Plenair Strik bij Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 4 december 2017 (2017/2018 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.34 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Vol verwachting klopt ons hart, want het is de laatste avond dat we een wensenlijstje kunnen indienen en wie weet wat de Sint ons morgen brengt. In elk geval hopen wij op de toezegging dat de overheid haar best doet om het Sinterklaasfeest van iedereen te maken. Een premier die onomwonden bepleit dat we zwart-wittradities kleurrijk maken, dat zou een mooie stap zijn naar een inclusieve samenleving.

Voorzitter, de fragmentatie in de politiek maakt regeren niet simpeler, maar biedt ook kansen. Onze representatieve democratie heeft immers tot doel dat ook de stem van minderheden wordt gehoord en de samenwerking gezocht. Het is een compliment waard dat er een akkoord is bereikt. Het compromiskarakter is in alle paragrafen zichtbaar, en dat is op zich begrijpelijk, maar visie en ambitie zijn wat moeilijker te achterhalen. Zijn die twee nu echt niet te verenigen? Mijn fractie wil daar niet zomaar aan.

Als we al een ambitie ontwaren, dan wordt deze niet in deze kabinetsperiode uitgevoerd, denk aan de vergroening. En als een paragraaf al een visie uitstraalt, dan spreekt uit de maatregelen zelf niet zelden het tegenovergestelde. En een aantal thema's die een snelle aanpak vergen, zijn onaangeroerd. We missen op veel punten samenhang tussen enerzijds een probleem en anderzijds een oplossing. We begrijpen natuurlijk de verschillen van inzicht. Die zijn duidelijk, maar stilstand of stilzwijgen bij urgente maatschappelijke problemen is niet regeren, maar negeren.

Tijdens de campagne gingen veel debatten over gevoelens van onbehagen. Daar dient het kabinet een antwoord op te geven. Wat ons betreft is dat investeren in een inclusieve samenleving. Het kabinet spreekt daar ook over, maar wij bedoelen daarmee: in geld, in woorden en in houding zorgen voor onderlinge verbanden en begrip, en ervoor zorgen dat iedereen meetelt en een kans krijgt om zich te ontwikkelen en om bij te dragen aan de samenleving. Dat vergt radicaal andere keuzes ten aanzien van onderwijs, zorg, arbeid en inkomen en duurzaamheid, en een uitnodigend participatiebeleid. De voorstellen van dit kabinet zijn in al deze opzichten teleurstellend. Het spreekt mooie woorden over gemeenschap, maar uiteindelijk kiest het opnieuw voor financieel gedreven structuren. Door steeds partij te kiezen voor de positie van werkenden, rijken en bedrijven bouwt de regering verder aan een exclusieve samenleving die de segregatie alleen maar versterkt. De WRR wijst op de risico's van een kwetsbaar middensegment dat geraakt wordt door achteruitgang. Zij worden onzekerder en hebben minder vertrouwen in politiek en politici. Volgens de WRR, maar ook het SCP en de Nationale ombudsman verwachten en eisen we te veel van mensen die daar niet aan tegemoet kunnen komen. Zij verdienen meer zekerheid en perspectief.

Als je uitgaat van een strijd tussen arbeid en kapitaal, kiest dit kabinet voor het laatste. Dat zien we onder andere aan de milieumaatregelen, waarbij de bedrijven worden ontzien, en aan het afschaffen van de dividendbelasting, een cadeau van bijna anderhalf miljard! Wat ons betreft rijdt Sinterklaas die deur voorbij.

Normale Nederlanders gaan erop vooruit, zegt Rutte. Wie zijn dan de niet-normale Nederlanders? De ongelijkheid tussen de hoogste en de laagste inkomens neemt verder toe. De laatste groep profiteert niet van het verlagen van de vermogensbelasting en de compensatie van de hypotheekrenteaftrek, laat staan van de lagere vennootschapsbelasting. De hogere btw treft hen wel rechtstreeks. En al jarenlang is duidelijk dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt mensen kwetsbaar maakt. Hier hadden de partijen elkaar toch op moeten vinden, bijvoorbeeld door flexibel werken onaantrekkelijker te maken voor werkgevers en door de rechtspositie van flexwerkers en zzp'ers aanzienlijk te versterken? Het is teleurstellend dat de vier partijen ervoor kiezen om vast minder vast te maken en flex weliswaar minder flex te noemen, maar zekerheden van een pensioen en een verzekering voor arbeidsongeschiktheid achterwege te laten. Wel lopen flexwerkers het risico nog een jaar langer op een flexibel contract te werken. Nederland is nu al uniek met het doorschieten in flexibilisering van de arbeidsmarkt, maar tel je de zzp'ers dan nog mee, dan zitten we volgens het CPB in een heel uitzonderlijke situatie. De WRR bepleit een fundamentele discussie over nieuwe sociale zekerheid voor alle vormen van werk, ongeacht de contractvorm. Ziet de regering deze noodzaak ook? Wat kunnen we daarvan verwachten?

Ook verder neemt de kwetsbaarheid op de arbeidsmarkt toe. Kijk naar de gekorte Ziektewetuitkering en de aangescherpte WIA-uitkering, en naar de mogelijke inkomensdaling van werkende mensen met een handicap en van Wajongers. Bedrijven kunnen ongestraft te weinig investeren in re-integratie, dus ook de arbeidsmarkt wordt alleen maar exclusiever. Dat is meer dan een gemiste kans in onze goed draaiende economie, want werk emancipeert en integreert.

Binnen de zorg staan voor ons de behoeften van mensen en de kwaliteit van zorg centraal, niet de structuren of organisaties. Het kabinet dringt de marktwerking echter niet terug, maar creëert wel een uitgavenplafond in de medisch-specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, huisartsenzorg en de wijkverpleging. Er gaat meer geld naar de verpleeghuizen, maar 90% van de mensen woont thuis en ziet zijn zorgpakket verder verschralen. Is die uitkomst niet wrang, nu alle eerdere maatregelen zich juist richtten op langer thuis wonen?

Het CPB concludeert dat lagere zorguitgaven uiteindelijk leiden tot minder zorg of zorg van slechtere kwaliteit. Dat roept bij mijn fractie de vraag op of dit kabinet goede en toegankelijke zorg wel koestert en bewaakt als een publieke kernwaarde. Moeten we ons niet meer buigen over de kwaliteit en toegankelijkheid en wat die ons waard zijn?

Eigenlijk geldt die vraag ook voor het onderwijs. Veel maatregelen belemmeren de toegang en ontwikkeling van jongeren die meer tijd nodig hebben of niet uit een onderwijsmilieu afkomstig zijn. Er zijn nog steeds drempels voor het stapelen, met name ook bij de instellingen gelegd, het collegegeld voor tweede studies is hoog en de rentes op studieleningen zijn verhoogd. Dit werkt de segregatie binnen het onderwijs verder in de hand. Onze vraag is: hoe gaat het kabinet de kansengelijkheid in het onderwijs vergroten?

Het kabinet is trots op zijn groene ambities, maar wil je de opwarming van de aarde echt onder de 1,5 graden houden, dan kun je niet pas in 2020 beginnen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving realiseert het akkoord slechts de helft van de benodigde emissiereductie. De klimaatmaatregelen pakken evenmin de kernoorzaken van milieuvervuiling aan. Zelfs de SDE+-subsidie gaat deels naar het lapmiddel CO2-opslag en niet naar structurele maatregelen zoals een groter aandeel duurzame energie. Ook is het in onze ogen een gemiste kans dat de coalitie niet kiest voor drastische hervormingen richting duurzame landbouw, biodiversiteit en meer ruimte voor de natuur. Wat zien we? Geen duurzame en structurele maatregelen om de vervuiling, stikstofuitstoot en de veestapel terug te dringen, maar slechts een incidentele sanering van de varkensstapel.

Klimaatbeleid is slechts een van de onderwerpen waarop we Europees en internationaal moeten samenwerken. De wereld verandert razendsnel om ons heen, alleen al binnen de EU: de brexit, voorstellen voor hervorming, nieuwe leiders met nieuwe vergezichten in grote lidstaten. Het regeerakkoord is stil over de strategie van Nederland. Zoeken we nieuwe bondgenoten? Zetten we in op verdere integratie of is het kabinet voorstander van meerdere snelheden, met het risico van een tweedeling?

Juncker noemt in zijn voorstellen ook het belang van een sociale pijler als complementair aan een Europees economisch en financieel beleid en om te voorkomen dat de gevolgen van globalisering op laaggeschoolde werknemers worden afgewenteld. Een sociale pijler kan naar onze mening ook het draagvlak voor Europa versterken, omdat het mensen dan perspectief biedt in plaats van hen te bedreigen. Graag een reactie daarop van de premier.

We zijn blij dat het kabinet zich blijft inzetten voor de mensenrechten in Europa. Daarvoor is de Raad van Europa een onmisbare waakhond. Die organisatie maakt financieel zware tijden door. Zint de regering op een strategie om de Raad van Europa effectief te houden?

De heer Kox i (SP):

Ik deel natuurlijk de opvatting van collega Strik dat er best wat centen bij kunnen bij andere Europese organisaties. Die kunnen naar mijn mening wel bij de EU weggehaald worden, maar er is natuurlijk meer. De EU moet toetreden tot het EVRM, maar dat schiet niet op. En de EU zou kunnen toetreden tot het Europees Sociaal Handvest, maar in de sociale pijler, die net in Göteborg in aanwezigheid van de minister-president is afgesproken, wordt er niet of nauwelijks gerefereerd aan het Europees Sociaal Handvest dat onze sociale grondrechten garandeert. Moeten we niet alleen van de regering meer geld vragen, bijvoorbeeld voor de Raad van Europa, maar ook vragen om aan te dringen op het eindelijk maken van vaart met de toetreding van de Europese Unie tot het EVRM en op het overwegen om toe te treden tot het Europees Sociaal Handvest? Dat kost geen geld en dat verbetert de situatie.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ja, daar ben ik het helemaal mee eens. Het zou heel goed zijn als de EU toetrad tot het EVRM en het Europees Sociaal Handvest. Bij dezen geleid ik de vraag graag door aan het kabinet hoe het zich ervoor gaat inzetten dat het uit het slop getrokken wordt en wij er dichter bij komen.

Voorzitter, het kabinet verwacht veel heil van het EU-migratiebeleid en wil zelf koploper migratiedeals zijn. De invulling ervan komt echter wel erg vaak neer op het afschuiven van verantwoordelijkheden op landen die toch al heel veel vluchtelingen opvangen. Dit kabinet versterkt de uitgaven voor de opvang in de regio een klein beetje, maar wel ten koste van de hulp aan de bevolking van die landen.

Deals zetten ook derde landen aan tot het afgrendelen en ontlopen van verantwoordelijkheden, met als ultiem risico dat vluchtelingen geen bescherming meer vinden of misschien zelfs hun land niet meer kunnen ontvluchten. Hoe meent de regering dat te voorkomen en met deze benadering bij te dragen aan de Global Compact on Refugees, waarin de VN zoekt naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid? Met 250 extra hervestigingen gaan we het niet redden. Graag een reactie.

Mede in naam van Nederland worden de mensenrechten van migranten elders in Europa geschonden. Vorige week in Ivoorkust raakten de landen gealarmeerd over de slavernijpraktijken in Libië, terwijl we de Libische kustwacht nog steeds blijven betalen om migranten te onderscheppen en hen rechtstreeks terug te brengen naar de hel in Libië. Hoe denkt de premier te voorkomen dat zij daar geen gevaar lopen?

Ook het binnenlandse migratiebeleid is hard. Het maakt de belangen van migranten ondergeschikt aan, tja, aan wat? Aan electorale belangen? Geen verruiming van het kinderpardon, geen oplossing voor bed-bad-brood, maar wel een hogere rekening aan de migrant voor zijn inburgering. Welke visie zit hier eigenlijk precies achter? Integreren doe je samen? Of is het een prestatie die je in je eentje moet leveren voordat je erbij mag horen?

Onbehagen in de samenleving vraagt niet om zondebokken, maar om een nieuwe visie op democratie en betrokkenheid van burgers. Dat begint met het serieus nemen van mensen en het streven naar inclusie. Ik noemde zojuist de onzekerheden waar veel mensen mee kampen. Zij voelen zich daarin niet gehoord en gezien door de overheid. Volgens de heer Tjeenk Willink zien mensen geen onderscheid meer tussen politiek, bestuur en regelgeving, deels omdat politici te weinig laten zien op basis van welke waarden en visie op de samenleving politieke keuzes worden gemaakt. Graag hoor ik van de premier of hij de behoefte aan een serieuze reflectie op onze democratie deelt, en wat we op dat gebied van dit kabinet kunnen verwachten.

Voorzitter. Dit kabinet moet hard werken met een krappe meerderheid. Maar mijn partij staat, net als de meeste oppositiepartijen, open voor samenwerking om goede plannen nog beter te maken. Ik zou zeggen: ga in alle openheid het debat aan met de samenleving, met de kiezer, via onze raden, Staten en parlementen! Ook dat is een handreiking naar kiezers in dit land en naar onze representatieve democratie.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Strik.

Ik geef het woord aan de heer Kuiper.