Plenair Otten bij behandeling Begroting Nationaal Groeifonds 2021



Verslag van de vergadering van 15 december 2020 (2020/2021 nr. 16)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 15.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

De klok loopt al, zie ik, voorzitter.

De voorzitter:

De klok loopt altijd.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Haastige spoed is zelden goed! En al zeker niet als het gaat om een uitgave van maar liefst 20 miljard euro, waarbij ook nog eens een fundamentele vorm van staatskapitalisme wordt gelanceerd in Nederland. Hier in de Eerste Kamer beraadslagen wij soms dagenlang over aanmerkelijk minder ingrijpende maatregelen dan deze blanco cheque van 20 miljard. Een aantal coalitiepartijen en ook de PVV wilde vorige week ineens deze kwestie zelfs zonder betekenisvolle discussie als hamerstuk in de Eerste Kamer afdoen. Mede door onze volharding is er toch nog een debatje van amper 40 minuten gekomen, oftewel 500 miljoen euro per minuut. In dit tempo hadden we de vele duizenden slachtoffers van de toeslagenaffaire die al jaren op hun geld zitten te wachten binnen drie seconden hun geld kunnen geven.

Voorzitter. Toen onze fractie de leden van de commissie Economische Zaken vorige week vroeg wat precies het spoedeisende belang was en waarom dit Nationaal Groeifonds met stoom en kokend water door de Eerste Kamer moest worden geloodst, bleef het een volle minuut stil in de videovergadering en had niemand een antwoord. Blijkbaar hebben vele partijen er belang bij om zo snel mogelijk met deze groene grabbelton van 20 miljard euro aan de slag te gaan. Het Nationaal Groeifonds lijkt dan ook eerder een Nationaal Graaifonds, en de belastingbetaler draait er weer voor op.

Voorzitter. Zoals elke Nederlander weet, kun je je geld maar één keer uitgeven. Juist in deze ongekende mondiale economische crisis, als gevolg van het coronavirus, had dit geld dan ook moeten worden besteed aan structurele lastenverlichting voor met name de middeninkomens en de hardwerkende Nederlanders. Steeds meer mensen kunnen de eindjes niet meer aan elkaar knopen in Nederland, maar wij geven even op een achternamiddag 20 miljard uit aan vage duurzaamheidsprojecten zonder rendementsdoelstelling. "De hardwerkende Nederlander is van ons", hoorde ik gister een VVD-senator nog roepen in deze Eerste Kamer. Maar vergeet het maar. De VVD geeft het zuurverdiende belastinggeld van de hardwerkende VVD-stemmende Nederlander liever aan een aantal old boys en voormalige politici, om er hun pet projects en GroenLinkse duurzaamheidsdromen mee te financieren.

Voorzitter. Er is veel te doen over de naam van dit fonds. Is het nou het Wiebes-fonds, het Wopke-Wiebes-fonds, of het Wiepke-fonds? Er is eigenlijk bijna meer discussie over de naam dan over de inhoud en de doelstellingen. Wat onze fractie betreft kunnen we dit fonds beter het McKinsey-fonds noemen, een theoretische studeerkameroplossing, bedacht op de tekentafel door twee voormalige McKinsey-consultants, te weten de heren Wiebes en Hoekstra. Een van hen schopte het zelfs tot partner bij deze illustere consultancyfirma. De ander was architect van de toeslagen-ellende als staatssecretaris van Financiën. Als minister van Economische Zaken is hij de man die ons van het gas af wil hebben en een duur Klimaatakkoord sloot, waar de hardwerkende, belastingbetalende Nederlander weer voor mag opdraaien.

Een dergelijke consultants-studeerkameroplossing zien we nu ook weer terug in de opzet van dit Nationaal Groeifonds. We zien een consultantsaanpak die er leuk uitziet op papier, maar waarvan het nog maar de vraag is wat er in de praktijk van terechtkomt. De consultants Wiebes en Hoekstra komen met een ronkende presentatie en grote plannen; anderen mogen de plannen gaan uitvoeren. Herhaaldelijk heeft onze fractie gewaarschuwd voor de risico's van deze gekozen aanpak.

Voorzitter. Wij kregen daarin bijval, en niet van de minsten. Voormalig minister van Financiën Onno Ruding, nota bene ook CDA-partijgenoot van minister Hoekstra, zei in Het Financieele Dagblad: "Als je het belangrijk vindt om ergens geld aan uit te geven, moet je het in de begroting opnemen. Dan krijg je ook een eerlijke afweging: hoeveel prioriteit heeft het echt? Zo'n fonds wordt al gauw een grote grabbelton. Als er ineens iemand aan komt lopen met een grote bak met geld, komt iedereen erop af, als sprinkhanen. Zo gaat dat in de politiek." Maar ook Sweder van Wijnbergen, voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken van minister Wiebes, en hoogleraar economie aan de UvA, waarschuwde uitgebreid in een artikel in NRC Handelsblad met de omineuze kop: "Laat ze geen 20 miljard weggooien". Ik citeer Sweder van Wijnbergen over het Wopke-Wiebes-fonds. "De (…) naam ontstond naar aanleiding van een kinderachtige ruzie over wie nou het eerst dit lumineuze idee naar voren bracht. Wie het bedacht, weten we niet, maar dat het een uitzonderlijk slecht plan is, weten we wel." Aldus topeconoom Van Wijnbergen.

Ook Van Wijnbergen maakt zich net als onze fractie grote zorgen over de selectie van de investeringsprojecten. Ik citeer: "De enige verdere toets nadat lobbyende bedrijven aankomen met projecten is (…) een typische polder-adviescommissie (…), vol min of meer grote namen maar zonder relevante deskundigheid — noch inhoudelijk noch wat betreft projectevaluatie." Dat zijn niet mijn woorden; dat zijn de woorden van de voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken van de heer Wiebes, te weten de heer Van Wijnbergen. Onze fractie deelt deze scherpe analyse van de voormalige secretaris-generaal.

Voorzitter. Vorig jaar voerden we in de Eerste Kamer een uitgebreid debat over de 2,5 miljard euro die het kabinet beschikbaar heeft gesteld aan een soortgelijk investeringsfonds van voormalig minister van Financiën, Wouter Bos. Dit fonds heet: Invest-NL. De heer Van Ballekom refereerde er ook al aan.

Ik keek vanochtend mijn eerste termijn van het debat over Invest-NL, op 12 november 2019, nog eens terug. Veel van de bezwaren die ik daar opvoerde tegen Invest-NL gelden mutatis mutandis en in versterkte mate voor het Nationaal Groeifonds. Alleen is het Nationaal Groeifonds tien keer zo groot.

Invest-NL werd groots gelanceerd, onder het motto: impact investing. De impact beperkt zich, voor zover wij het nu kunnen zien, vooral tot het creëren van een grote staf van 50 mensen en veel overhead. Mijn vraag aan beide ministers is dan ook: waar heeft het investeringsfonds Invest-NL in het afgelopen jaar in geïnvesteerd? Welke activiteiten en bedragen zijn daarmee gemoeid?

Invest-NL werd aan ons verkocht om marktfalen op te lossen. Hoe dat precies in z'n werk moest gaan, konden de ministers ons destijds niet goed uitleggen. Het Nationaal Groeifonds gaat dit nu op tien keer grotere schaal ook doen. Het investeert in zaken als "kennisontwikkelingen, onderzoek, ontwikkeling en innovatie, en infrastructuur". Dat alles gebeurt uiteraard met efficiënte CO-beprijzing en om ons verdienvermogen te vergroten. Mijn vraag aan de beide ministers is: hoe wordt dat verdienvermogen gemeten, voordat u deze miljarden investeert? Dergelijke beslissingen zijn met enorm veel onzekerheid omgeven. Mijn vraag aan de bewindslieden is: hoe wordt daar concreet mee omgegaan? Hoe kan het kabinet waarborgen dat de miljarden hier niet als sneeuw voor de zon verdwijnen in de zakken van duurzaamheidsillusionisten, die de beheerders van de door de belastingbetaler opgehoeste miljarden uiteraard gouden bergen voorspiegelen om uit de miljardentrog te kunnen mee-eten?

Voorzitter. Ik rond af. Het moge duidelijk zijn: wij zien dit Nationaal Groeifonds in de huidige vorm niet zitten en vrezen dat dit uiteindelijk eindigt in een walhalla voor consultants en duurzaamheidsillusionisten, en in een tranendal voor toekomstige generaties. Wij willen dan ook dat er, net als bij het EU-Herstelfonds van 750 miljard, een noodrem wordt toegevoegd aan dit Nationaal Groeifonds. Maar dat moet dan wel een noodrem zijn die, in tegenstelling tot de noodrem van het EU-Herstelfonds, ook echt werkt. Daarvoor dienen wij de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Otten, De Vries en Baljeu wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet voornemens is om 20 miljard euro uit te geven aan het Nationaal Groeifonds;

constaterende dat dit aanzienlijke en significante risico's met zich meebrengt voor de Nederlandse belastingbetaler, nu en in de toekomst;

verzoekt de regering de plannen voor het Nationaal Groeifonds zodanig aan te passen of aan te vullen dat er een adequate noodremprocedure aan de governance van het Nationaal Groeifonds wordt toegevoegd, zodat effectief kan worden ingegrepen als de risico's niet langer opwegen tegen de investeringen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter G (35570-XIX).

De heer Otten (Fractie-Otten):

Voorzitter. We zien uit naar de discussie met de bewindslieden.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Dan is het woord aan de heer Essers namens de fractie van het CDA.