Plenair Prins bij behandeling Goedkeuringswet derde verlenging geldingsduur Twm covid-19



Verslag van de vergadering van 23 november 2021 (2021/2022 nr. 7)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.30 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Prins i (CDA):

Meneer de voorzitter. Helaas moeten wij constateren dat wij als samenleving moeten leren leven met het covidvirus. Dat valt ons allen niet mee. Sterker nog, de samenleving raakt steeds meer gepolariseerd en zelfs geradicaliseerd. De gevaccineerde vrouw die al weken wacht op een belangrijke operatie en daarom boos wordt op haar buurman die zich niet wil laten vaccineren en vervolgens door covid wél wekenlang een plek op de ic bezet houdt. Een gevaccineerde student die zich afvraagt of de overheid wel beseft dat hij, omdát hij gevaccineerd is, daarom nu toch écht naar dat festival kan. Of de horecaondernemer die zich keurig aan de regels van de coronatoegangsbewijzen houdt maar met lede ogen moet aanzien dat het café aan de overkant dat niet doet en juist daardoor méér bezoekers trekt. Of die ic-verpleegkundige die toch maar weer haar beschermingsoutfit moet aantrekken om een covidpatiënt te helpen en ondertussen van haar vriendin een appje krijgt dat deze boos is omdat ze niet op wintersport kan.

Zomaar enkele voorbeelden uit de praktijk van alledag die illustreren dat het covidvirus diepe sporen trekt in onze samenleving. De solidariteit, het vertrouwen in elkaar en in de overheid staan steeds meer stevig onder druk. Discussies over de individuele vrijheid van vaccinatiekeuze versus verantwoordelijkheid voor de volksgezondheid worden soms zorgvuldig en afgewogen gevoerd, maar helaas ook vaak beschuldigend en zelfs bedreigend.

Het is toch bizar en beslist af te keuren dat huisartsen zich niet meer durven uit te spreken over het coronavirus omdat ze bedreigd worden. Dat wetenschappers begeleiding krijgen na een tv-optreden, om nog maar niet te spreken over de heftige bedreigingen aan de leden van ons kabinet. Helaas moeten wij dan ook constateren dat het covidvirus veel ziekmakender is dan alleen als gevolg van een covidbesmetting bij een helaas groeiend aantal burgers, waardoor de zorgsector in zijn voegen kraakt, planbare maar wel kritieke operaties worden uitgesteld en geen inhaalzorg meer wordt ingepland, de ziekenhuizen en de artsen en verpleegkundigen overbelast zijn.

Maar vooral zorgt het coronavirus ervoor dat verschillen tussen mensen uitgroeien tot ónoverbrugbare verschillen van inzicht en vooral ook van onderlinge verwijdering. In gezinnen, in families, maar ook tussen groepen in onze samenleving.

De CDA-fractie maakt zich zorgen over deze groeiende polarisering en bij diverse groepen zelfs een radicalisering. Zorgen over het dalend vertrouwen in de overheid. Een democratie staat of valt met luisteren naar elkaar, naar de meerderheid en naar de minderheid. Met respect hebben voor elkaars mening, met het vinden van de juiste balans tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, voor jezelf en je naaste. Dat is zeker niet altijd makkelijk, dit blijkt wel in deze tijden. Toch moet hier niet alleen maar aandacht zijn voor het bestrijden van het virus, maar ook voor de groeiende, scherpe tegenstellingen in ons land. Ook al is het huidig kabinet demissionair, toch is de CDA-fractie van mening dat er met spoed beleid en plannen moeten worden ontwikkeld om een verdere polarisatie en radicalisering tegen te gaan. Een commissie van experts zou dit vast ter hand kunnen nemen als input voor dit beleid voor het huidige of het nieuwe kabinet. Graag een toezegging in dezen.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Ik deel de zorgen over de verregaande radicalisering die mevrouw Prins uit. Dat zie ik ook met zeer lede ogen allemaal gebeuren en dat loopt helemaal uit de klauwen, ook bij bepaalde politici. Hoe denkt mevrouw Prins dit op te kunnen lossen? Wat is daarvoor nodig?

Mevrouw Prins (CDA):

Wat daarvoor nodig is, is aan de ene kant respect voor elkaar. Ja, dat is toch de basis, verantwoordelijkheid voor jezelf en je eigen gedrag, maar ook respect voor het gedrag van de ander en op die manier met elkaar in gesprek gaan.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ja, maar dit zijn types die daar geen enkele boodschap aan hebben. Ik heb dan ook eerder in deze Kamer, in de zomer bij de behandeling van het wetsvoorstel Verruiming mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen, gezegd dat het OM hier ook een taak heeft, dat dit nu dermate uit de klauwen loopt. We hebben de rellen in Rotterdam gezien. Die zijn wereldnieuws. Ik weet niet hoe het bij u was, maar ik werd door allerlei mensen uit de hele wereld gebeld: wat is er in hemelsnaam in Nederland allemaal aan de hand?

De voorzitter:

Uw vraag is?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ligt er een taak voor het OM om hier iets te gaan doen?

Mevrouw Prins (CDA):

O, zeker ook. Daar kom ik zo in mijn bijdrage ook op terug.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Prins (CDA):

Meneer de voorzitter. Ik begon mijn bijdrage met de opmerking dat wij moeten leren leven met dit virus en dat dit leren ons slecht afgaat. Velen van ons zijn nogal gemakzuchtig. Ze laten zich niet testen bij klachten of blijven niet thuis, vinden het gebruik van het coronatoegangsbewijs maar lastig en niet nodig, of weigeren domweg de maatregelen in te voeren. Helaas moeten we als CDA-fractie dan ook constateren dat we ons door gemakzucht, door ontkenning van de ernst van de situatie en door gebrekkige handhaving in een neerwaartse spiraal bevinden. Als velen zich niet aan de maatregelen houden en het toezicht en de handhaving marginaal is, dan leidt dat tot meer besmettingen en dus meer ziekenhuisopnames. Dat zorgt voor overbelasting van de zorg, waardoor er weer nieuwe, zwaardere maatregelen nodig zijn. Zo is de afgelopen week in de Tweede Kamer de wet over het inzetten van coronatoegangsbewijzen in niet-essentiële winkels en dienstverlening aangenomen en zijn er al gesprekken over al of niet 3G of 2G en zelfs een lockdown. Wat weer leidt tot nog meer polarisatie en boosheid van gevaccineerden, niet-gevaccineerden, zorgmedewerkers, horeca- en andere ondernemers.

Daarbij geldt dat de maatregelen díe worden aangekondigd ook steeds complexer in de uitvoering en dus ook in de handhaafbarheid zijn. Die complexiteit in de uitvoering leidt ertoe dat zij steeds minder goed zijn uit te leggen en in de praktijk zijn toe te passen. Dat leidt weer tot vragen over de effectiviteit van een maatregel en tot onbegrip, irritatie en boosheid. Maatregelen zijn pas effectief als ze goed uitvoerbaar, uitlegbaar en handhaafbaar zijn. Die handhaving is wat ons betreft niet adequaat genoeg. Gelukkig hebben wij begrepen dat de regering, in casu de minister van Justitie en Veiligheid, heeft aangegeven dat de handhaving te beperkt is geweest en dat er meer middelen beschikbaar moeten komen. Onze vraag is: wat kan en gaat het kabinet doen om zichtbaar meer in te zetten op toezicht en handhaving? Graag een reactie van het kabinet.

Meneer de voorzitter. De mensen in de zorg, met name de verpleegkundigen die werken voor covidpatiënten, hebben het zwaar, te zwaar. Velen verlaten de zorg.

De voorzitter:

Excuus, mag ik om enige rust in de zaal verzoeken, ook bij de bodes? Dank u wel. U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Prins (CDA):

Velen verlaten de zorg, anderen zijn ziek, hetgeen de druk op de blijvende verpleegkundigen nog eens versterkt. We verzoeken het kabinet om samen met de mensen in de zorg structureel te bezien hoe het werk voor de verpleegkundigen aantrekkelijk blijft. Veel ic-verpleegkundigen ervaren het werk met covidpatiënten als niet passend bij hun opleiding en ambitie. Is er wat te doen aan speciale opleidingen voor dit type ziektebeelden? Is er wat te doen aan de werktijden? Graag een reactie van het kabinet hoe zij sámen met de zorg het werk in de zorg weer aantrekkelijk kunnen maken, nu en in de toekomst.

Sprekend over de toekomst: de CDA-fractie heeft reeds eerder verzocht om aan de hand van scenarioplanning een beleid te ontwikkelen voor de komende jaren waarin het coronavirus. of een ander besmettelijk virus aanwezig is. De WRR en de KNAW hebben dit intussen gedaan. Zij hebben een vijftal scenario's uitgewerkt, van Terug naar normaal, Griep+, Externe dreiging, Continue strijd en Worst case. Zij doen daarbij ook enkele aanbevelingen, zoals: anticipeer op de verschillende scenario's, zodat we niet steeds overvallen worden en ad hoc-besluiten moeten nemen. Zet in op brede maatschappelijke schokbestendigheid, bescherm de waarden van de democratische rechtsstaat.

Meneer de voorzitter. De minister van VWS heeft in de Tweede Kamer aangegeven dat hij verwacht dat er ook wel een vijfde verlenging zal aankomen en dat hij "voor de kerst de Tweede Kamer een procesbrief zal toesturen met daarbij een doorkijkje hoe we mogelijkerwijs een aantal artikelen uit de Tijdelijke wet maatregelen zullen laten indalen in de Wpg, voorafgaand aan een daadwerkelijke herziening van de Wpg. Een definitieve herziening van deze wet zal later ter hand worden genomen, nadat onder andere het onderzoek door de Onderzoeksraad voor Veiligheid is afgerond."

De CDA-fractie is van mening dat na twee jaar leven met tijdelijke wetten het tijd wordt om meer structureel en meer voorspelbaar beleid te ontwikkelen, om zo ook de verwachtingen in de samenleving te managen. Is het nu geen tijd om aan de hand van de genoemde scenario's, de aanbevelingen en de ervaringen van de afgelopen periode een maatschappelijke debat te starten over hoe vanuit verschillende perspectieven, zoals het grondwettelijk perspectief en het perspectief van zorg, economie en welzijn, het gedrag en het beleid moeten worden vormgegeven en welke wet- en regelgeving daartoe nodig is, zo vragen wij de minister, opdat we na twee jaar kunnen stoppen met het inzetten van tijdelijke wetgeving die steeds weer behandeling in beide Kamers vraagt met ook de daarmee gepaard gaande commotie? Ook hier geldt: ondanks de demissionaire status van het kabinet is onze mening dat wij niet kunnen wachten. Terwijl het kabinet keihard werkt om de huidige crisis te besturen, is ons voorstel om andere gremia, bijvoorbeeld de WRR en de KNAW, de opdracht te geven de aanbevelingen verder uit te werken. Graag een toezegging in dezen.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik heb eerder gezegd dat niets zo permanent is als tijdelijke maatregelen. Dat blijkt wel door wat het CDA nu voorstelt, namelijk om deze maatregelen permanent in te zetten. Maar het probleem zit toch vooral in het beperkende karakter van deze maatregelen, in plaats van het tijdelijke karakter? Moeten we niet gewoon zeggen dat we moeten stoppen met deze maatschappelijk zware beperkingen, die als tijdelijk zijn aangekondigd? Daar moeten we op een gegeven moment vanaf kunnen, in plaats deze permanent te maken. Hoe kijkt het CDA daar tegenaan?

Mevrouw Prins (CDA):

Onze visie is dat als beperkingen nodig zijn, je daarvoor zult moeten kiezen, ook als het tijdelijk is. Alleen, wij denken dat je dat structureel beter kunt vastleggen, waardoor ook helder is voor de samenleving dat als bepaalde waarden zijn overschreden, de volgende stap helaas genomen moet worden.

De heer Van Hattem (PVV):

Dus het CDA zegt eigenlijk dat het opleggen van beperkingen — dat is een vorm van staatsdwang — gewoon permanent als een optie in de wet moet komen, zodat het meteen kan worden ingezet als een kabinet dat nodig acht. Dan heeft het CDA het er tegelijkertijd over dat we niet te veel moeten polariseren. Is dit permanent inzetten van zulk soort beperkingen niet juist extra polariserend richting de samenleving?

Mevrouw Prins (CDA):

Integendeel, net zo goed als de Wet publieke gezondheid op zich ook niet polariserend werkt en iedereen blij is dat hij er is, zouden we dat met een dergelijke uitbreiding van deze wet ook moeten kunnen doen.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

Het is wel zo dat zo'n wet polariserend gebruikt wordt. Er wordt nu voortdurend gedreigd in nogal dwingende persconferenties met "meer maatregelen" en "er komt 2G aan"; steeds verder uitbreiden en steeds meer verbreden. Zet dat niet juist aan tot polarisatie, zeker met deze wetgeving in de hand en ook nog met het vooruitzicht dat het permanent wordt gemaakt, zoals het CDA voorstelt?

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Prins.

Mevrouw Prins (CDA):

Nee, integendeel. In dat opzicht denk ik dat we wat de steeds zwaardere maatregelen betreft ook eerst moeten kijken naar onszelf, alle burgers in Nederland. Nemen wij wel de juiste basismaatregelen in acht? Als we dat zouden doen, hadden we al heel veel kunnen voorkomen.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Prins (CDA):

Tot slot, meneer de voorzitter. Wij zijn hier vandaag bijeen vanwege de derde verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19, die over exact een week verloopt. Op de dag dat de wet eindigt kan de Eerste Kamer nog stemmen. Heel vriendelijk gezegd: dat voelt ongemakkelijk en eigenlijk ook wel een beetje lachwekkend. Een oproep onzerzijds is een dergelijke tijdspanne te verkorten, waarmee ook respect wordt getoond voor de rol en de functie van de Eerste Kamer. Wij zijn benieuwd naar de antwoorden van de regering.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Prins. Dan is nu het woord aan de heer Janssen namens de fractie van de SP.