Plenair Otten bij behandeling Bepalende zeggenschap van de Staten-Generaal bij verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 23 februari 2021 (2020/2021 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.20 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. "Een Eerste Kamer die niet voor zijn eigen rechten kan opkomen, ondermijnt zijn eigen bestaansrecht." Deze woorden sprak ik op 26 oktober 2020 tijdens de behandeling van de coronaspoedwet van minister De Jonge in de Eerste Kamer. Dat was ook de reden dat onze fractie samen met de heer Janssen en een aantal andere fracties de motie-Janssen indiende op die dag, de 26ste oktober, nu vier maanden geleden. Vier maanden, een eeuwigheid in dit coronatijdperk. Een tentatief tijdpad, noemt de minister dat in de beantwoording aan deze Kamer.

De spoedwet werd aangenomen, ook al stemde onze fractie tegen, maar de motie-Janssen die toekomstige betrokkenheid van de Eerste Kamer wil waarborgen werd ook aangenomen door een ruime meerderheid van deze Eerste Kamer. In de Tweede Kamer zijn er vele tientallen plenaire coronadebatten en ontelbare commissievergaderingen geweest, maar als de minister van VWS naar de Eerste Kamer moet komen is er altijd wel weer een werkbezoekje in Brabant of een belangrijke persconferentie of iets anders waardoor de minister niet kan komen. Dat de Eerste Kamer op dinsdagen vergadert, is al sinds mensenheugenis het geval, al is het tegenwoordig steeds vaker ook op diverse andere dagen van de week om het kabinet te faciliteren met spoeddebatten over allerlei spoed- en reparatiewetten van deze ministers. Waar komt dit dedain of deze angst voor de Eerste Kamer toch vandaan, vraag ik aan de minister van VWS. Of ziet de minister van VWS deze Eerste Kamer gewoon als een op afroep beschikbare stempelmachine die de deukjes in de wetgeving als gevolg van het juridische botsautobeleid van de minister snel even moet uitdeuken, het liefst nog als hamerstuk zonder debat? Maar het gaat hier niet om de aanpassing van een of ander bestemmingsplan of een detail, maar om de beperking van de grondrechten van 17 miljoen Nederlanders, een van de meest impactvolle wetgevingstrajecten in de geschiedenis van Nederland.

Voorzitter. Tijdelijke maatregelen duren het langst. Die zin heeft onze fractie al vele malen uitgesproken tijdens de beraadslagingen over de diverse tijdelijke coronawetten. Ik heb er op 26 oktober ook een hele lading voorbeelden van gegeven, zoals de loonbelasting, de WED et cetera. Ik ga dat nu niet allemaal herhalen. Helaas zien we dat deze woorden ook bij de tijdelijke coronawetgeving weer opgeld doen. Bij wetgeving met dergelijke grote implicaties voor de grondrechten kan het niet zo zijn dat de rol van de Eerste Kamer door een debat in de Tweede Kamer buiten werking wordt gesteld. De ministers hadden dit dan ook moeten voorkomen in de Tweede Kamer door het amendement-Hijink over te nemen en niet met dit staatsrechtelijke vluggertje akkoord te gaan. De motie-Janssen, mede ingediend door onze fractie, is dan ook helder en een duidelijk signaal aan het kabinet dat er nu aan de staatsrechtelijke noodrem moet worden getrokken en de rol van de Eerste Kamer effectief gewaarborgd moet worden. Graag vernemen we van de minister van VWS vandaag hoe hij deze motie effectief en snel gaat uitvoeren. Als de minister van VWS bij zijn tentatieve tijdpad het gebruikelijke spoedtijdpad voor de reparatiewetgeving die de minister richting deze Eerste Kamer stuurt, hanteert, kan dit allemaal binnen no time geregeld zijn.

Voorzitter. Een van de wetten waar de minister van VWS de afgelopen zomer erg druk mee was en waarmee hij veel tijd heeft verspeeld, is de wet over de corona-app. Onze fractie wees er tijdens het debat over de appwet vorig jaar al op dat die app waarschijnlijk niet ging werken. Hoe staat het daar nu mee, is onze vraag aan de minister van VWS, want we horen er helemaal niets meer over. Hoeveel mensen hebben de app nu gedownload? Hoeveel mensen hebben die alweer verwijderd? Graag, mede indachtig het verzoek van de voorzitter, concrete cijfers en antwoorden.

Tot slot nog een paar woorden over de corona-aanpak van het kabinet. Zoals onze fractie ook vrijdag al aangaf tijdens het debat met minister Grapperhaus over de juridische problemen rond de avondklok, is het van groot belang dat er een effectieve totaalaanpak wordt gevoerd bij de bestrijding van het coronavirus. De verschillende elementen van het beleid moeten elkaar aanvullen en versterken. Het is als een vliegtuig: zonder vleugels kun je niet vliegen, maar zonder motoren en zonder staart ook niet. Het hele systeem van maatregelen moet kloppen. De instrumenten moeten op elkaar afgestemd zijn en elkaar versterken om de coronabesmettingen zo snel mogelijk effectief onder controle te krijgen. En er moet ook perspectief zijn voor de bevolking en duidelijkere communicatie vanuit het kabinet naar de bevolking, in plaats van steeds wisselende boodschappen die het eigen beleid ondermijnen. Onze oproep aan het kabinet is dan ook om de Nederlandse bevolking open tegemoet te treden met heldere communicatie om de effectiviteit van de corona-aanpak te vergroten.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Dan schors ik nu op verzoek voor een kwartiertje, tot kwart voor twaalf.