Plenair Stienen bij behandeling Creëren tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap



Verslag van de vergadering van 23 juni 2020 (2019/2020 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 9.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Stienen i (D66):

Voorzitter. Allereerst wil ik namens de D66-fractie de heer Van der Burg veel succes wensen met zijn maidenspeech.

Voorzitter, 24 juni 2016, precies vier jaar minus 1 dag geleden. Velen van ons weten nog precies waar we waren toen we het ochtendnieuws hoorden. De Britten hadden de dag daarvoor in het brexitreferendum besloten de EU te verlaten. Op dat moment konden we nog niet vermoeden welke verstrekkende consequenties dit zou hebben voor de relaties tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie.

Diezelfde ochtend werden vele Nederlanders in het VK ook met een schrik wakker. Ze hadden geen enkele invloed gehad op dit besluit en toch stond hun leven op losse schroeven. Ik kan me goed voorstellen dat dit als totale overmacht heeft gevoeld. Want wat zou dit besluit betekenen voor hun leven in het VK? Want als de brexit werkelijkheid zou worden, dan zou hun Nederlandse EU-paspoort niet meer voor gelijke rechten zorgen. Wat zou dit betekenen voor hun rechten op werk, een woning, gezondheidszorg? Zouden ze nu tweederangs burgers worden in het land waar ze zich thuis voelen? Of zouden ze nu hun Nederlanderschap moeten opgeven om een normaal leven te kunnen blijven leiden in het VK?

Voorzitter. Vandaag bespreken wij het voorstel van rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijgaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creëren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap, oftewel de Rijkswet inperking gevolgen Brexit. Een initiatiefwet is veel werk en vergt doorzettingsvermogen en daadkracht. Namens de D66 fractie geef ik graag mijn complimenten aan de initiatiefnemers en vooral ook aan alle medewerkers achter de schermen die ook heel veel werk hebben verricht om dit in goede banen te leiden. Ik dank ook de mensen van the3million, Stichting Nederlanders Buiten Nederland, Nederlanders in den Vreemde en Stichting GOED die hun eigen inzichten, expertise en persoonlijke ervaringen met ons hebben gedeeld om beter te begrijpen welke juridische en persoonlijke gevolgen brexit voor Nederlanders in het VK kan hebben. Want daardoor kunnen we beter begrepen welke juridische en persoonlijke gevolgen de brexit voor Nederlanders in het VK kan hebben. De D66-fractie denkt dat deze initiatiefwet voor veel Nederlanders in het VK een vangnet kan betekenen in deze onzekere periode, omdat zij dankzij de initiatiefwet de mogelijkheid krijgen de Britse nationaliteit aan te nemen én hun Nederlanderschap te behouden als er geen voldoende waarborgen zijn voor hun burgerrechten in de uiteindelijke afspraken tussen het VK en de EU.

Voorzitter. We zijn nu vier jaar verder. De D66-fractie vindt, net als vier jaar geleden, het vertrek van de VK uit de EU nog steeds heel jammer. We verliezen daarmee een gewaardeerd en belangrijk Unielid. We zien ook dat het vertrek van het VK uit de EU verstrekkende gevolgen zal hebben voor de ruim 66 miljoen inwoners van het VK. Velen van hen hoopten wellicht "verlost" te zijn van de plichten die gepaard gaan met het Unielidmaatschap, maar het wordt ook steeds duidelijker dat zij alle rechten verliezen waar de burgers van de grootste interne markt en waardengemeenschap ter wereld aanspraak op kunnen maken. Maar daar gaat ons debat vandaag niet over. Vandaag staan we hier omdat vele landgenoten in de problemen kunnen raken omdat de uittreding van het VK uit de EU niet alleen gevolgen voor Britse inwoners zal hebben, maar ook voor de 3,5 miljoen EU-burgers, waaronder zo'n 100.000 Nederlanders.

Voorzitter. Volgens de D66-fractie is het doel van deze wet vrij eenvoudig. De wet regelt dat, in het geval dat de VK uit de EU treedt zonder voldoende waarborgen voor rechten van Nederlanders in het VK — een scenario dat volgens ons steeds waarschijnlijker wordt — Nederlanders in het VK de Britse nationaliteit kunnen aanvragen zonder daarbij hun Nederlandse nationaliteit te verliezen. Momenteel staat de Rijkswet op het Nederlanderschap dit niet toe, waardoor de groep Nederlanders die in het VK verblijft en geen recht heeft op een dubbel paspoort, zou moeten kiezen tussen de Britse of de Nederlandse nationaliteit. Oftewel: een onzekere mogelijke tweederangsstatus met behoud van een Nederlands paspoort, óf vaarwel zeggen tegen hun Nederlandse nationaliteit en daarmee ook tegen het Unieburgerschap, inclusief alle voordelen en rechten die daarmee gepaard gaan. Dit is volgens mijn fractie extra schrijnend omdat deze Nederlanders een brexit niet hadden kunnen voorzien, laat staan gewild, op het moment dat zij ervoor kozen zich in het VK te vestigen. Ze gingen naar het VK in de volle overtuiging dat zij hun Nederlanderschap, en daarbij ook hun EU-burgerschap, konden behouden zonder in te hoeven leveren op hun rechten en zonder mogelijk een speelbal te worden in de brexitonderhandelingen.

Voorzitter. De afgelopen weken heb ik een aantal gesprekken gevoerd met Nederlanders in het VK. Hun inschatting is dat de Britse regering niets zal doen om de burgerrechten van EU-burgers, inclusief Nederlanders, te waarborgen op zo'n manier — en dat is belangrijk — dat hun behoefte aan rechtszekerheid, gelijkheid en sociale en psychologische veiligheid wordt zeker gesteld. Met andere woorden, velen van hen, zeker zij die niet met iemand met de Britse nationaliteit getrouwd zijn, vrezen dat ze in de toekomst steeds meer problemen zullen krijgen bij het vinden van een woning, studie, baan en recht op sociale zekerheid. Zij maken zich ook zorgen wat er gebeurt met de status en burgerrechten van hun partners die niet EU-burger zijn. Daarnaast bleek het tijdens de covidlockdown voor veel EU-burgers met een verblijfsstatus in het VK bijna onmogelijk om consulaire bijstand te krijgen vanuit het VK om terug te kunnen naar hun thuis in het VK.

Voorzitter. Op 31 januari van dit jaar ratificeerden het VK en de EU het uittredingsverdrag oftewel de Withdrawal Agreement, waardoor het vertrek van het VK uit de EU nu toch echt op 31 december van dit jaar lijkt te gaan gebeuren. Graag hoort mijn fractie van de initiatiefnemers welke garanties dit uittredingsverdrag volgens hen biedt over burgerrechten van EU-burgers en waar ze nog zorgen hebben als het gaat om die burgerrechten. De D66-fractie verneemt ook graag van de staatssecretaris welke inschatting zij maakt over de waarborgen die er voor EU-burgers — lees: Nederlanders — in dit uittredingsverdrag zitten. Volgens de Nederlanders die ik sprak, heeft het Withdrawal Agreement van 31 januari jongstleden wel een bepaling dat er een onafhankelijk orgaan moet komen voor burgerrechten. Maar ze maken zich zorgen dat de implementatie via lagere regelgeving kan worden veranderd zonder enige vorm van parlementaire controle. Graag hoort mijn fractie een reactie van de initiatiefnemers en de staatssecretaris op die zorgen. En welke waarborgen achten zij nodig om deze zorgen weg te nemen?

Mijn gesprekspartners vertelden me ook dat zij toenemende discriminatie op de woningmarkt en de arbeidsmarkt vrezen vanwege het feit dat EU-burgers slechts een digitale status hebben die hun verblijfsstatus moet bewijzen. Let wel, verhuurders van woningen en werkgevers in het VK zijn verantwoordelijk voor het controleren van de juiste verblijfsstatus van hun huurders en werknemers en zullen liever het zekere voor het onzekere nemen. Daarnaast hebben deze Nederlanders in het VK grote zorgen over de transparantie en het beheer van hun persoonlijke gegevens in de systemen van het VK. Ook is er weinig vertrouwen, zo vertelden ze me, dat het Britse Home Office daadwerkelijk zal zorgdragen voor hun burgerrechten. Bovendien betreuren zij het verlies van het EU-recht van vrij verkeer van personen. Dit is volgens hen niet gegarandeerd in de Withdrawal Agreement. Mijn fractie hoort graag een reactie van de initiatiefnemers en de staatssecretaris op de zorgen van de Nederlanders over deze situatie. Welke waarborgen zou de regering in het VK volgens hen moeten geven om deze zorgen weg te nemen?

Voor veel Nederlanders in het VK blijkt het aannemen van de Britse nationaliteit het enige antwoord op deze situatie. Alleen, als deze Nederlanders in het VK door deze situatie hun Nederlanderschap zouden moeten opgeven voor het behoud van burgerrechten via aanname van de Britse nationaliteit, zou dat voor velen een groot dilemma zijn. Ze kunnen dan niet meer zo makkelijk naar Nederland als nu. Velen hebben nog oudere familieleden waarvoor ze in de toekomst wellicht willen zorgen. Bovendien verliezen ze met het Nederlanderschap ook het EU-recht op vrij verkeer van personen; ik heb het al eerder gezegd. De D66-fractie vindt het oneerlijk om van deze Nederlanders te verlangen dat ze dan maar moeten kiezen. Loyaliteit is niet eendimensionaal. Het is voor velen alsof je vraagt te kiezen van welke ouder ze het meest houden, hun vader of hun moeder. En ik begrijp goed dat een van mijn gesprekspartners zei: "Ik wil niet hoeven te kiezen tussen de Nederlandse of de Britse nationaliteit. Ik hou van Nederland; dat is voor altijd mijn moederland en daar heb ik banden met familie en vrienden. Maar ik hou ook van het VK; daar woon ik al meer dan twintig jaar. In de 21ste eeuw is het toch logisch dat mensen banden hebben met verschillende landen?" De D66-fractie hoort graag een reactie van de initiatiefnemers en de staatssecretaris op dit dilemma voor Nederlanders in het VK.

Voorzitter. Het moge duidelijk zijn dat mijn fractie het belang van deze initiatiefwet onderschrijft. Mijn fractie is ook blij te zien dat de initiatiefnemers tot vijf verschillende partijen behoren; mevrouw Vos had het daar ook al over. Die partijen hebben allemaal een eigen visie op dubbele nationaliteiten, maar toch zien jullie en zien wij allemaal de noodzaak voor en de behoefte aan dit initiatief. Het is niet voor niets dat in Duitsland, Oostenrijk en Slowakije ook al soortgelijke wetten zijn aangenomen. Voor de goede orde merk ik op dat in het grootste deel van de EU dubbele nationaliteiten gewoon mogelijk zijn.

Uiteraard kent mijn fractie het kritische advies van de Raad van State. De beoogde uitzonderingen op verkrijging en verlies van de Nederlandse nationaliteit zouden te ingrijpend zijn. De onomkeerbare oplossing van het wetsvoorstel biedt volgens de Raad van State de groep voor wie het bedoeld is meer dan nodig en staat niet in verhouding tot het probleem dat ermee opgelost wordt. Ook zou het primair aan het VK zijn en niet aan de Nederlandse Staat om een oplossing te bieden, gezien de problemen van verblijfsrechtelijke aard zijn. Graag hoort mijn fractie daarom van de initiatiefnemers hoe zij de bezwaren van de Raad van State hebben meegenomen in hun initiatief.

Mijn fractie begrijpt dat de staatssecretaris de zienswijze van de Raad van State tot op zekere hoogte deelt. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer noemde zij dat de Britse regering een regeling heeft getroffen voor het verblijfsrecht van de in het VK wonende Unieburgers, mocht er geen deal gesloten worden. Deze burgers komen in dat geval in aanmerking voor een settled status indien zij langer dan vijf jaar in het VK wonen, of een pre-settled status indien dat niet het geval is. Het voorliggende wetsvoorstel zou daarom volgens de staatssecretaris niet nodig zijn. Dit settled-statussysteem is echter in secundaire wetgeving vervat, wat inhoudt dat deze zonder input van het Britse Lagerhuis gewijzigd kan worden. De rechten van Unieburgers in het VK na uittreding zijn volgens de verschillende belangenorganisaties van Nederlanders, zoals de Stichting Nederlanders Buiten Nederland, daarom niet voldoende gegarandeerd. Mijn fractie vraagt de staatssecretaris daarom hoe zij de stelling beoordeelt dat zelfs als rechten onder het settled-statussysteem momenteel nog wel gewaarborgd zijn, dit systeem alsnog geen sluitend vangnet biedt omdat deze rechten in secundaire regelgeving vervat zijn, en dus zomaar gewijzigd kunnen worden. Welk alternatief ziet zij dan om ervoor te zorgen dat burgerrechten van Nederlanders in het VK worden gewaarborgd?

Mijn fractie had graag gezien dat er ook een oplossing zou zijn gevonden voor de positie van Britten in Nederland. Zouden de initiatiefnemers willen toelichten waarom die uiteindelijk niet is meegenomen in dit wetsvoorstel? Bovendien zou mijn fractie graag van de staatssecretaris vernemen hoe het staat met de uitvoering van de motie van Salima Belhaj met het verzoek aan de regering om met vertegenwoordigers van Britten in Nederland in gesprek te gaan over hun wensen en de mogelijkheden om de gevolgen van de brexit in zo goed mogelijke banen te leiden.

Tot slot. Als deze wet wordt aangenomen, is heldere communicatie van groot belang, zodat Nederlanders in het VK weten wat hun rechten zijn. Graag zou mijn fractie van de initiatiefnemers en de staatssecretaris vernemen welke informatie en communicatie richting Nederlanders in het VK zij nodig achten na het aannemen van de wet. Daarbij hoort mijn fractie ook graag welke rol de Nederlandse ambassade in Londen kan spelen in deze communicatie.

De D66-fractie prijst de initiatiefnemers van deze initiatiefwet, want hiermee laten we zien dat we als Nederland onze verantwoordelijkheid willen nemen voor de rechten van Nederlanders in het buitenland. Zo kunnen we ten minste een klein deel van de onwenselijke en nadelige gevolgen van de brexit of de onzekerheid daarover aanpakken.

Voorzitter. Wij kijken uit naar de antwoorden van de initiatiefnemers en de staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Stienen. Dan is het woord aan de heer Doornhof namens de fractie van het CDA.