Plenair De Blécourt-Wouterse bij behandeling Versterking van het toekomstperspectief van de publieke omroep



Verslag van de vergadering van 7 december 2020 (2020/2021 nr. 13)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.02 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw De Blécourt-Wouterse i (VVD):

Dank u wel, voorzitter. De doelstelling van het wetsvoorstel is het vernieuwen en versterken van de publieke omroep. Wat de VVD-fractie betreft, brengt het wetsvoorstel niet de door haar verdergaande gewenste vernieuwing van het omroepbestel. De VVD-fractie is van mening dat het omroepbestel nog steeds te ondoorzichtig en complex is en dat het te weinig ruimte voor concurrentie van private partijen toestaat. De spagaat met enerzijds een onafhankelijke publieke omroep die terecht ruimte biedt aan veel uiteenlopende maatschappelijke stromingen om zich via de publieke omroep te uiten, en anderzijds de omroepverenigingen die er belang bij hebben om het verenigingsbelang te dienen, blijft bestaan. Echter, de VVD-fractie ziet wel dat voorliggend wetsvoorstel een stap in de goede richting is. Het is een compromis waar zij achter kan staan.

Voorzitter. Haast is geboden, omdat de concessieperiode eind 2021 ten einde loopt. Het wetsvoorstel lijkt een stap in de goede richting naar meer pluriformiteit van de landelijke publieke omroep, al is er nog steeds geen sprake van een volwaardige contentgedreven sturing op de distributie van programma's door de NPO. De VVD-fractie vraagt de minister om nog eens toe te lichten waarom er in zijn visie geen tegenstelling zit in het feit dat de nieuw erkende omroepverenigingen zich onder het wetsvoorstel nog steeds aan dienen te sluiten bij een bestaande omroepvereniging. De minister heeft aangegeven dat ook binnen een samenwerkingsomroep een omroepvereniging haar eigen identiteit kan behouden. De VVD vraagt de minister of hij dat nader zou willen toelichten.

Voorzitter. De VVD-fractie wil de minister ook vragen stellen over wat er gebeurt als bestaande omroepen niet wensen samen te werken met een nieuw erkende omroep. De minister heeft eerder aangegeven dat hij in dat geval beslist na advies van de Raad voor Cultuur, de NPO en het Commissariaat voor de Media. De VVD-fractie vraagt de minister of het College van Omroepen daar ook nog een rol in speelt en wat de indicatoren zijn op basis waarvan de minister uiteindelijk zal beslissen.

De memorie van toelichting spreekt over een overkoepelende inhoudelijke programmeer-, productie- en distributiestrategie. Binnen een dergelijke strategie zou er voor de omroepen meer ruimte ontstaan om in te zetten op datgene waar ze sterk in willen zijn en waarmee ze zich kunnen profileren. Dat kunnen televisieprogramma's zijn of content op ondemandaanbodkanalen. Die gedachte, daar staat de VVD-fractie achter: content first, eerst de inhoud, en dan pas kijken hoe het in de programmering past. Dit wordt uitgewerkt in een genrebeleid. De uitvoering van het zogenaamde genrebeleid wordt echter niet beschreven.

Voorzitter. Het lijkt de VVD-fractie een goed idee om dit genrebeleid vast te leggen in een protocol. Graag horen wij van de minister een oordeel over een dergelijk protocol en of hij wil toezeggen dat hij zich zal inzetten voor het tot stand komen van een dergelijk protocol. Juist in verband met de uitvoerbaarheid vraagt de VVD-fractie de minister om toe te zeggen dat de NPO, maar ook een afvaardiging van de omroepen, bij de opstelling van een dergelijk protocol betrokken zal worden, zodat er draagvlak wordt gecreëerd aan de voorkant, waardoor de uitvoering goed kan verlopen.

Voorzitter. Dan nog kort iets over het versterken van de bestuurlijke organisatie. Mevrouw Veldhoen had het er ook al even over. De raad van toezicht van de NPO moet onder het wetsvoorstel werken met gevoel voor het krachtenveld waarin de landelijke publieke mediadienst functioneert en moet rekening houden met de belangen van de omroepen. De VVD-fractie zou de minister willen vragen hoe dat gevoel gemeten gaat worden. En de VVD-fractie zou de minister willen vragen op welke wijze de raad van toezicht in zijn toezichtfunctie rekening zal moeten houden met de belangen van de omroepen. Hoe ziet de minister dat voor zich? Kan de minister dat nader toelichten?

Tot slot ga ik kort in op wat collega Veldhoen zei. Het internet is niet te stoppen en dat willen we ook helemaal niet. Grote techbedrijven, daar kan de omroep niet tegenop en daar staat de omroep niet alleen in. Dat moet in een bredere context worden bekeken. Ik begreep dat de Tweede Kamer daar ook mee bezig is met het thema digitalisering, en dat gaat verder dan het medialandschap. NPO Start bijvoorbeeld kan niet opboksen tegen Netflix en Disney+. Wat nodig is, is een samenwerking. De populaire Netflixserie Undercover krijgt lovende kritieken en Nederland wordt daarin geroemd, maar het is een Vlaamse serie, een samenwerking van de Vlaamse publieke omroep met Netflix. Daar moeten we in Nederland ook naartoe. Survival of the fittest, je aanpassen aan je omgeving en niet de omgeving aanpassen aan jou.

Daarmee wilde ik eindigen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw De Blécourt. Dan geef ik het woord aan de heer Janssen namens de fractie van de SP.