Plenair Ton van Kesteren bij behandeling Evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen



Verslag van de vergadering van 14 september 2021 (2020/2021 nr. 47)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.30 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ton van Kesteren i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Het doel van dit wetsvoorstel is een meer evenwichtige verhouding te bewerkstelligen tussen het aantal mannen en vrouwen in de top van grote beursgenoteerde bedrijven. Een benoeming in strijd met dit voorschrift is nietig. Mijn vraag aan de minister is dan ook: hoe verhoudt dit wetsvoorstel met artikel 1 van onze Grondwet, waarin staat "Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan"?

Dus, voorzitter, het moet gaan om kwaliteit, en de meest geschikte kandidaat, omdat er wordt uitgegaan van positieve discriminatie. En buiten het feit dat de PVV-fractie zich afvraagt in hoeverre dit wetsvoorstel zich verhoudt met artikel 1 van de Grondwet, is zij van mening dat dit voorstel onnodig, dus disproportioneel, en ongewenst is. De PVV wil dat bedrijven komen tot een kwalitatief sterk dagelijks bestuur en raad van commissarissen, waarbij men bij de samenstelling daarvan handelt overeenkomstig artikel 1 van de Grondwet. Bovendien garandeert artikel 16 van het EU-Handvest de vrijheid van ondernemerschap en artikel 1 van het eerste protocol van het EVRM het recht op ongestoord genot van eigendom, dat met deze wetswijziging wordt gereguleerd. Heel belangrijk voor liberale partijen, hè? Je vraagt je af of dat objectief is gerechtvaardigd. "Wij als Staat weten wel wat goed is voor de ondernemer en voor de onderneming". Ja, dat neigt naar de mening van onze fractie toch naar communisme, naar disproportionele staatsbemoeienis. En we weten allemaal waar dat economisch toe leidt.

Dat het bedrijfsleven heel goed in staat is om de eigen besturen samen te stellen en daarbij een evenwichtige samenstelling niet uit het oog verliest, blijkt wel uit het feit dat de laatste jaren het percentage vrouwen in topfuncties is toegenomen. Dat is intrinsieke motivatie, waarin contraproductieve dwangmaatregelen, zoals in dit wetsvoorstel, niet passen. Bewustwording van het belang van diversiteit neemt in alle sectoren toe. Men doet inmiddels in Nederland volop aan diversiteitsbeleid.

Ondanks het feit dat overigens in de meeste sectoren werk wordt gemaakt van meer diversiteit, wil de overheid ook nog eens een keer met dwangmaatregelen de druk opvoeren. Men wil zelfs sancties treffen tegen bedrijven die niet voldoen aan een benoeming die buiten de zogenaamde "30%-benoeming" valt. Het opleggen van een vrouwenquotum voor de top van grote bedrijven is een dictaat. Een dictaat dat een functie in de raad van commissarissen alleen mag worden ingevuld door een vrouw, en mannen daarvan uitsluit zolang dat derde deel in de samenstelling van de raad van commissarissen niet is bereikt, en zonder een beoordeling van gelijke geschiktheid van kandidaten van beide geslachten. Dat is discriminatie, en dus in strijd met de Grondwet, ondanks het feit dat het in jurisprudentie over positieve discriminatie van vrouwen wordt gelegitimeerd. Positieve discriminatie is namelijk een politieke keuze, die indruist tegen onze Grondwet. Dit wetsvoorstel is een inbreuk op de Grondwet, zodat de rechtmatigheid en de proportionaliteit van deze wet kan worden betwist. De SER heeft het in zijn advies aan de regering over het aansporen van bedrijven. Dat is toch echt iets anders dan bedrijven ergens toe dwingen. Ik zou er graag een reactie van de minister op willen hebben hoe zij dat ziet.

Voorzitter. Het voorliggende wetsvoorstel gaat ook volledig voorbij aan het door de linkse partijen, "progressieve partijen" wordt weleens gezegd, omarmde standpunt inzake genderneutraliteit; ik heb het er in de interruptie al even over gehad. Genderneutraliteit is het favoriete thema van menig zich progressief noemende politieke partij. In de beleving van deze politieke partijen zijn er zelfs personen die zich niet thuis voelen bij de aanduiding van "man" of "vrouw". Daarmee wordt de overbodigheid en de inconsequentie van dit wetsvoorstel bevestigd. Dit wetsvoorstel maakt de verschillen tussen man en vrouw juist heel expliciet. En dat staat volledig haaks op het fenomeen genderneutraliteit. Kwaliteiten en voorwaarden moeten bepalen of iemand geschikt is voor een functie en niet het geslacht. De vraag voor de fractie van de Partij voor de Vrijheid is hoe deze wet zich met genderneutraliteit verhoudt.

Het verkrijgen van meer evenwicht in de man-vrouwverdeling in de top van grote beursgenoteerde bedrijven kan ook heel goed zonder dwang worden bereikt en wel met stimuleringsmaatregelen. De woordvoerder van de Partij van de Arbeid heeft daar al ook iets over gezegd, namelijk dat je het breder moet zien, ook in faciliterende maatregelen en flankerend beleid. Nou, dat is veel belangrijker: voorwaarden creëren voor vrouwen zodat ze wel in die markt geschikt zijn of in elk geval in aanmerking komen voor dergelijke functies. Maatregelen die voor die balans kunnen zorgen tussen mannen en vrouwen in relatie tot specifieke beroepskeuzes dan wel studiekeuzes die zowel vrouwen als mannen in de regel maken. Of bijvoorbeeld maatregelen die fulltimewerken voor vrouwen aantrekkelijk maken. Het Europese Hof van Justitie heeft geconstateerd dat de achterstand van vrouwelijke commissarissen kan worden gerelateerd aan het minder beschikbare vrouwelijke arbeidsaanbod. En dat is toch echt iets anders dan concluderen dat vrouwen minder kansen hebben op hoge functies. De kansen voor vrouwen zijn er, zeker in Nederland. En bij kansen horen geen dwangmaatregelen maar hoort een objectieve beoordeling van voorwaarden en kwalificaties. Er is echter gekozen voor zogenaamde positieve discriminatie en een vrouwenquotum. Die keuze staat haaks op het standpunt van de regering dat iedereen in Nederland gelijke kansen moet krijgen en moet kunnen pakken om talenten te ontwikkelen en te laten zien wat hij of zij kan, ongeacht geslacht en culturele achtergrond. Kan de minister aangeven waarom in dit geval toch wordt gekozen voor dwingende maatregelen, in plaats van voor het creëren van goede voorwaarden en stimulerende maatregelen die iedereen de kans geven om in een baan te komen of een opleiding te volgen die bij hem of haar past?

Handhaving van artikel 1 van de Grondwet geeft voldoende handvaten om gediscrimineerde burgers daadwerkelijk kans te bieden op een goede, succesvolle opleiding en een mooie baan of een mooie carrière. Ook daar wil ik graag een reactie op van de minister.

De PVV-fractie vindt dat het voorliggende wetsvoorstel intrinsiek gemotiveerde emancipatie in de weg staat. Het voorliggende wetsvoorstel is voor de PVV-fractie dan ook overbodig, onevenredig en disproportioneel, omdat artikel 1 van de Grondwet immers discriminatie verbiedt. Het getuigt van emancipatie en niet van discrimineren als vrouwen, en zeker ook mannen, in alle vrijheid ervoor kunnen kiezen om bijvoorbeeld in deeltijd te gaan werken of om meer tijd met het gezin te willen doorbrengen. Daar is niks mis mee; dat is ook een ambitie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Kesteren. Dan is nu het woord aan mevrouw Prast, namens de Partij voor de Dieren.