Plenair Otten bij voortzetting behandeling Bedenktijd bestuur beursvennootschap



Verslag van de vergadering van 16 maart 2021 (2020/2021 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.44 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. De minister heeft onze fractie niet kunnen overtuigen in zijn beantwoording van onze vragen over waarom deze bedenktijd van 250 dagen volgens hem noodzakelijk is of zelfs maar een positief effect zou hebben op het bestaande evenwicht in het Nederlandse vennootschapsrecht tussen aandeelhouders en andere betrokkenen van de onderneming, zoals de ondernemingsraad, de werknemers en uiteraard het bestuur.

Nederland behoort al zeker niet tot de meest aandeelhoudersvriendelijke landen van Europa of van de wereld. Het evenwicht dat we nu hebben, wordt echt verstoord door deze overkill van 250 dagen bedenktijd, die in feite een preventief effect zal hebben op aandeelhouders om een management dat niet performt aan te pakken. Dat is waarschijnlijk ook precies de bedoeling en precies wat het old boys network van Nederland wil. Dat wil geen lastige aandeelhouders die hen gaan corrigeren als ze niet performen: "we willen in Nederland lekker gezellig alles met elkaar op onze manier regelen". Maar soms is het gewoon heel erg belangrijk dat er ook een prikkel van buiten komt als de koers langdurig de verkeerde kant opgaat. Het gaat echt niet altijd om op de korte termijn gerichte hedge funds of iets dergelijks. Er zijn soms ook echt wel goede redenen waarom een bedrijf niet goed performt. Deze bedenktijd is dus een soort pre-emptive manier om kritische aandeelhouders te laten denken: dat duurt te lang, daar beginnen we niet aan. Ik heb als antwoord op de diverse vragen ook geen goede uitleg gehoord van waarom er nou voor 250 dagen is gekozen.

Onze fractie heeft ook een vraag gesteld over strijdigheid met de EU-richtlijn. De minister zegt: het is niet strijdig, klaar. Dat was een wel heel korte beantwoording. Onder andere de advocaat-generaal van de Hoge Raad heeft gezegd dat dat zeer dubieus is, dat het de vraag is of die bedenktijd niet in strijd is met artikel 6, lid 3, van de richtlijn. Daar zou ik graag nog even een reactie op willen. In eerste termijn heb ik daar ook concrete vragen over gesteld. We komen ook tot de conclusie dat er geen onderzoek verricht is naar wat de gevolgen van deze bedenktijd zijn voor het vestigingsklimaat in Nederland.

Een belangrijk punt, dat ik nog helemaal niet gehoord heb in deze discussie, is: hoe komen we ooit nog weer van deze bedenktijd af? Als die eenmaal ingevoerd is, dan komen we er nooit meer van af. Dat heeft dus langetermijnconsequenties. Hoe denkt de minister daarover? Dat zou ik nog wel graag willen weten.

Ons advies is dus: neem ruim de bedenktijd over deze bedenktijd, want dit is een heel slecht doordacht plan. We gaan geen moties indienen, maar we zouden bijna overwegen om een motie in te dienen om 250 dagen bedenktijd over deze bedenktijd te vragen.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Dan is het woord aan mevrouw Adriaansens namens de fractie van de VVD.