Verslag van de vergadering van 21 april 2020 (2019/2020 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.04 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Karimi i (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Goed dat wij vandaag toch dit debat voeren. De Europese Bankenautoriteit heeft recent nog een oproep gedaan aan financiële instituties om in tijden van de coronacrisis extra alert te zijn op witwassen.

Follow the Money is steeds vaker in het nieuws. Daarmee bedoel ik het journalistencollectief dat telkens weer schandalen ontdekt en daarmee grote maatschappelijke impact realiseert. Het volgen van geldstromen is niet alleen effectief als werkwijze van journalisten. Het is ook een effectief instrument voor het bestrijden van ondermijnende activiteiten van criminele en terroristische organisaties. Ongebruikelijke transacties kunnen verdachte transacties zijn. Criminele en terroristische netwerken en organisaties hebben ook telkens weer bewezen vindingrijk te zijn in het misbruik van het financiële stelsel. Misbruik van het financiële systeem door deze groepen moet worden voorkomen, opgespoord en gestraft met wering uit het systeem en vervolging. Er is dan ook geen ruimte en tijd voor een lakse houding van bestuurders van banken en financiële instellingen.

Met de voorliggende implementatiewetgeving wordt de reikwijdte van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme uitgebreid. Voordat ik op specifieke onderdelen van de voorliggende wetsvoorstellen kom, heb ik een algemene vraag. Hoe beoordeelt de minister, ook gezien de ervaringen van de laatste jaren, de effectiviteit, doelgerichtheid en doelmatigheid van de poortwachtersfunctie van financiële instellingen in Nederland op dit moment?

Een tweede algemeen punt dat ik wil maken, is de relatie tussen belastingontwijking of belastingontduiking en witwassen. Door brievenbusfirma's, vastgoed en schimmige constructies is er een grote overlap tussen kapitaalstromen waarmee wordt witgewassen en kapitaalstromen waarmee belasting wordt ontweken. Nederlandse brievenbusfirma's zijn nog altijd de spin in het web van belastingontwijking. Dat is een doorn in het oog van GroenLinks. Uit recent onderzoek blijkt dat Europese landen 10 miljard euro aan belastinginkomsten mislopen door Nederland. Zeker in deze tijden, waarin Europese solidariteit extra belangrijk is, moet aan belastingontwijking via Nederland een eind komen.

Mijn fractie is ook benieuwd naar de stand van zaken van het onderzoek naar de relatie tussen witwassen en belastingontwijking, zoals gevraagd in de motie-Snels/Groothuizen in de Tweede Kamer, bij de behandeling van deze wetsvoorstellen. Kan de minister een tipje van de sluier oplichten en aangeven waar we staan? Wanneer verwacht de minister de resultaten van dit onderzoek te presenteren? Zou de minister de resultaten van dat onderzoek ook naar de Eerste Kamer willen sturen?

Voorzitter. Op 30 mei 2018 is de richtlijn 2018/843 aangenomen, die de vierde Anti-witwasrichtlijn uit 2015 wijzigt. Onderhavige wetsvoorstellen beogen de implementatie van een deel van deze richtlijn. In het voorbereidingswerk zijn vele vragen al door de minister beantwoord, waarvoor onze dank. In mijn inbreng van vandaag zal ik mij richten op de volgende drie punten: de doelmatigheid van de beoogde registratiesystemen voor de aanbieders van diensten voor virtuele valuta's; de effectiviteit van toezicht en opsporing; en de handhaafbaarheid van de regels van het Verwijzingsportaal Bankgegevens.

Virtuele valuta's gaan gepaard met een hoge mate van anonimiteit en flexibiliteit. Dat maakt deze valuta's natuurlijk ideaal voor criminelen en terroristische organisaties en netwerken, om geld door te sluizen binnen het financiële stelsel van EU-landen. Aanbieders van diensten van virtuele valuta's, zoals de wisseldiensten, zijn dan ook cruciaal voor het faciliteren en accommoderen van de toegang tot het financiële stelsel. Daarom is het belangrijk dat ook deze aanbieders onder de wet Wwft komen te vallen. Zij moeten zich registreren, en vallen onder het toezicht van DNB. Materieel moeten ze klantenonderzoek doen, transacties monitoren en ongebruikelijke transacties melden.

En hier komt eigenlijk onze eerste zorg. In het oorspronkelijke wetsvoorstel wilde de regering een vergunningstelsel introduceren. Na advies van de Raad van State werd het een registratiesysteem. De minister schrijft in antwoord op de vragen uit deze Kamer dat er door dit registratiesysteem een beperktere toets zal plaatsvinden bij het toelaten van de aanbieders tot de markt, in vergelijking met wat in een vergunningstelsel mogelijk zou zijn geweest. Kan de minister aangeven welke risicoanalyse hij heeft gemaakt bij het loslaten van de oorspronkelijke opzet van een vergunningstelsel, na advisering door de Raad van State? Op welke wijze heeft de minister geprobeerd die risico's te mitigeren?

De richtlijn beoogt een minimumharmonisatie door alle EU-lidstaten van wetgeving rondom witwassen en terrorismefinanciering. Maar verschillende EU-landen gaan, in tegenstelling tot Nederland, bij de implementatie verder dan het minimum van de richtlijn, bijvoorbeeld door het integreren van de standaarden voor virtuele valuta's van de zogenaamde Financial Action Task Force, de FATF. Kan de minister bevestigen dat onder andere Duitsland, Ierland en Luxemburg die standaarden geïntegreerd hebben in hun wetgeving? Kan de minister aangeven welke andere landen dit nog meer gedaan hebben? Ik zit namelijk met het volgende punt. De richtlijn is bijna twee jaar geleden aangenomen. Technologische ontwikkelingen in de sector van virtuele valuta's gaan razendsnel; twee jaar is in die sector heel lang. Waarom heeft de minister niet gekozen om de standaarden van de FATF te integreren in deze wetgeving? Zeker nadat het idee van het vergunningplichtig maken van deze aanbieders was losgelaten, lag het voor de hand de wet op een andere manier robuuster te maken, zo meent mijn fractie.

In de strijd tegen criminele en terroristische netwerken lijkt onze overheid telkens weer achter de feiten aan te lopen. De bedragen die worden witgewassen door Nederlandse financiële instellingen lopen in de miljarden. Ook bij deze wetgeving dreigt het gevaar van "too little, too late". Graag een reactie van de minister. En nu de standaarden van de FATF niet zijn meegenomen in de voorliggende wetgeving, is de vraag: wanneer kunnen we aanvullende wetgeving hieromtrent verwachten?

Voorzitter. Het tweede punt: de effectiviteit van toezicht en opsporing. Natuurlijk vallen de zogenaamde systeembanken onder het toezicht van de ECB, maar er bestaat een lijn tussen de ECB en DNB. Laat ik mijn vraag maar algemeen formuleren: wat is de betrokkenheid van DNB bij het toezicht op de instellingen die onder toezicht van de ECB vallen? En zal er met de verlaging van de grens van meldingplichtige ongebruikelijke transacties, en daardoor de toename van meldingen door ook grote banken, een extra rol zijn voor DNB? Onderzoek en opsporing van verdachte transacties valt immers onder de Nederlandse bevoegde autoriteiten. DNB heeft een beperkte mogelijkheid van toetsing bij toetreding tot de markt van de aanbieders van virtuele valuta's, zoals ik zei. Hoe zal effectief toezicht mogelijk zijn en worden georganiseerd na de toelating?

Specifiek ten aanzien van een effectief toezicht door DNB op deze aanbieders is onze stelling dat naast capaciteit, dus fte's, ook specifieke kennis van groot belang is. Ondanks dat er sprake is van een registratiesysteem en niet van een vergunningsplicht, moeten deze instellingen toch voldoen aan hun wettelijke verplichtingen en hun poortwachtersfunctie? Hoe is DNB op deze taak voorbereid? Dezelfde vraag geldt voor opsporingsdiensten. Het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties zal naar verwachting enorm toenemen. Kan de minister reflecteren op de vraag hoe de effectiviteit van de opsporingsdiensten vergroot kan worden? Wat is het beeld van de minister van de situatie in andere EU-landen? Graag een reflectie.

Een derde punt van zorg hebben we ten aanzien van de handhaafbaarheid van de regels van het Verwijzingsportaal Bankgegevens. Door het verwijzingsportaal wordt een centraal digitaal systeem opgezet voor de uitwisseling van identificerende bankgegevens. De Raad van State geeft aan dat de bevoegdheid tot het verstrekken van gegevens niet wordt gewijzigd, maar dat desalniettemin de drempel tot het verstrekken van gegevens wel wordt verlaagd. Hiertoe zijn een aantal extra waarborgen in de wet opgenomen. De vraag is niet alleen of dit voldoende is, maar ook hoe deze waarborgen worden gehandhaafd. Hoe gaat de minister toezicht houden op de verstrekking van gegevens en op welke manier gaat de minister deze waarborgen aanscherpen als ze onvoldoende blijken?

Tot slot. Criminele en terroristische organisaties en netwerken kennen geen nationale grenzen en zijn bij uitstek internationaal georganiseerd. Het geld van de onderwereld dat naar de bovenwereld wordt doorgesluisd door gebruik te maken van het financiële stelsel is ondermijnend voor de gehele samenleving. GroenLinks steunt de Europese aanpak van de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering dan ook van harte. Wij hopen dat in de toekomst ook belastingontwijking Europees aangepakt wordt. Ik wacht de reactie van de minister graag af.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Karimi. Dan is het woord aan de heer Van Strien namens de fractie van de PVV.