Plenair Bikker bij voortzetting beleidsdebat over de staat van de rechtsstaat



Verslag van de vergadering van 22 mei 2018 (2017/2018 nr. 30)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.19 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Het was een lang debat over veel wat beter kan in onze mooie rechtsstaat, maar laten we wel benadrukken dat de waarde van die rechtsstaat staat, dat die er is en dat Nederland in dat opzicht vergeleken met vele landen een bevoorrecht land is. Mijn fractie is er blij mee dat de regering dat ziet en er werk van maakt om dat over te dragen aan komende generaties. Ik dank de beide bewindspersonen, via u natuurlijk, voorzitter, ook zeer voor hun ruime beantwoording en mooie fundamentele noties aan het begin van hun bijdrage. Dat liet zien waarvoor hun hart klopt en waarom zij zich sterk willen maken voor deze rechtsstaat. Een goed begin, zou ik willen zeggen.

Dan ga ik naar mijn bijdrage, voorzitter, en de punten die zijn blijven liggen. Allereerst sprak ik over het spanningsveld tussen veiligheid en vrijheid. De contraterrorismewetgeving weerspiegelt dat. Die is logischerwijs door de gebeurtenissen en ontwikkelingen die er waren en ook nu nog zijn, in brokjes in deze Kamer behandeld. De evaluatiebepalingen zijn dus ook ieder op een ander moment gedateerd. Het lijkt me juist daarom zinnig om deze wetten in samenhang te evalueren, om naar de decentrale effecten te kijken voor de burgemeesters maar mogelijk ook breder als dat nodig is, en om de bevindingen daarvan erbij te betrekken.

Ik dank de minister voor zijn beantwoording over de veiligheidsparadox, maar als je veel wetgeving op dit terrein hebt aangenomen, komt het er ook op aan om lessen te durven leren en te bezien of de aanpak effectief is. Misschien moet het aangevuld worden, maar het zou ook kunnen dat het op bepaalde punten te veel is. De minister heeft gelukkig wel scherp dat er veel evaluaties aankomen en wil ook de dreigingsbeelden erbij betrekken, maar mijn vraag is toch echt om dit in samenhang te doen. Daarom heb ik een motie die breed is gesteund, door nagenoeg alle aanwezige fracties, behalve door die van de PVV.

De voorzitter:

Door de leden Bikker, Ester, Duthler, Strik, Vlietstra, Diederik van Dijk, Van Bijsterveld, Backer en Ruers wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat schokkende terroristische aanslagen in Europa en het uitreizen van geradicaliseerde jihadgangers in de afgelopen jaren hebben geleid tot nieuwe wet- en regelgeving;

overwegende dat deze contraterrorismewetgeving op achtereenvolgende momenten in deze Kamer is behandeld, waarbij voor elk der wetsvoorstellen afzonderlijke evaluaties zullen volgen;

overwegende dat het meer in samenhang bezien van de contraterrorismewetgeving bij de verschillende wetsevaluaties scherper duidelijk kan maken hoe maatregelen bijdragen aan het bevorderen van de veiligheid en het bewaken en beschermen van onze rechtsstaat en welke lessen dit oplevert voor de toekomst;

verzoekt de regering de contraterrorismewetgeving in samenhang te evalueren, waarbij ook het decentrale bestuur betrokken wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter T (34775-VI).

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Dank u, voorzitter. Een tweede spanningsveld dat ik schetste, is dat van de persoonlijke levenssfeer van veel Nederlanders in hun digitale handel en wandel tegenover de techgiganten, die veelal niet in Europa gevestigd zijn. Daar heb ik de minister goede dingen over horen zeggen, maar de uitdaging ligt toch echt in het scherp zijn op de ontwikkelingen en de effecten daarvan, zodat de wetgever daar niet achteraanrent. Ook in internationaal verband, nog breder dan de Europese Unie, moet worden opgetrokken om de zinnige dingen te doen die echt nodig zijn. Ik vermoed zomaar dat ik mij zeer kan aansluiten bij de woorden die mevrouw Duthler daarover nog gaat spreken, want dit is een van de uitdagingen voor onze rechtsstaat in de toekomst.

Voorzitter. Ik sprak ook over de toegang tot het recht. Belangrijke noties hebben beide bewindspersonen gegeven over voor wie de rechtsstaat is. Juist ook laagopgeleide Nederlanders en de middenklasse, ja, eigenlijk alle burgers moeten te allen tijde recht kunnen vinden. Daar staat of valt de rechtsstaat mee. Het is goed dat dit de drijfveer is van deze bewindspersonen. Zo zullen wij ook de wetsvoorstellen beoordelen die op dit gebied zullen volgen. U heeft nu de goede intenties gegeven wat mij betreft. Wij wachten op het vervolg.

Ten aanzien van de digitalisering van de rechtspraak en het KEI-project is er heel veel uitgelegd. Ik zou de minister alleen willen vragen om nog iets meer te reflecteren op mijn belangrijkste punt van kritiek, namelijk de kritiek die Tjeenk Willink misschien wel het meest scherp verwoord heeft, namelijk dat de managementcultuur is gaan overheersen ten opzichte van wat de functie van de rechter is. Is dat nog leidend in het digitaliseringsproces? En hoe krijgt die reflectie zijn waarde in de vervolgstappen die de minister overweegt? Of hij dat nu doet of later in een eventuele brief, is mij om het even. Gezien het tijdstip mag het ook wel in een brief.

Ik heb verwezen naar mijn eerdere motie om structurele uitdagingen binnen het ministerie van destijds Veiligheid en Justitie en nu gelukkig Justitie en Veiligheid te benoemen, ook omdat er spanningsvelden zijn omdat er sindsdien toch echt wel nieuwe, grote ontwikkelingen aan het licht zijn gekomen die niet goed zijn en die miljoenen kosten. Ik denk aan KEI, aan het OM, het NFI en de politie. De minister van Justitie verwees naar de begroting. Dat is een wat zuinig antwoord; laat ik het vriendelijk uitdrukken. Maar vandaag is ook de biografie van Thorbecke gepresenteerd. Wij kennen Thorbecke natuurlijk het allermeest door zijn woorden "wacht op onze daden". Laat ik het positief insteken: ik wacht op uw daden, maar bij de begroting vindt u mij wel weer op dit punt.

Voorzitter. Daarmee zie ik zeer uit naar het najaar en kan ik de minister van Eredienst nog meegeven dat iedere zondag de kerk in Winschoten open is.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bikker. Ik geef het woord aan mevrouw Van Bijsterveld.