Plenair Schaap bij voortzetting behandeling Verzamelwet Brexit



Verslag van de vergadering van 19 maart 2019 (2018/2019 nr. 22)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.31 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schaap i (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister voor de uitvoerige beschouwingen die hij heeft gegeven rondom deze wet en de letterlijke tekst. Ik had ook gevraagd om wat beschouwingen in staatsrechtelijke zin te geven. Wat staat hier nu eigenlijk en hoe gaan we daarmee om? Dat is behoorlijk duidelijk geworden. Dat geldt in het bijzonder voor deze wet en dan niet alleen voor de harde wettekst, maar ook voor de geest van de wet. Die geest is hier wel bijzonder van toepassing vanwege de vele open einden die erin zitten. Het is mij duidelijk geworden dat de minister van zins is — dat geldt voor het hele kabinet — deze wet met uiterste zorgvuldigheid toe te passen en er steeds, met het oog op het recht van het parlement om hierop toe te zien, zo snel mogelijk ook het zijne van te denken. In die zin denk ik dat de beantwoording van de minister nog wat extra staatsrechtelijke helderheid heeft verschaft. Ik reageer hier dus heel anders op dan de heer Van Apeldoorn een paar keer ook bij interruptie heeft gedaan. Deze wet voorkomt erger, namelijk dat je, wanneer er sprake is van een specifieke noodsituatie, van ellende de noodtoestand moet uitroepen. Het is mij gebleken dat de heer Koffeman aan het eind, als hij ontdekt dat de NVWA op een gegeven moment niet meer de middelen heeft, weer terugvalt op het bestaande wettelijke instrumentarium: de Coördinatiewet. De minister is dan in een ellendig geval wel gedwongen om de noodtoestand uit te roepen, maar daar is de Coördinatiewet helemaal niet voor bedoeld. Ik denk dat wat dat betreft dit wetje ook een beetje een zegen is, omdat het die noodgreep, die noodsprong, kan voorkomen.

Dan nog even een reactie op de heer Van Apeldoorn. Ik heb zelf in mijn bijdrage gezegd dat deze wet een generiek karakter heeft. Bij interruptie heb ik even geknikt bij het woord "blanco", maar ik heb toch nog even snel nagetrokken wat dat woord, dat de Raad van State ook gebruikt, betekent. Ik bedoel hiermee dus niet dat het carte blanche is en dat de minister de volle vrije ruimte heeft om te doen wat hij maar wil met dit wetje. Dat heeft hij ook duidelijk gemaakt in zijn bewoordingen: er staat zowel in de wet als in de memorie van toelichting dat de wet voor toepassing een aantal hele strenge randvoorwaarden heeft. Dat is allemaal in die wet meegenomen. In die zin blijf ik bij mijn woorden "generieke toepassing", omdat niet duidelijk is wanneer deze wet in werking kan treden en in welke situaties dat is.

Ik denk dat de motie die in de eerste termijn door de heer Van Apeldoorn is ingediend overbodig is, gezien de heel brede toelichting, zowel in de wet als in de woorden van de minister. In het gevraagde is al voorzien. Aangezien vrij duidelijk is dat een nadere invulling er niet komt, krijgt deze motie de werking van een verkapt amendement en daar zijn we niet voor in deze Kamer. Rest mij slechts de minister, en met hem het kabinet, veel sterkte toe te wensen bij de erg onoverzichtelijke situatie die zich nu al voordoet en die straks ook nog kan escaleren, in de hoop dat het in ieder geval niet zo erg wordt dat deze wet achter elkaar door moet worden gebruikt. Het mag wel duidelijk zijn dat de VVD-fractie deze wet zal ondersteunen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schaap. Ik geef het woord aan de heer Koffeman.