Plenair Teunissen bij voortzetting behandeling Versnelling woningbouw en facilitering duurzame ontwikkeling



Verslag van de vergadering van 21 mei 2019 (2018/2019 nr. 30)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.37 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Ik dank de minister hartelijk voor de uitgebreide beantwoording.

Nationale wetgeving en bestuursrechtelijke procedures komen niet zomaar tot stand. Daarbij worden alle maatschappelijke belangen doorgaans zorgvuldig gewogen. Maar bij de Crisis- en herstelwet, en zeker bij deze voorgenomen wijziging, zet de minister een zorgvuldige afweging aan de kant. De minister heeft ons niet van iets anders kunnen overtuigen. Deze wet zorgt ervoor dat lokale afwegingskaders worden opgerekt en dat rechterlijke procedures zo worden ingericht dat ze voor burgers steeds knellender worden. En dat zonder de effecten op de leefomgeving van deze stelselwijziging light, vooruitlopend op de Omgevingswet, te toetsen.

Voorzitter. De Partij voor de Dieren pleit al sinds 2012 voor een onafhankelijke evaluatie van de Crisis- en herstelwet, waarin onder andere de gevolgen voor natuur en milieu worden getoetst. Dit kan volgens ons niet worden overgelaten aan gemeenten en provincies, aangezien zij geen stelselverantwoordelijken zijn, geen specifieke plicht of specifiek belang daarbij hebben. Daarbij zou het een fragmentarisch beeld opleveren. Daarom dien ik de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Teunissen, Koffeman, Binnema, Nagel en Meijer wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de gevolgen voor het milieu van de invoering van de Crisis- en herstelwet noch zijn gemonitord, noch zijn geëvalueerd;

overwegende dat het wetsvoorstel Wijziging Crisis- en herstelwet nog meer dan de huidige wet afwijking van nationale wetgeving met betrekking tot de fysieke leefomgeving mogelijk maakt;

verzoekt de regering de gevolgen van de gewijzigde Crisis- en herstelwet voor natuur en milieu binnen een jaar te evalueren en de resultaten te delen met de Staten-Generaal,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter F (35013).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik zie uit naar de reactie van de minister. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Teunissen. Ik geef het woord aan mevrouw Meijer.