Plenair Keunen bij voortzetting behandeling Coronatoegangsbewijzen / Quarantaineplicht voor inreizigers / Maatregelen COVID-19



Verslag van de vergadering van 25 mei 2021 (2020/2021 nr. 38)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Keunen i (VVD):

Dank, voorzitter. Vrijwel elke honderd jaar is er in ons land een grote infectieziekte-uitbraak. In 1382 stierf in deze stad, Den Haag, een deel van de bevolking door de pest. De bestrijding bestond uit het isoleren van de pestlijders, die zich verplicht herkenbaar moesten maken met een witte lap of een witte stok. Eind 1918 brak in Den Haag, als eerste stad in Nederland, de Spaanse griep uit. De gemeenteraad sloot snel en langdurig alle scholen, waardoor achteraf gezien het aantal slachtoffers in Den Haag beperkt bleef.

Beide voorbeelden, waarbij isoleren werd toegepast om erger te voorkomen, passen naadloos bij de COVID-19-pandemie die ons land sinds vorig jaar teistert. De voorbeelden passen ook bij de indrukwekkende woorden van de Duitse bondskanselier Angela Merkel, die zij deze maand sprak tijdens haar 5 mei-lezing: "Het voelt helemaal niet goed om vrijheid te beperken. Ik had dat liever niet gedaan, maar we moeten nu eenmaal het virus bestrijden."

Voorzitter. De parallel tussen de woorden van Merkel, het Haagse bestuursbeleid ten tijde van de pest en de Spaanse griep, en het regeringsbeleid tijdens de huidige coronapandemie is treffend. Vrijheid beperken als noodzakelijke en proportionele maatregel om onze volksgezondheid te beschermen, is ook letterlijk als artikel opgenomen in onze Grondwet. Vanuit deze optiek kunnen beide wetsvoorstellen die we vandaag bespreken en die vrijheid lijken in te perken, ook worden gezien als mogelijkheden om de vrijheid op de pandemie te herwinnen. Een geslaagd voorbeeld daarvan is Denemarken, waar volop wordt gevaccineerd en getest, waardoor de inwoners hun vrijheid hebben teruggekregen. Ik licht hiermee een tip op van de sluier.

Voorzitter. De VVD-fractie begrijpt dat ingrijpende wetsvoorstellen noodzakelijk zijn, maar voordat mijn fractie tot een definitief oordeel komt, willen wij graag een aantal vragen voorleggen aan de bewindslieden, om een afgewogen besluit te kunnen nemen.

Ik begin met een algemene opmerking en een algemene vraag. Beide wetsvoorstellen zijn door amendementen en moties in de Tweede Kamer sterk verbeterd en er is meer duidelijkheid gekomen over de tijdelijkheid van deze wetsvoorstellen en de vrijwilligheid van vaccinatie. Er ligt ook een verzoek om vaccinatiebewijzen gelijk te stellen aan herstelbewijzen en testbewijzen plus het verzoek dat gevaccineerde burgers zich mogen uitzonderen van de test- en quarantaineplicht. Het rapport van de Gezondheidsraad van 20 mei stelt in navolging van het Europees Centrum voor ziektepreventie dat volledige vaccinatie inderdaad de overdracht van het virus vermindert en bijdraagt aan het voorkomen van infecties bij anderen.

Wat in de Tweede Kamer niet aan de orde kwam, is welke plannen de regering klaar heeft liggen om na deze pandemie beter op nieuwe virusuitbraken voorbereid te zijn. In Nederland lopen we bij een pandemie snel achter de feiten aan, omdat we met heel veel mensen en heel veel dieren heel dicht op elkaar wonen in een geïndividualiseerde samenleving. We zijn ook nog eens een doorvoerland en een vervoersknooppunt, hetgeen het lastig maakt een nieuwe virusuitbraak in te dammen, laat staan buiten de deur te houden. Is het daarom niet verstandig om vol in te zetten op een Nederlands global healthbeleid met verbreding en verdieping van de internationale gezondheid, bijvoorbeeld door een chief medical officer aan te stellen als linking pin tussen overheid, ziekenhuizen, huisartsen, onderzoekers en uitvoeringsorganisaties? Voorkomen is nog altijd beter dan genezen.

De tweede algemene vraag gaat over de publieksvoorlichting door de rijksoverheid. Volgens de gedragsunit van het RIVM is de vaccinatiebereidheid in Nederland leeftijdsafhankelijk — hoe jonger, hoe lager — en is de verwachting dat veel mensen na hun vaccinatie het minder nauw zullen nemen met de coronabasisregels. Dit lijkt een valide reden om de publieke voorlichting beter af te stemmen op doelgroepen, dus niet meer publieke voorlichtingscampagnes, maar andere voorlichtingscampagnes, gericht op doelgroepen. De minister zou kunnen overwegen daarbij gebruik te maken van nudging. Nudging wil letterlijk zeggen een duwtje in de goede richting geven en is bewezen effectief bij voorlichting over een gezonde leefstijl. Een bekend voorbeeld zijn de snoepvrije kassa's op de stations, die ertoe leiden dat bij impulsaankopen vaker een gezonde keuze wordt gemaakt. Nudging zal voor onze jongeren inzichtelijk maken dat je vaccineren niet alleen voor jezelf doet, maar voor de hele samenleving en dat een hogere vaccinatiegraad uiteindelijk de vrijheid zal opbrengen waar we allemaal naar snakken.

Dan over de quarantaineplicht, voorzitter. De Raad van State twijfelt aan de noodzaak en proportionaliteit ervan — dat kwam vanochtend al aan de orde — omdat vooraf niet duidelijk is welke inreizigers wel of niet aan corona lijden. De Raad stelt dat je nooit vrijheid mag ontnemen aan gezonde inreizigers. Als arts wil ik graag verduidelijken dat met de huidige medische kennis en kunde alle reizigers uit zeerhoogrisicogebieden een potentiële en gevaarlijke besmettingsbron kunnen zijn. Helaas zijn vandaag de dag geen minder ingrijpende maatregelen beschikbaar dan thuisquarantaine en testverplichting. De regering is bovendien conform artikel 22 van de Grondwet, de corona-aanbeveling van de Raad van de Europese Unie en artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verplicht om bij een pandemie tijdelijk en onder voorwaarden maatregelen te nemen. Onze vraag is of de minister bij thuisquarantaine kan verduidelijken op grond van welke criteria landen als zeerhoogrisicogebied worden aangewezen. Wordt dit, ter voorkoming van een lappendeken aan regelgeving binnen de Europese Unie, afgestemd in samenspraak met de andere Europese lidstaten? En wat is proportioneel met betrekking tot landen in bijvoorbeeld Zuid-Amerika en Azië waar betrouwbare besmettingscijfers ontbreken?

Een andere vraag gaat over de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van beide wetsvoorstellen. In een brief van 17 mei van de VNG aan de leden van de Eerste Kamer stelt VNG-voorzitter Van Zanen dat de handhavingstaken van gemeenten substantieel zullen toenemen: "dat gemeenten hiermee de grens bereiken van taken die zij nog kunnen handhaven en waar zij nog toezichthouders voor weten te werven." In de nota naar aanleiding van het verslag quarantaineplicht, die deze Kamer vrijdagavond van de minister ontving, staat dat de kosten van toezicht en handhaving volledig door het Rijk gecompenseerd worden. Dit siert de minister, maar de vraag is of de minister ook kan reflecteren op de zorgen van de VNG of voldoende capaciteit voor personele inzet beschikbaar is voor de arbeidsintensieve nieuwe taken die uit de wetsvoorstellen voortvloeien.

Tot slot over testbewijzen, voorzitter. Door een aangenomen amendement in de Tweede Kamer zijn coronatesten gratis, om een tweedeling in de maatschappij te voorkomen. Zolang niet iedereen die dat wenst daadwerkelijk is gevaccineerd, is dit een verstandig uitgangspunt. Het lijkt echter niet onredelijk om, nadat iedereen die dat wil gratis door de overheid is gevaccineerd, een eigen bijdrage te vragen voor toegangstesten bij grote evenementen waar duizenden mensen op afkomen. Uiteraard met uitzondering van die burgers die niet gevaccineerd mogen worden en burgers die corona hebben doorgemaakt. Het lijkt mijn fractie niet fair de belastingbetaler voor alle testkosten op te laten draaien.

Verder wil mijn fractie nog graag weten of transferpassagiers die via een Nederlandse luchthaven doorreizen, worden uitgezonderd van een PCR-testverplichting omdat zij een beperkter risico vormen.

En als laatste vraag: is het huidige testlocatienetwerk voldoende fijnmazig om ook burgers zonder eigen auto te kunnen garanderen dat ze een testlocatie op maximaal twintig minuten afstand van het centrum van de gemeente, zoals is afgesproken, daadwerkelijk kunnen bereiken?

Voorzitter. Ik ga afronden. Als jonge oogarts werd ik op mijn netvliesspreekuur in het Ooglijdersgasthuis in Utrecht geconfronteerd met de verschrikkelijke gevolgen van de aidsepidemie. Mijn aidspatiënten werden vaak slechtziend en overleden vrijwel allemaal. Ingrijpende maatregelen waren nodig om het tij te keren. Als oudere oogarts word ik opnieuw geconfronteerd met een gevaarlijke epidemie, die vorig jaar de grootste oversterfte sinds de Tweede Wereldoorlog veroorzaakte. Dat is bevestigd door meerdere officiële instanties, onafhankelijk van elkaar. Dit ontwricht de reguliere medische zorg in de ziekenhuizen, zoals ik zelf op mijn werk kan zien. Ook nu zijn ingrijpende maatregelen nodig om het tij te keren. Het is niet anders.

Voorzitter. Het was bijzonder om mijn maidenspeech te mogen houden over de medische onderwerpen thuisquarantaine en testbewijzen, omdat ik zo mijn Eerste Kamerverantwoordelijkheden kan combineren met 35 jaar ervaring als medisch specialist op de werkvloer van een academisch ziekenhuis. Mijn fractie ziet met belangstelling uit naar de reactie van de bewindslieden en spreekt dank uit voor ieders aandacht.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Keunen. Mijn hartelijke gelukwensen met uw maidenspeech. Staat u mij toe om iets van uw achtergrond te schetsen.

U studeerde geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Uw specialisme is oogheelkunde. Maar bovenal bent u de derde dokter in deze zaal. Met de heer Van der Voort en ondergetekende zorgt u ervoor dat de medicus practicus politicus vaste voet aan de grond krijgt in de Eerste Kamer.

Van 1991 tot 2004 werkt u als oogarts aan het F.C. Dondersinstituut voor Oogheelkunde van het Utrechts Medisch Centrum. Sinds 1995 werkt u als hoogleraar oogheelkunde, eerst aan het Leids Universitair Medisch Centrum — waar wij ook al collega's waren, toen in het medische vak, nu in de politiek — en later aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

In 2019 bent u met emeritaat gegaan, maar u doet nog altijd onderzoek naar nieuwe behandelmogelijkheden voor de aandoening leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Deze ziekte is de belangrijkste oorzaak van slechtziendheid en blindheid bij ouderen in de westerse wereld. Daarnaast bent u gespecialiseerd in de behandeling van oogtumoren en in de laserchirurgie van het zieke oog. In het publieke debat staat u bekend als voorstander van een vuurwerkverbod voor consumenten. Dat hangt natuurlijk samen.

Naast ogen heeft u een voorliefde voor kunst; het oog wil immers ook wat. U bent voorzitter van de Adviesraad Kunst van het Radboud UMC, lid van de raad van adviseurs van Vereniging Rembrandt en in 2013 was u gastcurator van het Kröller-Müller Museum.

Binnen de VVD bent u voorzitter van het Lokaal Netwerk Rijk van Nijmegen en voorzitter van de Preventiewerkgroep van het landelijk VVD-themanetwerk Zorg & Gezondheid.

Over uw VVD-lidmaatschap zegt u op de website van de VVD Nijmegen dat u van mening bent — en ik citeer — "dat je als Nederlander in vrijheid eigen verantwoordelijkheid moet kunnen nemen en zelfstandig keuzes moet maken. In een duurzame en sociale participatiesamenleving, waarin we elkaar vrijuit aanspreken op verantwoord gedrag en fatsoen." Nogmaals van harte gefeliciteerd met uw maidenspeech.

Ik schors de vergadering voor een kort ogenblik zodat ik u, vanzelfsprekend op 1,5 meter afstand, mede namens alle collega's kan feliciteren. Ik verzoek u om zich op te stellen voor het rostrum voor de felicitaties. Ik verzoek de leden te blijven zitten, met uitzondering van de fractievoorzitter van de VVD, die inmiddels al staat.

(Geroffel op de bankjes)