Plenair Teunissen bij voortzetting behandeling Algemene Europese Beschouwingen 2019



Verslag van de vergadering van 16 april 2019 (2018/2019 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.50 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Ik wil de minister hartelijk bedanken voor de beantwoording. Ik vond de beantwoording met betrekking tot klimaat en ook in relatie tot het landbouwbeleid heel erg summier. We zien dat Europa ontzettend trieste, gebrekkige doelstellingen heeft op het gebied van klimaat. We stevenen nu af op 3,2°C, terwijl maximaal 1,5°C noodzakelijk is om de opwarming te beperken om een desastreus kantelpunt te voorkomen. Ik zou de regering dus willen aanmoedigen om toch ook echt actief voor die ambitieuzere doelstellingen die het zichzelf heeft gesteld, in Europa te gaan pleiten.

Daarnaast wil ik nog even terugkomen op het punt van de namen voor vleesvervangers. Ik ben op de hoogte van de vragen die aan de overkant door mijn fractie zijn gesteld, maar deze discussie speelt al sinds 2012. In 2017 heeft het kabinet het heldere standpunt ingenomen dat het niets ziet in een verbod op de huidige namen voor vegetarische en plantaardige producten. We hebben de Europese beschouwingen niet vaak, dus ik wil deze kans wel aangrijpen om de regering aan te moedigen om ook in Europa ervoor te pleiten dat de huidige namen voor vleesvervangers gewoon kunnen blijven bestaan. Daarom dien ik de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Teunissen, Van Apeldoorn, Reuten en Strik wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Landbouwcommissie van het Europees parlement een amendement heeft aangenomen waarin wordt bepleit dat namen als worst, burger, schnitzel et cetera (onder Article 17 of Regulation (EU) No. 1169/2011) niet langer zouden mogen worden gebruikt voor plantaardige producten;

overwegende dat genoemde woorden slechts betrekking hebben op een verschijningsvorm, en niet op de inhoud daarvan;

overwegende dat het kabinetsstandpunt in 2017 luidde dat "De huidige wetgeving rond de aanduiding van voedingsmiddelen adequaat is. Binnen de kaders van deze wetgeving houden ondernemers vrijheid in de aanduiding van hun voedingsmiddelen.";

overwegende dat er geen feiten of omstandigheden zijn die reden geven om van het eerder ingenomen kabinetsstandpunt af te wijken;

verzoekt de regering zich in de Raad tegen de genoemde beperking van handelingsvrijheid voor ondernemers uit te spreken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter E (35078).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Dan rest mij nog te zeggen dat ik de motie niet in stemming zal brengen voordat de beantwoording aan de overkant binnen is.

De voorzitter:

Mag ik daar even een nader antwoord op van u? Mag ik daar een toelichting op hebben? Hoelang gaat dat duren, denkt u?

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik denk dat dit ... Ik weet de exacte termijn niet. Dat kan ik u niet zeggen.

De voorzitter:

We zijn tegenwoordig heel strikt met termijnen van moties indienen en aanhouden, enzovoorts. U dient een motie in en tegelijkertijd zegt u: ik houd haar aan. Dat is toch wat u zegt? Of heb ik het verkeerd begrepen?

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dat ligt eraan wanneer de vragen zijn beantwoord. Als de vragen eerder zijn beantwoord, kan ik de motie gewoon in stemming brengen.

De voorzitter:

Eerder dan wat? Dan volgende week? In principe stemmen we volgende week over de motie. U dient nu een motie in. In principe wordt volgende week gewoon gestemd over die motie. Verwacht u dat die vragen dan beantwoord zijn, of niet?

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik moet u het antwoord schuldig blijven, want ik weet de termijn aan de overkant niet. Misschien weet de minister het. Hij heeft net navraag gedaan. Misschien weet hij het.

De voorzitter:

Nee. Nu gaat de tijd lopen voor de maximale termijn die wij tegenwoordig aanhouden voor het aanhouden van moties. Ja?

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ja.

De voorzitter:

Oké, dank u wel.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Van Dijk.