Plenair Strik bij behandeling Wijziging begrotingsstaten Veiligheid en Justitie



Verslag van de vergadering van 5 juli 2016 (2015/2016 nr. 37)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 20.42 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de minister hartelijk voor de beantwoording. Ook van mijn kant komt er een hartenkreet: de rechtsstaat is nu eenmaal afhankelijk van het vakmanschap dat de justitiële keten kan leveren. Die moeten we koesteren en voldoende faciliteren. Het is net alsof we het nu over de huidige problemen hebben, maar de problemen van nu zijn ook het resultaat van het feit dat er al jarenlang is ingeboet op de reserves en de kosten van deze keten. Dit is feitelijk het resultaat waarmee we te maken hebben. Op een gegeven moment is er geen reserve, geen buffer meer en dan is het op. Dan gaan de burgers ook merken dat het schuurt. Dan kan de keten de prestaties niet meer optimaal leveren.

Dat moet deze minister aan het hart gaan, maar ik bemerk een toch wat ambigue houding van hem naar aanleiding daarvan. Aan de ene kant onderkent hij de problemen. Hij deed dat bij de afgelopen begrotingsbehandeling en hij doet dat nu ook weer een beetje. Aan de andere kant wuift hij het ook weer weg en zegt hij: het gaat maar om kleine bedragen ten opzichte van het hele bedrag; bovendien vullen we de tekorten uiteindelijk toch zelf aan, dus waar hebben we het over? Dat is een houtje-touwtjehouding en een manier van een begroting vullen die heel veel onzekerheid geven in het veld en die de keten weerhouden van duurzaam investeren. Duurzame investeringen kunnen niet worden gedaan. Helemaal door de eigen reserves heen moeten gaan omdat er geen andere mogelijkheid is, is natuurlijk ook funest voor een gezonde bedrijfsvoering.

De minister lijkt te willen ontkennen dat de motie-Engels niet is uitgevoerd. Ik hoorde hem namelijk zeggen dat er tenslotte 1,3 miljard euro bij is gekomen. Het is heel fijn dat dit zo is, maar dat is veruit grotendeels voor andere doeleinden bestemd en niet voor de problemen die we bij de begroting vorig jaar hebben gesignaleerd en waarover de motie ging. Ik hoorde de minister ook zeggen dat er extra is geïnvesteerd in de rechtspraak. Ja, dat was vorig jaar al zo. Vorig jaar is al 20 miljoen geïnvesteerd, speciaal voor KEI. Maar we lezen in de Voorjaarsnota dat — en dat is ook zo — er voor dit jaar geen extra geld beschikbaar komt. Ik begrijp uit de lichaamstaal van de minister dat dit niet het geval is. Ik hoor het graag van hem als het anders is, want ik heb de Voorjaarsnota anders gelezen.

De keten vormt de ruggengraat van onze rechtsstaat, en dat is echt niet overdreven gezegd. Ik denk dat de minister het daarover eens kan zijn met ons. Deze mag dus ook geen speelbal zijn van onderhandelingen. Mijn fractie steunt daarom van harte de motie van de heer Engels. Mocht er ook een motie van mevrouw Bikker langskomen waar het gaat om de duurzaamheid van de financiën, dan zal mijn fractie ook die van harte steunen.

De voorzitter:

U hebt voorspellende gaven, mevrouw Strik. We zijn benieuwd.

De heer Engels i (D66):

Voorzitter.

De voorzitter:

Mevrouw Strik, er is nog een interruptie voor u. Mevrouw Strik!

De heer Engels (D66):

Nee, voorzitter, deze opmerking is niet voor mevrouw Strik. Ik zou niet durven. Ik heb een opmerking over de orde.

De voorzitter:

Ga uw gang.

De heer Engels (D66):

Ik heb aan het begin van mijn inbreng in eerste termijn verzuimd — ik denk dat dit wel verschil heeft gemaakt — om te vermelden dat ik tot op het laatste moment mede namens de fractie van de OSF heb gesproken. Dat moet nog even wel in de Handelingen. Excuus daarvoor.

De voorzitter:

Het is mooi dat u deze helderheid schept, mijnheer Engels. Het maakt een wereld van verschil.

Het woord is aan mevrouw Bikker.