Plenair Bikker bij behandeling Wet kwaliteitsborging voor het bouwen



Verslag van de vergadering van 4 juli 2017 (2016/2017 nr. 34)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.48 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. De minister begon allervriendelijkst met de toezegging dat hij de invoering van deze wet een jaar zou willen uitstellen, daarmee ruimte gevend aan de nadere beschouwingen rondom de invulling van de AMvB's die eronder komen te hangen. Maar juist daarmee blijft op een aantal punten onzeker, wat nou precies de rol van de gemeente is, zowel in haar handhavende taak als in haar toezichthoudende taak, die er ook nog voor een gedeelte is. De opmerking van de gemeente Den Haag bij het stoppen van de pilots — we zijn nu een geblinddoekte toezichthouder, werd gezegd — zette mij aan het denken. Als we op dit moment instemmen met de wet, weet ik niet of ik gemeentes in de positie van een geblinddoekte toezichthouder breng of in de positie waarin ze daadwerkelijk toezicht kunnen houden.

Ik miste in de beantwoording van de minister een visie op wat dit alles betekent voor de politieke verantwoordelijkheid in dezen. Ik heb geschetst wat het betekent als een burger zich meldt bij de gemeente met een misstand, waarna hij naar de kwaliteitsborger wordt gestuurd om het daar eerst aan te kaarten. Kan de gemeente dan op haar handen blijven zitten, als ze eigenlijk aanvoelt dat ze waarschijnlijk moet gaan handhaven? Ik wil graag een reflectie op die politieke verantwoordelijkheid en op de vraag of het stelsel in die zin wel uitvoerbaar is.

Dan het probleem van de papieren toets. Ik neem aan dat ik daarvoor iets meer spreektijd van de Voorzitter krijg, omdat ik net afzag van mijn interruptie. De minister wil garanderen dat het daarbij niet blijft. Ik wil hem vragen of hij dat ook onderdeel wil maken van de evaluatie. Maar de papieren toets die de minister zo duidelijk ziet bij het gemeentelijke bouwtoezicht blijft wel voor de meest complexe projecten, de gevolgklassen 2 en 3, overeind. Dat zijn de meest risicovolle projecten. Ik zou juist op die punten verwachten dat het Rijk inzet op verbetering. Ik mis dat ten enen male in het wetsvoorstel. Ik zie uit naar de reactie van de minister.

We hebben van gedachten gewisseld over de nieuwe eisen die de maatschappij en de consument stellen. Volgens mij is daarvoor niet het hele wetsvoorstel nodig. Dat zou ook puur kunnen zien op het consumentenrecht en de aansprakelijkheid. Dat kan toch ook in het publieke toezicht?

Ook wij vinden dat de bouwkwaliteit moet toenemen. De minister noemt dit wetsvoorstel professionalisering, in plaats van privatisering. Maar het beleggen van een groot deel van het toezicht bij private kwaliteitsborgers is ook gewoon een verschuiving van het publieke stelsel naar een publiek-private configuratie. De meerwaarde daarvan heeft mij nog niet overtuigd. Ik zal dit ook aan mijn fractie meegeven, want ik vrees dat de toename van partijen in het toezichtstelsel en de uiteindelijke verantwoordelijkheid die het bevoegd gezag houdt — die nog niet is uitgekristalliseerd bij het aannemen van deze wet — uiteindelijk veel te veel onduidelijkheid zullen geven. Ik kon me daarom vinden in de suggestie van de heer Pijlman voor een uitvoerbaarheidstoets. Maar nu we de eerste pilots hebben gezien, die zijn stilgezet, de G-4 op basis daarvan een reactie heeft gegeven en de minister vindt dat moet worden gewacht op de AMvB's, heeft de uitvoerbaarheidstoets, voor zover we die hebben gehad, wat mij betreft nog geen succes opgeleverd. Dat betekent dat ik met een ernstige blik naar mijn fractie terug zal gaan, daarbij vrezend dat we uiteindelijk tegen zullen stemmen. Maar de minister gaat nog antwoorden.