Plenair Kox bij Voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 27 oktober 2020 (2020/2021 nr. 7)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Dank u wel, voorzitter. Mag ik u om te beginnen bedanken voor de mooie woorden van zojuist? Het is 75 jaar na de terugkeer van dit vrije parlement, na vijf jaar bezetting en onvrijheid. Ik bedank vooral ook Laurens Dragstra voor zijn indrukwekkende boek over deze goeddeels onbekende geschiedenis van dit parlement. Ik bedank iedereen die er toen aan heeft bijgedragen dat dit land na vijf jaar bezetting weer vrij kon worden en iedereen die er tot op de dag van vandaag toe bijdraagt dat dit land vrij is en vrij blijft. Wat er ook aan dit land mankeert, wat ben ik toch blij om als vrij parlementariër in dit vrije land te kunnen functioneren.

Vandaag bespreken we de begroting voor komend jaar met de minister-president, die dit jaar tien jaar in het Torentje zit: proficiat hiermee. We bespreken de begroting ook met de minister van Financiën die, naar verluidt, die plek in het Torentje straks best wel wil overnemen, tegen elk aannemelijk bod. Maar voorlopig verdedigen ze samen, schouder aan schouder, deze begroting. Opgepast, houd natuurlijk afstand.

Voorzitter. Die begroting is bijzonder. Ze kent een ongekend groot tekort en een ongekend grote staatsschuld. Dat is een grote breuk met het verleden. Door drie kabinetten-Rutte werden, juist om de begroting en schuld op orde te brengen na de financiële crisis, de lonen laag gehouden, de zorg vermarkt, sociale werkplaatsen op slot gedaan, studenten met een leenstelsel in de schuld gestoken en de sociale volkshuisvesting met een verhuurderheffing uitgekleed. De rijksbegroting was op orde en de staatsschuld laag, maar gewone mensen kwamen veel tekort en de samenleving werd naar mijn mening veel tekortgedaan.

Nu is ons land onverwacht door een heuse pandemie in een nieuwe crisis beland. Opnieuw zitten we in zwaar weer. Maar gelukkig zegt de minister van Financiën nu dat hij diepe zakken heeft en alles zal doen wat nodig is om de crisis te bestrijden. En de premier, die tien jaar lang in lijn met de neoliberale visie stond voor "meer markt en minder overheid", wil nú juist een sterke overheid. Het lijkt blijkbaar niemand nu nog een goed idee om gewone mensen en de samenleving opnieuw te laten opdraaien voor de kosten van deze nieuwe crisis. De verschillen worden kleiner, zeggen de collega's Knapen en Rosenmöller. Ik zie dat ook. Die ommezwaai in het politieke denken verwelkomt mijn fractie van harte.

Voorzitter. Wij zijn blij dat ook onze nationale planbureaus zeggen dat deze coronacrisis om grote politieke keuzes vraagt. Alleen de coronabrand blussen, volstaat niet. De miljarden die nu worden vrijgemaakt, moeten volgens hen vooral ook worden ingezet om de vele kloven die onze samenleving kenmerken, te dichten. Dat zijn de kloven tussen laag- en hoogopgeleiden, tussen flexkrachten en vaste werknemers, tussen jongeren en ouderen, tussen mensen met en mensen zonder migratieachtergrond en tussen de 1% rijksten, die inmiddels al een derde part van ons totale vermogen bezitten, en de 99% overige Nederlanders, die een steeds kleiner deel met elkaar moeten zien te delen. Het dichten van die kloven moet prioriteit hebben, zeggen onze planbureaus. Wij vinden dat een heel goed plan. We roepen dat immers al jaren: doe het socialer in plaats van nog liberaler.

Voorzitter. Mijn fractie vindt het goed dat deze begroting miljarden inzet om te doen wat nodig is. Zo kunnen bedrijven die door corona stilvallen, toch loon uitbetalen en mensen in dienst houden. Zo hoeven zelfstandige ondernemers niet meteen om te vallen nu hun werk massaal uitvalt. Maar wat niet is, kan snel komen. Volgens velen is de crisis nog lang niet ten einde. Daarom lijkt het ons wijzer om eerder bedachte beschermingsconstructies niet nu alweer af te breken. We kunnen, nu de pandemie zich uitbreidt, beter opschalen dan afschalen. Wat vindt de premier?

Voorzitter. Terwijl we kloven moeten dichten, vergroot, volgens het Centraal Planbureau, de coronacrisis de al bestaande sociaal-economische ongelijkheid op veel gebieden. Dat is wrang. De gezondheidskloof wordt groter. Lager opgeleiden en lager betaalden leven al zes jaar korter en lopen nu ook nog meer risico op een coronabesmetting. Ik heb het over Fatima en Ingrid, Henk en Mohammed en al die anderen die vaak vitaal werk verrichten voor weinig geld en in slechte omstandigheden moeten werken en wonen. Zij vangen weer de hardste klappen op, als we er niks aan doen.

De achterstelling van uitzendkrachten, oproepkrachten en zzp'ers wordt in coronatijd ook groter. Zij verliezen als eersten hun werk en trekken aan het kortste eind als het om hulp van de overheid gaat. Hun gebrek aan onderhandelingsmacht wordt volgens het CPB weerspiegeld in hun achterstelling. Door jarenlang aangemoedigde flexibilisering van de arbeidsmarkt worden in crisistijd de negatieve gevolgen ongelijker verdeeld, zo zei het CPB al eerder. Nu we niet met een gewone neergang te maken hebben maar met een soms totale stilval, zijn die ongelijke effecten nog groter. Juist de groepen die het het allerslechtst getroffen hebben, lopen nu nog meer kans op financiële problemen en alle daarmee samenhangende ellende.

Voorzitter. De coronacrisis versterkt ook de effecten van arbeidsdiscriminatie. Mensen met een migratieachtergrond vliegen er vaak als eerste uit als het tegenzit en vinden als laatste werk als het weer beter gaat. Het toeslagenschandaal bij de Belastingdienst heeft laten zien hoe je op basis van je achternaam en je nationaliteit door de overheid zomaar in ellende kan worden gestort. Mag ik de premier vragen wat al die mensen dit jaar nog aan compensatie mogen verwachten? Ze wachten naar onze mening al veel te lang. Vindt de premier dat ook?

Voorzitter. De ongelijkheid in het onderwijs wordt ook groter in coronatijd. De schoolsluiting heeft kinderen uit gezinnen met weinig geld en weinig woonruimte extra achtergesteld, terwijl die juist het minste konden lijden. Wat doen we daaraan, zo vraag ik de premier, die zelf elke week voor de klas staat en weet waarover het gaat.

Voorzitter. Wereldwijd is de situatie nog veel erger. Terwijl we allemaal getroffen worden door een mondiale pandemie, mankeert het op allerlei fronten aan internationale samenwerking, 75 jaar na de oorlog, 75 jaar na de oprichting van de Verenigde Naties. De Wereldgezondheidsorganisatie wordt bijvoorbeeld krakkemikkig gefinancierd en daardoor ernstig gehinderd in de effectieve aanpak van de pandemie. Volgens de Wereldbank zullen vanwege corona dit jaar 100 miljoen mensen extra in extreme armoede belanden. Wie in die omstandigheden niet doodgaat aan corona, sterft alsnog van de honger, in een wereld waarin de 26 rijksten verzuipen in hun geld en nu net zo veel bezitten als de armste helft van de hele wereldbevolking.

Voorzitter. De OESO zegt dat lage inkomensgroepen — denk aan vrouwen, jongeren, zelfstandigen en flexkrachten — door de pandemie disproportioneel worden geraakt. Daarom pleit OESO-voorman Angel Gurría nu voor hogere belastingen op privévermogens. Toen ik hem onlangs in een videovergadering van de Raad van Europa vroeg hoe hij zulke ingrepen kon voorstellen, zei hij dat het in de gegeven omstandigheden realistisch is om met radicale voorstellen te komen. Volgens de OESO heeft groeiende ongelijkheid immers een negatief effect op de economische vooruitgang. Toen dacht ik: dat moet ik doorgeven aan onze premier en onze minister van Financiën. Bij dezen. Daaraan gekoppeld noem ik de aanmoediging van Gurría aan de regering: wees realist, handel radicaal. Ik zal maar eens wat noemen. Zie af van een ongemotiveerd cadeau van 2 miljard per jaar aan het bedrijfsleven en schrap liever de verhuurderheffing. Zo creëer je banen en bouw je woningen. Je kunt met een tijdelijke huurstop huurders helpen die door de crisis bovenmatig hard getroffen worden. Deze Kamer vroeg er al drie keer om. Het wordt tijd om te luisteren, meneer de minister-president.

Ik noem nog wat radicale en realistische voorstellen. Verhoog de belasting op winsten en vermogens en maak ruimte om het minimumloon richting €14 te verhogen, zoals de vakbeweging en steeds meer partijen vinden. Geef de helden in de zorg naast applaus nu ook echt een structurele beloning voor al hun geweldige werk. Halveer de schulden van mensen die zonder schuldsanering niet uit de ellende kunnen komen en daardoor een last voor zichzelf en anderen blijven. Het Nibud stelt zoiets voor. Als de regering dat mogelijk maakt, kan de aangekondigde aanpak van armoede- en schuldenproblematiek echt aanslaan. Dan kan er ook uitvoering gegeven worden aan de harde toezegging die deze Kamer dit voorjaar van de regering kreeg over het halveren van kinderarmoede voor 2030.

Voorzitter. Een radicale maar ook realistische stap zou volgens onze fractie kunnen zijn dat de regering zich gezien de omstandigheden niet langer gedraagt als een coalitieregering van vier partijen die denkt het nog steeds voor het zeggen te hebben. De situatie vraagt namelijk betrokkenheid van veel meer partijen. Wie in crisistijd namens velen wil regeren, moet zich echter ook openstellen voor ideeën van anderen. Wij willen deze regering steunen bij het doen van wat nu nodig is, mits de regering ons en anderen de ruimte biedt om mee te denken en voorstellen te doen. Wat vindt de premier?

Voorzitter. Omdat we in tijden van crisis eerder meer dan minder democratie nodig hebben, is het nodig snel een aantal verbeteringen aan ons parlementaire stelsel aan te brengen. Voor het mogelijk maken van een correctief referendum ligt al het prima initiatiefvoorstel-Van Raak bij ons. Voor het mogelijk maken van een terugzendrecht hoopt onze fractie nu snel een voorstel van de regering te krijgen, zodat dat hier nog voor de verkiezing van een nieuwe Tweede Kamer in eerste lezing kan worden behandeld. Lukt dat, vraag ik de premier.

Voorzitter, tot slot. Eind februari werd in Tilburg de allereerste coronapatiënt opgenomen. Nu zijn we al meer dan 10.000 landgenoten kwijtgeraakt. Hun families rouwen. Heel veel mensen werden ziek en velen lijken ziek te blijven. De maatschappelijke schade is kolossaal. Wereldwijd zijn er meer dan 1 miljoen mensen bezweken aan een virus waarvan we een jaar geleden nog nooit hadden gehoord. De pandemie heeft 2020 tot een regelrecht rampjaar gemaakt. Maar aan het einde van mijn betoog wil ik ook herinneren aan de hartverwarmende solidariteit die we dit jaar overal hebben zien opbloeien en de geweldige inzet die allerlei mensen leveren zonder mankeren, soms met gevaar voor eigen welzijn en gezondheid, gewoon omdat het nodig is. Het wordt steeds duidelijker: georganiseerde solidariteit is het allerbeste antwoord op deze crisis. Nederland is nog lang geen diepsocialistisch land, zeg ik de premier. Dat weet hij zelf ook wel. Maar ons land kan zeker een majeure beweging in die richting gebruiken. Veel socialer in plaats van nog liberaler zou de nieuwe koers moeten worden volgens mijn fractie.

En dat kan. We weten nu uit eigen ervaring dat als het echt moet, we samen heel veel middelen kunnen inzetten en heel veel samen kunnen doen. Dat geeft nieuwe hoop, met name in de strijd tegen die andere dreigende catastrofes, de steeds grotere wooncrisis en de mensgemaakte opwarming van de aarde. Met slechts een deel van wat er nu in coronatijd wordt vrijgemaakt, kunnen we echt werk maken van grootscheepse sociale volkshuisvesting en kunnen we alsnog de gestelde klimaatdoelen halen. En als we het geld dat we nu uitgeven, vooral duurzaam inzetten, pakken we meerdere crises tegelijk effectief aan. Elke crisis, hoe ernstig ook, creëert altijd kansen. Laten we die durven grijpen. Wees realist, handel radicaal.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan is het woord aan de heer Koffeman namens de Partij voor de Dieren.