomen beleid die in beide Kamers worden opgeworpen en die het toeslagenregime zeer complex maken. Ik stel die vraag ook een beetje aan de andere staatssecretaris. Moeten zij ons niet eens vermanend toespreken en zeggen dat er grenzen bereikt worden als het gaat om de uitvoerbaarheid? Mij valt toch op dat de meeste toetsen van de Belastingdienst altijd positief uitvallen. Zij kunnen het aan. Misschien moeten we daar toch eens kritischer naar kijken en moet u ons ook als parlement een spiegel voorhouden.

Het tweede onderwerp is de langlopende discussie rond werkelijk en fictief rendement. Het blijft een ergerlijke zaak dat hier geen knopen worden doorgehakt. Voor belastingplichtigen is het onverteerbaar dat die kwestie zich maar blijft voortslepen. En mijn fractie begrijpt die ergernis eigenlijk ook heel goed. De Rotterdamse hoogleraar Bas Jacobs stelde onlangs onomwonden dat belasten op fictief rendement een fiscaal curiosum is in de westerse wereld en dat er een breder consensus is onder economen over het belasten van werkelijke vermogensinkomsten. Graag een reactie van de staatssecretaris — ik zie hem al een beetje bedenkelijk knikken — op deze fiscale uitzonderingspositie van Nederland.

Voorzitter. Het derde en laatste onderwerp betreft de relatie tussen ethiek en fiscaliteit. Laat mij nogmaals onderstrepen dat er vele fiscale adviseurs zijn die de rol van de ethiek zeer serieus nemen. Mij gaat het echter om kritiek die vanuit de sector zelf naar boven is gekomen op de continue jacht op mazen in de fiscale wetgeving. Daarom opperde mijn fractie in eerste termijn het idee van een eed voor fiscale adviseurs, net zoals die voor banken geldt. Daarmee zouden zij dan ook onder het tuchtrecht kunnen vallen. Mijn fractie is blij met de toezegging van de staatssecretaris om zijn opvolger mee te geven het door ons geopperde idee een paar stappen verder te helpen. We worden graag geïnformeerd over de bevindingen en de stappen die op dit moment al worden gezet om toe te werken naar een gedragscode voor de sector. Wat is volgens de staatssecretaris eigenlijk de stip op de horizon? We hopen dat een gedragscode, een eed of hoe je het ook wil noemen voor de fiscale adviessector een louterende functie zal hebben.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ester. Dan is het woord aan mevrouw Geerdink, die zal spreken namens de fractie van de VVD.