Plenair Van Dijk bij voortzetting behandeling wetsvoorstel 35874 en debat over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 13 juli 2021 (2020/2021 nr. 46)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.13 uur


De heer Van Dijk (SGP):

Dank, voorzitter. Ik dank de minister hartelijk voor zijn beantwoording. Ik heb in deze tweede termijn geen nieuwe vragen meer over het wetsvoorstel. Vanuit de SGP zullen wij dit wetsvoorstel steunen.

Ik dank de minister ook dat hij, zoals hij aangaf na een interruptie, mensen in de gelegenheid wil stellen om te kunnen kiezen voor een vaccin waarvoor geen geaborteerd foetaal weefsel is benut. Dat zou principiële weerstand doen afnemen. Gelukkig lijkt die keuzevrijheid dichterbij te komen. Gaat de minister die beoogde keuzevrijheid communiceren en, zo ja, hoe?

Dan de motie van afkeuring. Het schoot even door mijn hoofd dat er naar verluidt ooit een Kamerlid was, vele decennia geleden, dat geen steun gaf aan een motie van afkeuring, "want", zo zei hij, "de minister is ook maar een mens". In staatsrechtelijk opzicht is dat natuurlijk een problematische redenering, want daarmee wordt de hele ministeriële verantwoordelijkheid op de helling gezet. Tegelijkertijd geldt, zeker in tijden van een diepe crisis met veel ongewisse factoren, dat we geen onfeilbaarheid van een minister kunnen en mogen verwachten. De SGP heeft niet geapplaudisseerd bij al het beleid en alle voornemens van de minister, maar wij voelen geen enkele aandrang om een motie van afkeuring te steunen. Bovendien vormt dit allereerst een politieke kwestie voor de Tweede Kamer.

Voorzitter. Er is in dit debat ook het nodige gewisseld over hoffelijkheid. Ik ga daarover niet filosoferen. Hoffelijkheid is een manier van leven die je gewoon moet doen. Dat maakt het leven, ook het politieke leven, net wat aangenamer en het kost niks. Kan iemand die hoffelijkheid niet opbrengen, haal dan de schouders op en wacht op de volgende regenbui, zou ik zeggen.

Tot slot. Ik maak van de gelegenheid gebruik om deze minister, zijn ambtenaren en niet minder al mijn gewaardeerde collega's de nodige rust en ontspanning toe te wensen in de komende vakantieperiode.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Dan is het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten.