Plenair Teunissen bij behandeling Verbod op kolen bij elektriciteitsproductie



Verslag van de vergadering van 3 december 2019 (2019/2020 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.37 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Een coalitie van niet-gelijkgestemden heeft het moeilijk omdat de kool en de geit gespaard moeten worden. Dat stemt kiezers niet altijd tevreden, om het mild uit te drukken. Geitenpaadjes en muizengaatjes kunnen soms een uitweg bieden, maar beter is dan structurele beleidsverandering in te zetten waarin dier, natuur en milieu een volwaardige plaats krijgen, naast de mens, die ten slotte maar 0,01% van het leven op aarde representeert maar zich gedraagt als alleenheerser.

Voorzitter. Vandaag kunnen we het tenminste over één ding eens zijn. Er moet een verbod komen op het gebruik van kolen voor elektriciteit. Daarmee kan het gebruik van een vervuilende fossiele brandstof worden afgebouwd, mits we die steenkool niet vervangen door de veel vuilere biomassa, waarvoor ook nog eens bossen gekapt worden en de uitstoot van stikstof, fijnstof en broeikasgas toeneemt met 20%. De centrale vraag voor mijn fractie is hoe bij het sluiten van die centrales de transitie wordt gemaakt naar duurzame elektriciteitsvoorziening. Een strategie naar een werkelijk CO2-neutrale elektriciteitsvoorziening ontbreekt, waardoor het zeer de vraag is of het doel van dit wetsvoorstel, een aanzienlijke reductie van de Nederlandse CO2-uitstoot zoals geformuleerd in de memorie van toelichting, wel wordt bereikt.

Daarom wil mijn fractie vandaag vooral opheldering van de minister. Haal die rookgordijnen nu eens weg. Het begint bij de vraag of biomassa CO2-neutraal is. Vanaf 2009 heeft de EU biomassa bestempeld als per saldo klimaatneutraal. Bomen en planten die als biomassa worden opgestookt, kunnen immers weer teruggroeien en CO2 opnemen, zo was de redenering. Wie biomassa verbrandt, moet nieuwe bomen planten, is internationaal de afspraak. En daarmee lijkt de klimaatboekhouding in orde. Nederland en de EU moeten de uitstoot via biomassa wel melden, maar hoeven het niet mee te nemen in hun optelling van CO2-uitstoot. Biomassa telt als CO2-neutraal.

Er is hier sprake van een discrepantie tussen de afgesproken papieren werkelijkheid en de realiteit. D66-woordvoerder energie en klimaat Sienot in de Tweede Kamer zegt over het kabinetsstandpunt: "Je kunt wel afspreken dat poep niet stinkt, maar je neus weet wel beter." Hij gooit daarmee de knuppel in de biomassacentrale en de vraag is of zijn collega's in dit huis hem daarin volgen. Als je een boom omhakt, staat er niet meteen een nieuwe. Het kan decennia of zelfs eeuwen duren voordat nieuwe bomen ver genoeg zijn gegroeid om de door biomassa uitgestote koolstofdioxide weer op te nemen. Als je de boom laat staan, zou hij gewoon doorgaan met CO2 opnemen. Die gedachte mist in alle milieusommen van de biomassalobby.

Begin dit jaar eisten de #EASAC-wetenschappers erkenning voor de lange tijdsschaal waarop houtige biomassa teruggroeit. In september uitten 190 boswetenschappers in een brief aan de Europese bestuurders hun ernstige bezorgdheid. Biomassa ís helemaal niet koolstofneutraal, stellen ze. En vorige week stuurden 35 bosbeschermingsorganisaties uit de Verenigde Staten en Estland de Kamer een brief, waarin ze aangeven dat er sprake is van "massale boskap" aldaar en Nederland oproepen om onmiddellijk te stoppen met subsidies op biomassa.

Hout brandt minder efficiënt dan kolen en gas, en voor dezelfde hoeveelheid elektriciteit stoten de houtkorrels tijdens de verbranding in de Amercentrale straks 95% meer CO2 uit dan gas, en 15% meer dan steenkool. De meest vervuilende fossiele brandstof tot nu toe in Nederland.

Maar daar blijft het niet bij. Er zijn veel vormen van biomassa en vele hebben ongewenste effecten. Deze effecten ontkennen getuigt van een tunnelvisie en leidt tot veel grotere problemen op de lange termijn, problemen die doorgeschoven worden naar volgende generaties. Biobrandstoffen uit palmolie houden de palmindustrie in stand en gaan ten koste van het regenwoud. Biobrandstoffen uit mais zorgen voor ongewenste concurrentie met voedselgewassen. Mestvergisters binden ons aan een veel te grote veestapel. En houtige biomassa maakt ons medeplichtig aan massale houtkap in Nederland, Canada, de Verenigde Staten en Estland.

En tóch heeft de minister in antwoord op onze vragen gesteld dat biomassa klimaatneutraal kan zijn als concept van een kringloop waar in de groeifase CO2 uit de lucht wordt opgenomen, waarna diezelfde CO2 weer vrijkomt bij energieopwekking. Erkent de minister dat houtige biomassa in ieder geval de komende 30 jaar niet CO2-neutraal is?

Voorzitter. Dan kom ik op de mist rondom de herkomst van biomassa. Want tegenstanders zeggen dat er sprake is van enorme boskap — het mag duidelijk zijn dat de Partij voor de Dieren ook tegenstander is — en voorstanders van biomassa stellen dat het gaat om zogenaamde reststromen. Biochemicus en emeritus-hoogleraar aan de VU Martijn Katan laat in de Volkskrant zien dat de grootste houtpelletsproducenten Enviva en Granuon hele bomen verwerken in de pellets. Hij stelt dat de enige manier om genoeg pellets te produceren is het massaal kappen van bomen. Producenten kunnen volgens hem blijven beweren dat er sprake is van reststromen, door een bos te kappen, een paar rechte bomen eruit te halen voor zaaghout en de rest te bestempelen als resthout. Dit kan alleen een businesscase zijn vanwege onze subsidies aan biomassa.

Voorzitter. Als dit de herkomst is van de houtpellets in Nederland, dan draagt Nederland dus bij aan grootschalige vernietiging van bossen en subsidieert zij klimaatverandering.

Dus ik wil graag klip en klaar van de minister horen: Waar bestaan die zogenaamde reststromen uit? Wordt boskap aangewakkerd door de grootschalige vraag? En wordt het vervolgens onderwerp van greenwashing? Graag een reactie. Ik overweeg een motie op dit punt.

In haar reactie op het advies van de Raad van State geeft de regering aan geen idee te hebben van de beschikbaarheid van biomassa: "Omdat voor vele toepassingen naar biomassa wordt gekeken en het aanbod niet ongelimiteerd kan groeien is de verwachting dat op lange termijn schaarste ontstaat. Wereldwijd groeit de vraag naar biomassa snel en Nederland is nu al een van de grootste gebruikers ter wereld, terwijl nog honderden kleine biomassacentrales gepland staan." Waarom heeft het kabinet de beschikbaarheid van biomassa niet in kaart gebracht vóór überhaupt te beginnen met die subsidieverstrekking?

De heer Crone i (PvdA):

Wij hebben een aantal weken geleden een motie aangenomen van de heer Koffeman waarin wordt uitgesproken dat biomassa niet zwart-wit is. Dit is een beetje mijn interpretatie, maar zo staat het wel in de motie. Het gaat erom dat het goed gecertificeerd is. Ik maak vaak de vergelijking met palmolie. Gaat u ermee akkoord als er goed gecertificeerde keurmerken zijn voor houtige biomassa? We hebben het even niet over de andere vormen. Dan zijn alle gaten gedicht. Ik was het eens met het stuk van de heer Katan, maar dit is het enige punt waar hij niet op ingaat. Hij zegt alleen dat keurmerken niet werken, maar dan houdt het op in het leven. We moeten toch op goede keurmerken kunnen vertrouwen. Nederland heeft de sterkste keurmerken. Die worden ook nog door het PBL bekeken. Laten we ons als Eerste Kamer serieus nemen. We hebben in een motie neergelegd om daarop te wachten. Nu halen we elkaar binnen enkele weken in met nieuwe moties en nieuwe verhalen in plaats van ons eigen beleid serieus te nemen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Het gebruik van biomassa is momenteel realiteit. De kap van bossen vindt nu plaats. Wij willen natuurlijk het duurzaamheidskader afwachten en kijken welke voorstellen voor certificering daarin staan. Wij kijken daarnaar uit. Momenteel is er echter al sprake van certificering, maar tegelijkertijd zie je dat het in de praktijk niet te controleren is wat zo'n certificaat precies waard is. Dus nee, mijn fractie steunt het niet zomaar als er een certificaat is. Wij steunen alleen maar vormen van biomassa als blijkt dat er geen schade wordt aangericht aan het milieu, als het niet leidt tot tekorten en als het niet leidt tot meer uitstoot.

De heer Crone (PvdA):

Mijn vraag was iets specifieker. Nederland heeft het scherpste keurmerk. Misschien moet het worden aangescherpt op grond van de PBL-studies. Daarom hebben we uw motie gesteund. We willen zien of het goed genoeg is. Zolang het er is, moet u er toch op vertrouwen dat het werkt. Er is nog geen aanwijzing dat het anders is. Uiteraard wacht ik ook het antwoord van de minister af. Anders blijft u uzelf inhalen en nemen we als Eerste Kamer onze eigen motie niet serieus. Die motie hebben wij twee weken geleden niet voor niets neergelegd.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Het zijn twee verschillende dingen. Het gaat aan de ene kant om het stopzetten van subsidies voor biomassa. We moeten die niet verlengen. Daar gaat de motie van de Partij voor de Dieren over. Uiteraard wachten wij dat af. Daarnaast gaat het om een certificaat. Er wordt gezegd dat we zo'n certificaat toch moeten vertrouwen. Het is helemaal geen kwestie van vertrouwen. Het kabinet heeft aangegeven momenteel aan de strengste internationale eisen te voldoen. Die strengste internationale eisen sluiten niet uit dat er bomen kunnen worden gebruikt voor biomassa. Daar heeft mijn fractie bezwaar tegen.

Voorzitter. Ik vervolg mijn betoog. Ik had het over de beschikbaarheid van biomassa. We hebben eigenlijk geen idee hoeveel biomassa beschikbaar is en of we wel voldoende hebben om die biomassacentrales te voeden. Mijn vraag aan de minister is waarom het kabinet de beschikbaarheid van biomassa niet in kaart heeft gebracht voor er überhaupt met de subsidieverlening werd begonnen. Deelt de minister de zorgen van het Planbureau voor de Leefomgeving als het gaat om de beschikbaarheid van hout, niet alleen nu, maar ook in de toekomst? Wat gebeurt er als andere landen ook overschakelen op hout als brandstof? Dit is nu al op grote schaal gaande. Hoe voorkomt de minister dat dit gaat resulteren in het op grote schaal kappen van bossen in Nederland en elders?

Als de minister wil dat er sprake is van duurzame biomassa, dan dient gecontroleerd te worden waar die biomassa vandaan komt. Grootschalige boskap zou in ieder geval moeten worden uitgesloten. Echter, de strenge eisen die de Europese Commissie volgens de minister heeft opgesteld, sluiten de kap van bossen helemaal niet uit, zoals ik zojuist zei. Deelt de minister deze conclusie? De vraag is ook of er weer bomen worden aangeplant en hoe dat gecontroleerd wordt. Het is bijvoorbeeld bekend dat er in de VS sprake is van grootschalige kaalkap. Wat wordt daar nu eigenlijk voor terug geplant? Wordt dit gecontroleerd? Misschien worden er vanuit economische motieven gewassen verbouwd of bedrijfsterreinen aangelegd. Als er wel nieuwe bomen worden geplant duurt het 30 tot 100 jaar voordat ze dezelfde hoeveelheid CO2 opvangen als de gekapte boom. In dat geval blijft de CO2-uitstoot tot minstens 2050 een voorschot nemen op een onzekere toekomst in tijden van de klimaatcrisis.

Voorzitter. Resumerend. Houtstook kan dus nooit een opvolger of vervanger zijn van steenkool als het doel is om CO2 te verminderen. De grootschalige verbranding van steenkool heeft desastreuze effecten gehad op het klimaat en het stoken van hout zal die problemen alleen maar verergeren, niet alleen in termen van toename van CO2 in de atmosfeer, dus de versnelde klimaatcrisis, maar ook via de ecologische ontwrichting die het gevolg zou zijn van de boskap voor onze ovens. Daarom resten mij nog twee vragen aan de minister. Blijft de minister bij de papieren werkelijkheid waarin biomassacentrales als duurzaam worden bestempeld of gaat hij over tot een actieplan? Gaat hij op de klimaattop aankaarten dat biomassa onterecht het predicaat klimaatneutraal heeft gekregen? Gaat hij zich ervoor inzetten dat CO2 daadwerkelijk wordt teruggedrongen? Mijn tweede vraag. Kan de minister met overkoepelend beleid komen dat het gebruik van bomen als biomassa uitsluit? Mijn fractie ziet uit naar de beantwoording.

De heer Van der Linden i (FvD):

Mevrouw Teunissen ging erg in op het gebruik van hout. Een groot deel van onze verhalen over biomassa komt overeen. Ik heb een vraag over andere vormen van biomassa, bijvoorbeeld biomassa uit havenslib of het verbranden van afval. Als de kolencentrales daarnaar worden omgebouwd, vindt zij dat dan wel een verbetering? Is dat wel duurzaam?

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Nee, want veel vormen van biomassa creëren een lock-in. Ze zorgen ervoor dat we langer afhankelijk blijven van de fossiele industrie. We hebben er geen problemen mee als er op kleine schaal echt restafval wordt gebruikt. Ik doel niet op een businesscase waardoor we afhankelijk worden van dat afval. Als het echt om restafval of slib gaat en je kunt dat op kleine schaal gebruiken, dan is mijn fractie zeker bereid om daarnaar te kijken. Het op grote schaal verbranden van afval houdt echter de hele afvalindustrie in stand. Ook de bio-industrie wordt in stand gehouden door het gebruik van overblijfselen daarvan zoals mest. Het houdt dus het systeem in stand. We moeten toe naar een duurzaam systeem, een kringloopsysteem. Daarin passen heel veel vormen van biomassa niet.

De heer Schalk i (SGP):

Mevrouw Teunissen houdt een helder betoog over biomassa. Ik ben nog op zoek naar de oplossing voor de kolencentrales. Moeten die nog wel elektriciteit blijven opwekken in plaats van dat dit via biomassa gebeurt. Als dat niet het geval is, hoe kunnen we dan wel aan de elektriciteitsvoorziening voldoen? Het gaat wel om een kwart van de elektriciteitsvoorziening in Nederland.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Het is dan toch goed om iets over de context te zeggen. De Partij voor de Dieren is al sinds het energieakkoord in 2013 werd gesloten tegen biomassa. Zij zegt dat er moet worden ingezet op andere vormen, op echte duurzame energie. Ik noem geothermie en waterstof. Dan heb je wel een constante aanvoer van elektriciteit. Daarnaast heb je natuurlijk wind en zon. Daar is heel lang mee gewacht. Er is een heel grote lobby geweest en uiteindelijk is er toch voor biomassa gekozen. Dat zorgt voor enorm veel vertraging die wij ons eigenlijk helemaal niet kunnen veroorloven.

Dan de situatie nu. De Partij voor de Dieren zegt: wij willen die kolencentrales sluiten, maar dat moet zorgvuldig gebeuren aan de hand van een alternatief plan. De subsidies op biomassa moeten in ieder geval stoppen. Het moet echt afgelopen zijn met die boskap. Daarnaast moet worden ingezet op geothermie, waterstof, wind en zon. Eventueel, als transitiebrandstof, kun je nog kijken naar gas. Je moet geen nieuwe infrastructuur aanleggen, maar je kunt de bestaande infrastructuur gebruiken om gas tijdens de transitie nog toe te laten.

De voorzitter:

Dank u wel mevrouw Teunissen. Dan is het woord aan mevrouw Faber-van de Klashorst namens de fractie van de PVV.