Plenair De Bruijn-Wezeman bij behandeling Verduidelijking tijdelijke grondslag voor regels over de toegang tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer



Verslag van de vergadering van 8 januari 2021 (2020/2021 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.45 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw De Bruijn-Wezeman i (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Allereerst dank ik de minister hartelijk voor zijn uitgebreide beantwoording hier vandaag. Bij een debat in deze Kamer waarin het gaat over de beperking van grondrechten is het natuurlijk begrijpelijk dat er wordt doorgevraagd op juridische aspecten. Daarbij ontstaat dan meteen het risico dat we juridisch alles dicht willen regelen. Wetten zijn mensenwerk waaraan het virus helaas geen boodschap heeft.

De VVD-fractie beoordeelt deze wet primair vanuit het legitieme doel van bescherming van de volksgezondheid. Hier staat dan ook geen jurist, maar iemand met een zorgachtergrond. De woorden die de minister sprak vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid van ons land, onderschrijf ik vanuit het perspectief van de zorg dan ook van harte. Bij een aantal collega's bespeurde ik de behoefte aan het evalueren van het gehele coronabeleid. Die behoefte voel ik ook, maar ik bewaar die graag voor een later moment. Vandaag hebben wij ons beperkt tot een spoedige behandeling van het voorliggende wetsvoorstel, dat wij zullen steunen, zoals ik ook al in eerste termijn aangaf. Ik wens de minister en het heel kabinet verder veel wijsheid toe in het navigeren van ons land door de coronastorm richting een veilige haven, om maar in reistermen te blijven.

Voorzitter. Dank u wel.

Mag ik nog even een ordevraag stellen over de moties?

De voorzitter:

Gaat uw gang.

Mevrouw De Bruijn-Wezeman (VVD):

Wij stemmen vandaag over het wetsvoorstel. Ik neem aan dat de moties aanstaande dinsdag in stemming gebracht kunnen worden. Want ik wil uiteraard eerst het oordeel van de minister erover afwachten, maar er daarna ook nog graag fractieoverleg over voeren.

De voorzitter:

Dat laatste is wel afgesproken in het College van Senioren, maar ik zal straks nog een voorstel aan de Kamer doen om inderdaad aanstaande dinsdag over de moties te stemmen. Dan kijken we of dat brede steun krijgt.

Ten slotte neem ik nog even zelf het woord, om een vraag te beantwoorden die de heer Janssen heeft gesteld. Voor zover valt na te gaan, is sinds 1815 niet vergaderd op een vrijdag in een reces. Aangezien er voor 1815 geen Eerste Kamer was in Nederland, is er dus nog nooit vergaderd op een vrijdag in het reces, voor zover valt na te gaan. Hiermee is uw vraag denk ik beantwoord.

Ik kijk of een van de leden in tweede termijn nog het woord wenst. Dat is niet het geval. Is de minister in de gelegenheid om direct te antwoorden op de vragen van de Kamer? U zegt: twee minuten om mijn haar te kammen. Dat is niet een heel geloofwaardig argument, maar ik schors de vergadering desalniettemin tot 17.55 uur.