Plenair Teunissen bij behandeling Wet op de inlichtingen-en veiligheidsdiensten 20..



Verslag van de vergadering van 11 juli 2017 (2016/2017 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Een overheid die luistert naar burgers. Wie wil dat niet? Maar als een overheid dat doet op een manier die zo groot en meeslepend is als we hier vandaag zien, moeten we ons ernstig afvragen of het middel niet veel erger is dan de kwaal. Zelden heb ik zo veel verontruste mails gekregen van bezorgde burgers als deze week. Dit zou zomaar ook het geval kunnen zijn voor heel wat collega's hier in de zaal die meer dienstjaren hebben in dit huis dan ik.

Het grootste bezwaar van mijn fractie is de bevoegdheid van het gebruiken van een sleepnet waarmee enorme hoeveelheden data van willekeurige burgers kunnen worden onderschept en opgeslagen. Waar diensten nu nog alleen gericht mogen aftappen, mogen ze straks werken met onderzoeksopdrachtgerichte interceptie. Daarmee kunnen de AIVD en de MIVD grote hoeveelheden informatie verzamelen over de kabel. Alle communicatie van grote groepen Nederlanders kan massaal worden onderschept door de geheime diensten. Alles wat je online doet, kan terechtkomen in het sleepnet van de geheime dienst.

Voor een goed draagvlak en voor controle moet er zo veel mogelijk transparantie zijn. Het wetsvoorstel regelt nauwelijks iets over de vraag welke informatie naar buiten kan worden gebracht of kan worden opgevraagd. Waarom is er zo veel onduidelijkheid over het delen van grote hoeveelheden gegevens? Hoe wordt voorkomen dat alle communicatie uit de buurt waar een verdacht persoon woont, kan worden getapt? Of dat alle Facebookberichten uit een bepaalde stad of wijk kunnen worden onderschept en jarenlang opgeslagen? Kortom, hoe wordt geborgd dat de onderzoeksopdrachten zo selectief mogelijk zijn? Aan welke criteria moeten de opdrachten voldoen? Ik verneem graag een reactie.

Het toezicht is ondergebracht bij verschillende instanties. Verschillende collega's refereerden daar al aan. Voorafgaand aan de inzet van bevoegdheden wordt getoetst op rechtmatigheid door de nieuwe TIB. Achteraf wordt de inzet van die bevoegdheden die voorafgaand door de minister of het hoofd van dienst zijn verleend, getoetst door de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Daarbij is de vraag wie wie controleert. Hoe weten we wat de toetsingscriteria zijn en of de toetsingskaders in de praktijk functioneren zoals in de wet staat? In de praktijk moet nog veel duidelijk worden over de werking van het toetsingskader. Het is dus zeer de vraag of de rechtmatigheid op losse schroeven wordt gezet voor aanvang van de praktijk. Ik krijg graag een reactie van de minister op dit punt.

Meer en meer informatie wordt gedeeld met buitenlandse diensten. Daarbij hoeft niet vooraf getoetst te worden of gegevens uitgewisseld mogen worden zonder dat de diensten die zelf geanalyseerd en getoetst hebben. Men weet niet precies waar de gegevens die aan het buitenland verstrekt worden over gaan. De gevolgen hiervan voor burgers op wie deze gegevens betrekking hebben, zijn momenteel niet te overzien. Waarom is een analyse voorafgaand aan het delen met buitenlandse diensten niet verplicht gesteld? Wat kunnen voor burgers de risico's zijn van het ongetoetst delen van informatie? Welke garantie kan de minister geven dat gegevens van burgers niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan waarvoor deze bedoeld waren? Ik krijg daarop graag een reactie.

Tot slot; ik houd het kort. In dit wetsvoorstel weegt volgens de fractie van de Partij voor de Dieren het doel, de modernisering van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, niet op tegen de risico's op inbreuk op de privacy. Mijn fractie kan niet instemmen met het voorstel dat nu voorligt, zo zeg ik tegen alle collega's en iedereen die meeluistert in welk kader dan ook, maar wacht met belangstelling de beantwoording door de ministers af. Mogelijk zal zij nog op basis daarvan haar oordeel herzien.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Teunissen.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering in afwachting van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Er is inmiddels contact geweest met het ministerie van Onderwijs. We hebben begrepen dat de staatssecretaris om 16.20 uur hier aanwezig kan zijn.