Plenair Ester bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen en behandeling pakket Belastingplan 2018



Verslag van de vergadering van 12 december 2017 (2017/2018 nr. 12)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 23.08 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ester i (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister en de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen van mijn fractie. Ze hebben een mooie entree gemaakt vanavond. We kijken terug op een plezierig debat. Dank ook aan de ambtenaren die tot dit late uur hun bewindspersonen met raad en daad hebben bijgestaan. Ik heb daar altijd heel veel respect voor.

We kijken terug op een intensief debat waarin vele onderwerpen de revue zijn gepasseerd. Nederland heeft het economische tij weer meer, ondanks alle internationale onzekerheden die ik schetste. Daar is mijn fractie dankbaar voor, maar dat schept ook verplichtingen. Nu moeten we het Jozef-principe indachtig alles op alles zetten om de lekken in ons financiële dak te repareren en om ervoor te zorgen dat we onze financiële instituties op peil hebben en dat we van de overheidsdiensten en publieke voorzieningen weer onze kroonjuwelen maken. De investeringen in defensie, onderwijs en de energietransitie passen daar goed bij. In dit licht knelt het dat we ons houdbaarheidstekort zien verslechteren. De minister gaf aan dit scherp op het netvlies te hebben. Mijn fractie zal hem op dit punt kritisch blijven volgen.

Voorzitter, nog kort een paar punten. Allereerst de brexit. Mijn fractie is verheugd, als dat het goede woord is, dat beide bewindslieden mijn analyse delen dat de brexit ons land hard zal raken, veel harder dan menigeen voor mogelijk houdt. Het is goed om te horen dat het kabinet strategieën doordenkt. Ik geef het nog eens mee om ook na te denken over de mogelijkheid van bilaterale afspraken met het Verenigd Koninkrijk bij een harde brexit.

Er is veel gesproken over de dividendbelasting. Dank voor de toelichting op dit punt. Ik zie de voordelen, maar ik zie ook de nadelen van afschaffing. Ik onderstreep nogmaals de noodzaak van een robuuste redenering bij de indiening van het wetsvoorstel en een heldere kosten-batenanalyse. Mijn fractie heeft op dit punt nog één vraag, die eigenlijk van een verrassende eenvoud is: is ook overwogen om de dividendbelasting bijvoorbeeld te halveren in plaats van die in haar geheel af te schaffen?

Dan de belastingontwijking. Het is goed dat de staatssecretaris zo gepassioneerd sprak over de erfenis die hij over drieënhalf jaar wil achterlaten op het punt van belastingontwijking. We zullen hem graag nauwlettend volgen in de komende jaren. Dank ook voor zijn toezegging aan mijn fractie om het fiscale eindplaatje te schetsen van de eigen woning na de evaluatie die is toegezegd aan mijn collega Van Rij.

Voorzitter. Mijn fractie heeft in de afgelopen jaren herhaaldelijk gewezen op de soms absurde marginale druk in ons inkomensbeleid. Dat geldt zeker voor inkomens tussen de €22.000 en €32.000. We hebben daar ook vorig jaar uitvoerig over gesproken. Soms wordt er meer dan 100% belasting betaald. Het ingewikkelde, complexe toeslagenstelsel is hier debet aan. Dat leidt tot grote verschillen tussen groepen, tussen een- en tweeverdieners. Zoals bekend heeft de SGP hier herhaaldelijk aandacht voor gevraagd. Gelukkig zien we dat het voorgenomen kabinetsbeleid die marginale druk wat doet afnemen. Dat is goed nieuws. Mijn fractie zou graag zien dat het parlement ieder jaar bij Prinsjesdag wordt geïnformeerd over de ontwikkeling van de marginale druk in ons land en over het kabinetsbeleid om die marginale druk verder te verminderen. Ik dien daartoe de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Ester, Van Rij, Backer, Schalk en Van de Ven wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in vervolg op de motie-Schalk c.s. (Kamerstuk 34550, J) en de motie-Omtzigt (Kamerstuk 34552, nr. 63) het onderzoek “Marginale druk in het inkomensbeleid” dit voorjaar is opgeleverd;

constaterende dat als gevolg van de in het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst afgesproken maatregelen de marginale druk tussen €20.000 en €36.000 aanzienlijk daalt, waardoor (meer) werken en loonsverhoging aantrekkelijker worden;

overwegende dat ondanks deze daling een deel van de werkenden in het traject tussen WML en modaal nog steeds te maken zal hebben met een hoge marginale druk;

overwegende dat voor deze werkenden hierdoor de prikkel tot het verhogen van de arbeidsparticipatie of het verbeteren van de positie op de arbeidsmarkt wordt verkleind en dat tevens de uitlegbaarheid en rechtvaardigheid van de belastingheffing in het geding zijn;

verzoekt de regering jaarlijks bij de Prinsjesdagstukken te rapporteren over de ontwikkeling van de marginale druk, zowel over de gemiddelde marginale druk, de 5- en 95-procentpercentielen als voor de groep(en) met de extreemste marginale druk;

verzoekt de regering tevens in de jaarlijkse besluitvorming in aanloop naar de Miljoenennota, rijksbegroting en het Belastingplan expliciet na te gaan hoe de extremen in marginale druk verder verminderd kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter O (34775).

De heer Ester (ChristenUnie):

Dank u, voorzitter. Ik sluit af. Mijn fractie kan goed leven met het financiële beleid zoals dat is uitgewerkt in de Miljoenennota, het regeerakkoord en het Belastingplan. Alle groepen delen in de welvaartswinst en de inkomensverschillen blijven binnen de perken, maar we wachten uiteraard de wetsvoorstellen af. Wij herkennen ons in de drieslag om de lasten op arbeid te verkleinen en op consumptie te verhogen, om ons belastingstelsel te vergroenen en om belastingontwijking hard aan te pakken. Wat dat laatste betreft komt het vooral op daadkracht aan.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ester. Ik geef het woord aan de heer Koffeman.